Naar Menu

Home2018-2019Geurt Brinkgreve Bokaal 2019

Janneke Ypma

Geurt Brinkgreve Bokaal 2019

Geurt Brinkgreve voerde strijd voor behoud van erfgoed tegen de achtergrond van een stad in verval. Hij uitte in 1954 een noodkreet om monumentenzorg niet los te zien van cityvorming. De gedachte leefde dat grootse plannen de weg zouden wijzen naar herstel. Het was een tijd van contrasten en uitersten. Zijn strijd, die door vele vervolgd is, heeft de stad inmiddels veel opgeleverd.

 

Er is weer ruimte, en ook ruimtelijke noodzaak, om de kwaliteiten van de stad te koesteren, te onderhouden, te versterken, te verdiepen en de stad hiermee potentie te geven voor de toekomst. Erfgoed en vooral de herontwikkeling hiervan heeft zijn belang inmiddels aangetoond. Het versterkt de identiteit van de stad en biedt aanknopingspunten voor het vergroten van de sociale cohesie binnen de stad, nu en in de toekomst.

 

De acht bezochte projecten die waren voorgeselecteerd voor de Geurt Brinkgreve Bokaal lagen mooi over de stad verspreid en vormden een representatieve dwarsdoorsnede in de tijd. De jury bezocht kriskras door de stad de historische binnenstad, de Weesper-Plantagebuurt, Oud-Zuid Museum Kwartier, de Stadionbuurt, de Watergraafsmeer, de Indische buurt en buiten de ring Slotervaart. De verschillende architectuurstijlen en historische tijdslagen van de stad, ook op het gebied van de sociale geschiedenis, passeerden de revue. De jury zag diversiteit in bouwstijl, omvang, gebruik en in het proces van realisatie. Qua programmering was het een mooie mix: wonen, winkels, kantoren, horeca, een school, een hotel en een culturele bestemming en ook was er sprake van functiemenging met doel het project in de wijk een groter draagvlak te geven. Met deze diversiteit aan aspecten als uitgangspunt heeft de jury gekozen voor een integrale toetsing gebaseerd op het hier na volgende.

 

Transformatie, erfgoedwaarden en duurzaamheid

 

De jury vroeg zich af: wanneer is het een transformatie; hebben we te maken met een verbetering van bestaande functionaliteit na restauratie of lag de uitdaging in het zoeken naar een nieuwe functionaliteit, met behoud van de cultuurhistorische waarde van het pand? Bij transformatie van erfgoed gaat het om het dynamisch karakter. Het gaat niet om musealisering omwille van het behoud, maar om erfgoed dat met de ontwikkeling van de stad mee-evolueert. Het gaat om behoud van erfgoedwaarde, eigentijds aangepast en om het zo te behouden voor de toekomst. De jury heeft gekeken naar de betekenis van duurzaamheid in een breder verband. Het zou moeten gaan om een duurzaam initiatief, dat tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generatie en dat toekomstige generaties inspireert en ruimte geeft om met het behoud van de erfgoedwaarde/betekenis eigen invullingen te doen. De jury hoopt dat het initiatief meerwaarde geeft voor de gebruikers en de stad en werkzaam blijft voor onbepaalde tijd en heeft daarom gelet op onder andere de economische, sociale en culturele aspecten. Zodoende vond er een integrale toetsing plaats, waarbij het conceptuele idee, de uitvoerbaarheid en de functionaliteit van het gebouw is beoordeeld. De eigentijdse waardering van de architectuur werd daarbij minder relevant gevonden, het gaat om het beste initiatief voor transformatie van erfgoed, met als kernbegrippen: de band tussen stad en stedeling, diversiteit, nieuw leven van het gebouw en de flexibele stad.

