Naar Menu

Home2011-2012Woningkenmerken en kwaliteit

Peter Jansen

 

In dit boek zijn 45 woningbouwprojecten opgenomen, die in de periode augustus 2011 tot en met juli 2012 zijn opgeleverd. In totaal zijn dat 3.291 woningen, ongeveer 300 meer dan het jaar ervoor, maar wel veel minder dan in 2010-2011 toen er 6.247 woningen werden opgeleverd. Ook het aantal projecten laat de afgelopen jaren een dalende trend zien.

Kenmerken en kwaliteit

Aantal woningen

De meeste woningen zijn opgeleverd in de nieuwbouw. Bij slechts vijf projecten - Anjelierstraat, Schoolstraat, Landlust, Commelin en Daalwijkflat - gaat het om vernieuwbouw van in totaal 338 woningen. Dus in 90% betreft opgeleverde nieuwbouwwoningen. Bij vijf van deze nieuwbouwprojecten waren de toekomstige bewoners direct betrokken bij de indeling en de uitrusting van de woningen.

De afgelopen jaren werden in stadsdeel Nieuw-West de meeste nieuwbouwwoningen opgeleverd. Dit jaar valt de eer toe aan stadsdeel West met een totaal van 822 woningen.

In vergelijking met 2010 zijn er veel minder projecten en ook minder woningen opgeleverd. Toen ging het om maar liefst 6.247 woningen verdeeld over 85 projecten. Dat waren grotendeels nog projecten die voor de crisis waren gefinancierd. Vanaf 2011 is de recessie ook in de opleveringen dus goed merkbaar, en voorlopig is daar nog geen verandering in te bespeuren.

 

 Stadsdeel   aantal woningen   aantal projecten
 Centrum  173   5 
 West  822  6 
 Nieuw-West  375  7 
 Zuid  75  3 
 Zuidoost  467  4 
 Oost  645  11 
 Noord  695  8 
 Totaal  3.252  44 

 

Nieuwbouw en vernieuwbouw

Bij vernieuwbouw gaat het vooral om opgeleverde woningen in de sociale huursector, waaronder 115 zeer duurzame appartementen in Daalwijk in stadsdeel Zuidoost die omgebouwd zijn tot studenteneenheden en 187 gerenoveerde monumentale portiekflats De Koningsvrouwen van Landlust. In de nieuwbouw is 31% van de woningen opgeleverd in de sociale huursector, eenzelfde deel in de markthuursector en 38% in de marktkoopsector.

 

 

Appartementen en eengezinswoningen

Negentig procent van de opgeleverde woningen is een appartement. Hiervan is ruim 40% in de sociale sector gerealiseerd, een percentage dat ongeveer gelijk is aan dat van vorig jaar. Van de 310 eengezinswoningen is het merendeel opgeleverd in de marktkoopsector (58%). Bij enkele projecten is later bekend geworden dat een deel van de appartementen alsnog in de markthuursector is opgeleverd. Omdat nog niet bekend was om welke woningtypen dit gaat, zijn deze woningen in de volgende figuren als koopwoningen beschouwd. Een derde van de eengezinswoningen is in de sociale sector gerealiseerd. Dat is net iets meer dan de 30% het jaar daarvoor.

 

 

Woninggrootte

De opgeleverde nieuwbouw koopappartementen hebben een gemiddelde grootte van 99 m² en zijn even ruim als de opgeleverde woningen in de markthuur. De nieuwbouwappartementen in de sociale sector zijn met een gemiddelde gebruiksoppervlakte van 75 m² beduidend kleiner. De nieuwbouw eengezinswoningen in de koopsector hebben een gemiddelde woninggrootte van 139 m². Er zijn in twee projecten nieuwbouw eengezinswoningen gerealiseerd. Deze hebben een gemiddelde woninggrootte van 128 m². De nieuwbouw eengezinswoningen in de sociale huursector hebben een gemiddeld oppervlakte van 124 m². De woningen in de vernieuwbouw bestaan grotendeels uit appartementen in de sociale huur en hebben een gemiddelde woninggrootte van 73 m² In onderstaande figuur is de woninggrootte voor alle woningen gegeven voor enkele criteria.

 

 

Aantal kamers

Dertig procent van de opgeleverde woningen in de marktsector heeft vier of meer kamers. In de sociale sector is dit niet anders. Een- en tweekamerwoningen komt in de sociale sector vaker voor dan in de marktsector. In de marktsector is het merendeel als een driekamerwoning opgeleverd. De studentenwoningen in Daalwijk zijn voornamelijk vier- en vijfkamerwoningen, maar worden door meerdere studenten bewoond. Van de nieuwbouwappartementen is 65% een driekamerwoning en heeft 20% vier of meer kamers. Alle nieuwbouw eengezinswoningen hebben meer dan drie kamers.