 

 

 

De jury van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2019 bestond uit Paul van de Laar (midden), voorzitter, bijzonder hoogleraar geschiedenis van Rotterdam aan de Erasmus Universiteit

Rotterdam en tevens directeur van Museum Rotterdam; Patrick van der Klooster (rechts), teamleider stadsontwikkelaars bij BPD, de winnaar van 2018 met het Burgerweeshuis, en Janneke Ypma (links), architect met ervaring in transformatieprojecten (restauratie, renovatie en herbestemming). De jury werd ondersteund door Anette van Dijk van Monumenten en Archeologie en Bart Truijens van Grond en Ontwikkeling, gemeente Amsterdam. De prijs wordt georganiseerd in samenwerking met Rogier Noyon van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad

 

Voorgeselecteerde projecten

 

Warenhuis Vroom & Dreesmann

Opdrachtgever: IEF Capital

Architect: Office Winhov

Aannemer: Van Wijnen Heerhugowaard

Het vroegere warenhuis geldt als het voornaamste deel van een groter complex van panden. Het andere deel behelst de achttiende-eeuwse pakhuizen aan het Rokin en het negentiende-eeuwse gebouw van Jacot & Oldewelt aan de Kalverstraat. Het oorspronkelijke ontwerp van Francois Caron in Jugendstil-stijl uit 1912 is in de jaren dertig aangepast door de Amsterdamse School architect Jan Kuijt, waarbij hij baksteen en decoraties verving door de glazen vliesgevel. Door verbouwingen door de jaren heen hebben de individuele gebouwen hun eigen karakter verloren. Direct na het faillissement van V&D in 2016 heeft de belegger dit gebouw aangepakt. De keuze voor het programma is voor de hand liggend. Winkel blijft winkel, aangevuld met kantoren. Het grote aantal vierkante meters bood de mogelijkheid van het opsplitsen van het programma. De jury prijst de ingreep van het terugbrengen van de Sint Jorissteeg. Zo is de oorspronkelijke, fijnmazige stedenbouwkundige structuur weer hersteld en krijgen de verschillende gebouwen hun oorspronkelijke identiteit terug. Het behoud en de doorontwikkeling van de vliesgevel met een speciaal voor deze situatie ontwikkeld taatsraam getuigt volgens de jury van een grote gedrevenheid en vakmanschap. De jury waardeert het concept van de expres slecht geglazuurde bakstenen zeer. Die bakstenen passen perfect bij de bestaande, verweerde bakstenen. Een mooie oplossing is ook de verplaatsing van de installatieruimte van de bovenste etage naar een ‘zijbeuk’. De jury is positief over de goede samenwerking tussen de opdrachtgever, architect, en de overige partijen waaronder de gemeente.

 

De Keizer 2

Opdrachtgever: M.J. de Nijs Projectontwikkeling

Architect: Architectenbureau Vincent Smulders, Architectenbureau Micha de Haas

Aannemer: Bouwbedrijf M.J. de Nijs en Zonen

De jury herkent de logistiek lastige opgave van deze locatie. Binnenstedelijk bouwen, een opgave van nu, is een uitdaging. Het betreft hier het oudste kraakpand van de stad, het ‘Slangenpand’, met zijn roemruchte geschiedenis en de Tabakspanden met nieuwbouw aan de Spuistraat. Het plan toont respect voor de historische structuur van het stedelijk weefsel door zijn zorgvuldige inpassing met verspringende volumes als reactie op de vorm van de stegen en door de introductie van collectieve binnenplaatsen die verbinden en die een aangenaam binnenstedelijk woonmilieu opleveren. De jury waardeert de aandacht die besteed is aan de plint en de gevels, waarin de oude structuren en detaillering in het metselwerk in de nieuwe gevels zijn te herkennen. De architecten hebben bestaande materialen zoals vloerbalken en sierelementen zo veel mogelijk opnieuw gebruikt. Een kanttekening plaatst de jury wel bij de verhouding nieuwbouw en bestaande bouw. Ook mist de jury aandacht voor de sociaalhistorische geschiedenis, de krakersgeschiedenis uit de jaren tachtig. Het bruisend creatief bolwerk met gekraakte woningen en broedplaatsen van kunstenaars heeft plaats gemaakt voor dure koopwoningen met enkele ateliers. De jury constateert dat er vooral een jarenlang slepend probleem is opgelost. De kop van de slang van de gevelhoge muurschildering van het Slangenpand maakt als herinnering aan de roemruchte krakersgeschiedenis van deze plek nu deel uit van de collectie van het Amsterdam Museum

 

Louis Bouwmeesterschool

Opdrachtgever: Stichting Westelijke Tuinsteden

Architect: Rienks Architecten

Aannemer: Aannemersbedrijf J.M. Putter

De jury prijst de opdrachtgever voor zijn bewustzijn van de erfgoedwaarde van deze zogenaamde H-school; een type schoolgebouw dat na de oorlog ontwikkeld is voor openbare lagere scholen in Amsterdam-West en zijn naam ontleent aan de vorm van de plattegrond, de hoofdletter H. Van de tien H-scholen zijn er nog vijf over. Door dit bewustzijn is de school van de sloop gered. Ook in stedenbouwkundig opzicht vindt de jury het positief dat het gebouw op die belangrijke plek in de buurt behouden is met ook het gebruik als school. Het plaatsen van een uit een andere school geadopteerd glas-in-lood kunstwerk getuigt van bewustzijn van erfgoedwaarde en de jury vindt het een echte aanwinst voor de school. De jury is minder gelukkig met de plaatsing van het kunstwerk achter de trap naar de verdieping. De architect heeft in vorm en materiaal geprobeerd aansluiting te vinden bij het bestaande gebouw met rode baksteen en een zadeldak. In de vormentaal is een eigentijds onderscheid gemaakt. De architect heeft de routing op een duidelijke manier opgelost. De jury mist door de uitbreiding de helderheid van de structuur van de oorspronkelijke H-school. Ook in de uitwerking mist de symbiose tussen het erfgoed en de uitbreiding. De jury constateert dat de transformatie voor de Daltonschool met zijn specifieke 21st century skills wel een verbetering is. De school kan zeer zeker tevreden zijn met dit behaalde resultaat.

 

 

Orion College Amstel

Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam

Architect: archivolt architecten, Architectenbureau Micha de Haas

Aannemer: Lokhorst Bouw en Ontwikkeling

 

Door dit initiatief van de opdrachtgever is de door de architecten Ulrich en Kamphuis in 1956 ontworpen banketbakkersschool De Berkhoff behouden. Van dit schooltype, een zuiver voorbeeld van een halschool, zijn er nog slechts enkele in Amsterdam te vinden. Het hergebruik als school op deze plek vindt de jury positief. De architecten hebben de stedenbouwkundig belangrijke ligging en de kwaliteiten van het oorspronkelijke autonome en alzijdige gebouw onderkend. De jury prijst de wijze waarop het nieuwe volume het geheel opnieuw op zijn plek zet op de op dit moment aan schaalvergroting onderhevige Wibautas. Het ontwerp van de verdubbeling van het volume maakt de kwaliteiten van het jonge gemeentelijke monument weer zichtbaar. De jury is positief over de vormgeving en de materialisering van het nieuwe volume. Ofschoon uitgevoerd met contrasterende materialen, is de uitbreiding in harmonie met het bestaande gebouw. Ook een sterk punt vindt de jury de vormgeving van de verbinding tussen bestaand en nieuw. Samen met de centrale hal vormt deze de logistieke ruggengraat van de school. De heldere structuur van de oorspronkelijke halschool is herkenbaar en behouden gebleven en is duidelijk doorgezet in het nieuwe volume. Zeer te spreken is de jury over het omgaan met de monumentale kwaliteiten zoals het weer zichtbaar maken van het authentieke, twee verdiepingen hoge fresco van kunstenaar Cornelis Dik en de ingrepen voor de nieuwe gebruiker, zoals de fraai ontworpen toegevoegde, verhoogde balustrade in de bestaande hal. Het nieuwe ontwerp heeft zich als school al bewezen. De rust en het vertrouwen die eruit spreken hebben een positief effect op de doelgroep. Een resultaat om trots op te zijn.