 

 

Bergruimte

In de bestaande bouw beschikt 90% over een bergruimte, 8% heeft geen bergruimte en 2% alleen een gemeenschappelijke bergruimte. Bij de nieuwbouw beschikt 64% over een aparte bergruimte, waarbij het merendeel over een grote (meer dan 3 m²) bergruimte. De projecten Hof van Eland, Oostpoort en Sint Willibrordusstraat hebben helemaal geen bergruimte buiten de woning.

 

 

Buitenruimte

De buitenruimten in de bestaande bouw zijn bijna allemaal groot (meer dan 3 m²). In de nieuwbouw beschikt 81% over een privé buitenruimte, waarvan de meeste groot zijn. Van de opgeleverde nieuwbouwwoningen beschikt 16% niet over een buitenruimte. In vergelijking met vorig jaar nam het aantal nieuwbouwwoningen met privébuitenruimte snel toe. Toch is er een project, Nieuw Argentinië, waarbij maarliefst 87% van de appartementen geen buitenruimte heeft.

 

 

Aanpasbaar bouwen

De doelstelling van de gemeente is om zoveel mogelijk woningen toegankelijk en bruikbaar te maken voor rolstoelgebruikers. Hiervoor is in de Basiskwaliteit Woningbouw Amsterdam een aantal richtlijnen opgenomen, zoals het vermijden van drempels en minimale afmetingen van gangen, de hoofdslaapkamer en de badkamer. Om naleving hiervan te bevorderen is met de corporatiesector een prestatieafspraak gemaakt. Deze houdt in dat tenminste 80% van alle eenlaagse appartementen aan een lift of op de begane grond ‘aanpasbaar’ wordt gebouwd. Voor aanpasbare marktwoningen stelt de gemeente een subsidie van Є 500 per woning beschikbaar.

 

Dit jaar is 61% van alle opgeleverde nieuwbouwwoningen aanpasbaar uitgevoerd. Hiermee herstelt het aandeel aanpasbare woningen zich van het dieptepunt van vorig jaar (52%) naar het niveau van de jaren ervoor.

 

Onder de opgeleverde nieuwbouwwoningen bevinden zich 2.390 eenlaagse appartementen op de begane grond of eenlaagse etagewoningen ontsloten met een lift. In de Basiskwaliteit Woningbouw Amsterdam is vastgelegd dat deze woningen aanpasbaar moeten zijn. Met een aanpasbaarheidspercentage van 62% is de score – na een opleving van vorig jaar – weer iets gedaald. De prestatieafspraak met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties om 80% van de eenlaagse sociale huurwoningen aan lift of op begane grond aanpasbaar te bouwen, is dit jaar met 88% daarmee ruim gehaald.

 

Eenlaagse nieuwbouwappartementen op begane grond of aan lift

(deze woningen zouden aanpasbaar moeten zijn volgens Basiskwaliteit)

 

 sector   aanpasbaar  totaal 
 sociale huur  731  88%  834
 markthuur  337  48%  695
 vrije sector koop  425  49%  861
 Eenlaagse appartementen  1.493  62%  2.390

 

Energiezuinig bouwen

Bij de bouwaanvraag moet worden aangegeven welke energieprestatie het gebouw zal leveren. Hoe lager de Energie Prestatie Coëfficient (EPC) des te minder benodigde energie zal zijn.

 

Bijna twee derde van de recent opgeleverde nieuwbouw voldoet maar net aan de wettelijke toegestane EPC van 0,8 (deze norm gold wanneer de bouwaanvraag voor 1 januari 2011 werd gedaan). Een derde voldoet niet aan deze norm. Kennelijk zijn dit projecten met een oude bouwvergunning. Bouwaanvragen die vanaf 1 januari 2011 werden gedaan gold een lagere EPC van 0,6. Deze wordt nog door geen enkel opgeleverd woningbouwproject gehaald.

 

Dit beeld wordt bevestigd als we naar de isolatie van de woningschil (gevel, dak en begane grondvloer) kijken. Ook hier wordt precies gedaan wat minimaal nodig is om aan de wettelijke eisen te voldoen. Een uitzondering is het project Het Klaverblad in Zuidoost, dat vooruitloopt op de nieuwste eisen op dit gebied. Het project is ondermeer daardoor een van de genomineerden voor de Amsterdamse duurzaamheidsprijs de Groene Speld. Een kleine 20% voldoet niet aan de minimale norm. Ook hier weer zijn dat projecten met een oude bouwvergunning.