 

De Oude Modeschool

Opdrachtgever: Coöperatie Oude Modeschool, OPEN Development

Architect: Space&Matter

Aannemer: Vink Bouw

De twee gebouwen van de voormalige modeschool op de hoek van de Zeeburgerdijk en Djambistraat zijn gebouwd in verschillende periodes, in 1914 en 1969. De jury vindt het initiatief van de CPO-bouwgroep voor de verbouw tot 25 lofts met gemeenschappelijke ruimtes van toegevoegde waarde voor de Indische buurt. Het is een gemengde en nog steeds kwetsbare buurt. Het gegeven dat er in een buurt met voornamelijk sociale woningbouw een wooninitiatief is bijgekomen, opgezet met een coöperatieve gedachte en een collectief ideaal, is bijzonder. Inherent aan collectief particulier opdrachtgeverschap is de mogelijkheid om de bewoners hun eigen woonplek te laten creëren binnen het geheel. De jury constateert dat er bij de indeling van de lofts creatief gebruik is gemaakt van de kwaliteiten van de oorspronkelijke grote klaslokalen met hun hoge plafonds en grote raampartijen. Door ingebouwde entresols zijn er zo heuse ruimtelijke juweeltjes ontstaan. De collectiviteit was zeker aanwezig in het proces. De jury prijst deze inzet, collectief particulier opdrachtgeverschap is niet eenvoudig met zoveel partijen. Bouwtechnisch vindt de jury dat er van een duurzame transformatie sprake is. Het plaatsen van een parkeerrobot vindt de jury behalve praktisch, inventief. De jury vindt dat het programma in verhouding veel wonen bevat in relatie tot collectieve voorzieningen en constateert een contrast in de uitwerking en afwerking van de woningen ten opzichte van de gemeenschappelijke ruimtes. De jury mist ook de interactie tussen het erfgoed en de nieuwe invulling. Goed dat de oorspronkelijke modeschool behouden is en onderdeel blijft uitmaken van de historische gegroeide en diverse gevelreeks aan de Zeeburgerdijk. Dit levert samen met het nieuwe collectief een mooi tijdsbeeld op. Er is een positief initiatief bijgekomen, met een coöperatieve gedachte opgezet en een collectief ideaal. Goed voor de buurt.

 

Nominaties

 

The Garage

Opdrachtgever: Bouwinvest

Architect: Rijnboutt

Aannemer: Bouwinvest

 

 

Zonder opdrachtgeverschap met durf was er, ondanks zijn monumentale status, geen toekomst voor het Noordelijke Citroëngebouw geweest. Het door architect Jan Wils aan het Stadionplein in 1962 ontworpen gebouw heeft een adembenemende transformatie ondergaan. De jury prijst de belegger voor zijn ondernemerschap ten aanzien van het vinden van nieuwe programma´s. Ook heeft de belegger de buurt in het proces betrokken. De belegger toont zich hiermee een ware gebiedsontwikkelaar, een waardige gastheer van het Stadionplein. Het ontwikkelteam heeft de architectuur daadwerkelijk willen begrijpen. Zo hebben ze de alzijdigheid van het gebouw naar alle richtingen juist omarmd en hierdoor versterkt. De plint opent zich naar het plein en verlevendigt het. Het plein loopt door in het gebouw door de inzet van de oorspronkelijke hellingbaan en twee nieuwe atria als levensader van het hergebruik. Zij dragen het nieuwe hybride programma en fungeren als verbindend element tussen de verdiepingen in de vorm van een overdekte binnenstraat. De hellingbaan biedt, los van de ruimtelijke kwaliteiten, ruimte aan flexwerken, mogelijkheden voor ontmoeten, overleg, kennisdeling en digitaal skaten. Goed bedacht en goed uitgevoerd. De jury prijst het oog voor detail, de gedrevenheid, het vakmanschap en de uitwerkingen tot in het kleinste detail. De restauratie getuigt van grote kwaliteit. Dat is te zien aan de glazen vliesgevel die in oude luister is hersteld en tegelijkertijd voldoet aan hedendaagse eisen, het onderzoek naar en oog voor het historisch kleurgebruik, het grondige speurwerk naar de oorspronkelijke gevelbekleding en de toepassing van prachtige glazen tegels die het gebouw doen schitteren. Ook lof voor de wijze waarmee met de bestaande garagestructuur is omgegaan. Deze is zichtbaar gebleven door het creëren van doorzicht en transparantie. Wie binnentreedt, herkent direct de herkomst van het gebouw. De auto’s, showrooms en werkplaatsen zijn verdwenen, maar de sfeer van de gebruiksfuncties uit het recente verleden is knap behouden. En last but not least heeft het team voor dit alles de tijd willen nemen. Het Citroën Noordgebouw is in eer hersteld, opnieuw in de tijd gezet en gaat weer een dialoog aan met zijn omgeving. Er is ingezet op hoog ambitieniveau en dat is waargemaakt.

 

SWEETS hotel - 28 brugwachtershuisjes verspreid over de stad

Opdrachtgever: SWEETS hotel, Grayfield

Architect: Space&Matter

Aannemer: Duurzaam Gebouw

 

 

Meesterlijk vindt de jury het concept van de transformatie van de achtentwintig brugwachtershuisjes tot hotel. Het inblazen van nieuw leven in dit bijzondere industriële erfgoed door ze te transformeren tot unieke hotelkamers en minisuites, allemaal met een adembenemend uitzicht over de Amsterdamse grachten en kanalen, is vindingrijk geweest. De jury prijst de initiatiefnemers voor hun visie en de kracht van dit briljante idee. Het getuigt volgens de jury van buitengewoon goed ondernemerschap, creativiteit, overtuigingskracht en doorzettingsvermogen, ook om de juiste partijen bij elkaar te krijgen. Het initiatief, een co-creatie van architect en exploitant, is al genomen voor de crisis en nam vele jaren in beslag met wisselende politieke steun en soms tegenwerking. Het vergde veel afstemming ten aanzien van het erfgoed en met Waternet. Denkend vanuit erfgoed is het team tot een concreet plan gekomen. Lof ook voor de diepgravende studie naar de over heel Amsterdam verspreid liggende en in verschillende architectuurstijlen gebouwde brughuisjes, wat zijn weerslag heeft gevonden in de uitgave van SWEETS Een gids voor de Amsterdamse brugwachtershuisjes. Met deze fraaie gids brengen de initiatiefnemer en opdrachtgever het belang van het behoud en herbestemming van erfgoed opnieuw onder de aandacht bij een breed publiek. Geïnspireerd op de oorspronkelijke bouwstijl en met behoud van authentieke elementen is voor elk huisje een uniek interieurontwerp gemaakt. Het is geen gebruikelijk project, omdat het niet een enkel object betreft maar een verzameling van ongelijksoortige gebouwen die ongeveer gelijktijdig hun oorspronkelijke functie van brugwachtershuis verloren. Dus geen concentratie van kwaliteit op één locatie, maar met elkaar vormen de SWEETS-suites een erfgoedkaart van Amsterdam die zich laat lezen als een historisch atlas van Amsterdam bezien vanaf het water. De kwaliteit is doorgevoerd tot in de uitwerking, materialisatie en publiciteit. Het SWEETS hotel is hiermee een voorbeeldproject voor toekomstige projecten op het gebied van circulariteit en hergebruik. Met het project is wakker gekust wat er al was en niemand zag.