Tweederde van het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen is aangesloten op stadswarmte. Vorig jaar was dat driekwart. Stadswarmte blijft daarmee de belangrijkste energiebron in de nieuwbouw. Bij bijna de helft van de nieuwbouwwoningen is lage temperatuurverwarming toegepast met een aanvoertemperatuur van maximaal 55°C.

In de nieuwbouw wordt in ruim de helft van de opgeleverde woningen mechanische ventilatie toegepast. Vorig jaar werd balansventilatie het meest in de nieuwbouw gebruikt. Ruim driekwart van de woningen werden hiermee uitgerust. Dit jaar is dat ruim 20%. Dat is een opvallende daling. Kennelijk zijn veel opdrachtgevers geschrokken van de negatieve verhalen over balansventilatie en zocht men naar andere oplossingen. In de Six Oaks is vraaggestuurde ventilatie toegepast op basis van CO2- meting in iedere ruimte.

 

Duurzaam materiaalgebruik

Duurzaamheid is een wezenlijk onderdeel van het gemeentelijke bouwbeleid. Opdrachtgevers komen in aanmerking voor een Basiskwaliteitsubsidie van Є 1.000,- per woning voor duurzaamheid als zij aantonen lage temperatuur verwarming te hebben toegepast, zink dat in contact komt met regenwater te hebben gecoat en alleen hout met FSC-keurmerk te hebben gebruikt. Zie ook www.fsc.nl en info.fsc.org.

 

Zink en thermisch verzinkt staal

Van de 44 geregistreerde projecten hebben 9 projecten aangegeven zink of thermisch verzinkt staal te hebben toegepast in de gevel. Daarvan is het zink of verzinkte onderdeel bij 7 projecten afgedekt met schilderwerk of poedercoating, zoals gevraagd in de Basiskwaliteit. Bij dakbedekking is dat: 7 projecten waarvan in 2 gevallen geschilderd/ gecoat, bij hekwerken 29 projecten waarvan 24 geschilderd/gecoat, bij goten 5 waarvan 0 en bij regenpijpen 5 projecten waarvan 2 geschilderd/ gecoat. Het beschermen van het onderdeel tegen het afspoelen van zink gaat dus alleen de goede kant uit bij de gevels en hekwerken. De overige onderdelen worden ondanks de gestelde richtlijnen in de Basiskwaliteit onvoldoende afgedekt.

 

Tropisch Hardhout: gevelkozijnen

Meranti als houtsoort is nog steeds de grote favoriet, het is in 75% van de projecten met hardhout toegepast. De formulieren met informatie over de toegepaste materialen (wel of geen hardhout, wel of geen keurmerk) zijn niet erg zorgvuldig ingevuld. Maar liefst tien van de 44 projecten (476 woningen van de 3.252 in totaal) hebben helemaal geen informatie aangeleverd over het toegepaste gevelkozijnmateriaal. Vijf projecten (182 woningen) vermelden de toepassing van gecertificeerd hardhout maar ze vermelden geen of een niet bestaand CoC-nummer. Maar 3 projecten (176 woningen) hebben geen hardhout toegepast.

 

Slechts 7 projecten voldoen volledig door de toepassing van gecertificeerd tropisch hardhout, het gaat dan om 606 woningen van de 3252. Nog eens 10 projecten (goed voor 1.019 woningen) passen hardhout toe met een bestaand certificaatnummer, maar dat CoC-nummer hoort niet bij de hoofdaannemer. Aangezien er geen informatie is geleverd over de betreffende onderaannemer, bij wie het opgegeven CoC-nummer mogelijkerwijs behoort, kan niet worden vastgesteld of het hout voldoet aan de FSC-certificering. Tenslotte zijn er nog 7 projecten die onverbloemd er voor uit komen, dat ze tropisch hardhout hebben toegepast zonder FSC-keurmerk; het gaat dan om grotere projecten met in totaal 603 woningen. Daarnaast zijn er nog twee projecten waarin Europees hardhout is toegepast, helaas ook zonder FSC keurmerk; het gaat daarbij om 190 woningen.

 

De conclusie is dat er aantoonbaar voor 606 woningen in 7 projecten gecertificeerd hardhout is toegepast tegen 793 woningen in 9 projecten waar hardhout zonder certificering is toegepast. Naast de twijfels bij de overige 25 projecten zonder of niet te controleren informatie (met 1.677 woningen) is dit nog steeds een bedroevend resultaat.