 

RCO House

Opdrachtgever: Koninklijk Concertgebouworkest

Architect: Team V Architectuur

Aannemer: Koninklijke Woudenberg

 

 

Een fantastische en zorgvuldige compositie vindt de jury het nieuwe onderkomen voor staf en musici van het Koninklijk Concertgebouworkest. Niet alleen het gebouw, door Berlage ontworpen in 1908 is behouden, ook is er cultureel erfgoed behouden voor de stad in de vorm van het passend en duurzaam huisvesten van een wereldvermaard orkest. De jury is van mening dat het hier gaat om een cultuurproject pur sang. De architectuur is van het hoogste niveau, tot in de finesses uitgewerkt en uitgevoerd met een ongeëvenaarde ambitie. De jury prijst het initiatief. Het is duurzaam zowel kwalitatief als functioneel, in het opdrachtgeverschap en de samenwerking van de betrokken partijen. Dit alles is mogelijk gemaakt door de belangrijke prestatie van de opdrachtgever die door adequate fondsenwerving de financiering heeft weten rond te maken. De restauratie van het voormalige schoolgebouw, nu gemeentelijk monument, is zeer zorgvuldig uitgevoerd. Veel zorg ziet de jury bij de uitbreiding terug voor de aansluiting met de omgeving. Oud en nieuw zijn in balans. Rustig, beheerst, bijna perfect. De hoge kwaliteit is te zien over de hele breedte, van groot naar klein, in de ruimtelijkheid en in de details. Zo zijn de nieuwe gevels, een herinterpretatie van de oude, op een eigentijdse manier vormgegeven. Ze spiegelen het aanzicht van de oorspronkelijke gevel. Het monument is op een krachtige verbonden met de nieuwe uitbreiding door een glazen lichtstraat. De installatietechniek maakt integraal deel uit van de architectuur. Het monumentale trappenhuis subtiele van verlichting voorzien, de akoestiek van de ensemblezaal en oefenstudio’s is ten behoeve van het multifunctionele gebruik aan te passen door draaibare wandpanelen met aan twee zijden verschillende akoestische eigenschappen. Oefenruimtes zijn akoestisch indeelbaar door verschuifbare wandpanelen. De luchtafvoeren zijn verwerkt in de plantenbakken van de groene daktuin. Dit alles getuigt volgens de jury van waar vakmanschap en laat de kwaliteiten van het oorspronkelijke gebouw volkomen in hun waarde. De gebruikte materialen zijn van zeer hoge kwaliteit. In de vormgeving en detaillering van het interieur gaan de authentieke kleuren en nieuwe kleuren een fraai samenspel aan. Ook de huisstijl van het Koninklijk Concertgebouworkest en de typografie zijn doorgezet in het interieur, soms met een knipoog. Dit geeft alles een extra verrijking en voegt nieuwe betekenissen toe. Het Koninklijk Concertgebouworkest van topniveau is nu gehuisvest in erfgoed dat op top niveau is getransformeerd. Het hergebruik van juist dit gebouw vlakbij het Concertgebouw, is van echte meerwaarde voor de hele stad. En daarom is het project RCO House volgens de jury de winnaar van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2019.

 

Het getuigt van kwaliteit in al zijn geledingen en op het hoogste niveau. Het is indrukwekkend en hartverwarmend. Een ode aan Berlage, een cadeau aan de stad, haar geschiedenis, aan de gebruikers en aan de muziek.

 

 

Geurt Brinkgreve Bokaal

De Geurt Brinkgreve Bokaal is een onderscheiding die de gemeente Amsterdam jaarlijks toekent aan het beste initiatief op het gebied van herontwikkeling of renovatie van erfgoed. De gemeente onderkent dat passende herbestemming leidt tot behoud van veel erfgoed. De prijs is vernoemd naar Geurt Brinkgreve (1917 - 2005), die streed voor het behoud en herstel van de Amsterdamse binnenstad. Voor de Geurt Brinkgreve Bokaal 2019 kwamen 65 gebouwen in aanmerking die zijn opgeleverd tussen 1 augustus 2018 en 1 augustus 2019. In oktober bezocht de jury een achttal voorgeselecteerde projecten, waaruit de nominaties en de winnaar werd gekozen. 

  


Over deze site

Disclaimer