 

Tropisch hardhout: overige onderdelen

Bij alle projecten tezamen zijn in 21 gevallen hardhouten onderdelen aan of in de woning toegepast, zoals gevelbekledingen, terrasdelen of hekwerken. Slechts in 8 van deze 21 gevallen is een CoC-nummer vermeld, waarvan er slecht 4 aantoonbaar juist zijn.

 

Het resultaat dit jaar met betrekking tot het toepassen van het tropisch hardhout is slechter dan in het afgelopen jaar toen bij 45% van de woningen met een CoC-nummer werd aangetoond dat FSC-hout was toegepast. Het resultaat is door de jaren heen dus nog steeds onvoldoende.

 

Het FSC-keurmerk van hardhout is eenvoudig aan te tonen. Op de factuur van het hout of het houten product dient vermeld te zijn in welk project het product wordt aangebracht en wie de (hoofd)aannemer is. Op de factuur dient het CoC-nummer van de (hoofd-)aannemer vermeld te staan. Daarmee is geborgd dat elke partij in deze bouwketen is aangesloten aan de Chain of Custody. De laatste in de rij is steeds verantwoordelijk voor de controle van het CoC-nummer van voorgaande partij. Architecten die gecertificeerd hout in hun bestek voorschrijven, geven aan dat de controle op de toepassing van gecertificeerd hout in het bouwproces lastig is, omdat zij veelal geen directievoerende taken uitvoeren en opdrachtgevers ook het zicht niet (voldoende) hebben op wat er daadwerkelijk in de bouw wordt toegepast. Wellicht speelt mee dat de directievoerders, aannemers en anderen in de bouwketen, zich onvoldoende verdiept hebben in de systematiek van de FSC-certificering of daar onvoldoende belang aan hechten. Ook kan het zo zijn dat zowel opdrachtgevers en architecten FSC-hout wel voorschrijven in hun bestek, maar dat de aannemer, bewust of onbewust, toch kiest voor vaak goedkoper ongecertificeerd hout. Het gebruik van duurzaam gekapt hout is een verantwoordelijkheid van meerdere schakels in het bouwproces en iedereen zou elkaar moeten aanspreken op zijn taak. Het moge duidelijk zijn dat het niet zomaar vanzelf gebeurt, en dat er nog meer bewustzijn voor nodig is om de bedroevende cijfers van dit jaar in de andere richting om te buigen.

 

Naaldhout

Bij de alle projecten tezamen zijn in 37 gevallen naaldhout gebruikt voor balken, timmerwerk en toepassingen buiten de woning. Bijzonder is dat in 3 gevallen hier onterecht Meranti wordt genoemd alsof dat naaldhout zou zijn. In 24 gevallen is er een CoC-nummer opgegeven, waarvan er 12 is aangetoond dat het gecertificeerd is via de hoofdaannemer. In 6 gevallen is het CoC-nummer niet bestaand of niet correct, in de overige gevallen gaat het om een CoC-nummer van een houthandel.

 

 FSC gecertificeerd met geverifieerde CoC-nummer  
  •  De Punt Noord
  • De Zeven Provinciën
  • Noordkaap
  • De Koningsvrouwen van Landlust
  • Piri Reïs
  • De Tweeling

 

 FSC met oncontroleerbaar CoC-nummer

  • Oosterdokseiland
  • HVDN
  • Oosterdokseiland
  • Maccreanor Lavington
  • De Banne
  • Marjoleinterrein
  • De Zeearend / Willem Barentsz
  • Noordermare
  • Schoolstraat
  • LommerRijk Blok A-D
  • De Tribune
  • De Drie van Commelin
  • Nieuw Argentinië
  • Karspelhof - Fase 2

 

 FSC hout met onjuist CoC-nummer - Het Klaverblad

  • Het Klaverblad

 

 FSC hout zonder CoC-nummer 

  • Anjeliersstraat
  • Haveneiland Oost Blok 46c
  • Haveneiland Oost Blok 57c
  • Haveneiland Oost Blok 61c

 

 Hardhout zonder FSC

  • Haarlemmerplein
  • Hof van Eland
  • Oranjekwartier - Fase 2
  • Azul
  • De Wending
  • Six Oaks
  • De Kameleon

 

 Europees hardhout zonder FSC
  • De Banne
  • Kadoelerbreek
  • The Glass House
  • Haveneiland Oost Blok 61b

 

 Geen (juiste) info over toegepaste (gevelkozijn) materialen 
  • Delflandplein
  • De Raak
  • Hof van Socrates
  • Bij Pieter
  • De Bongerd
  • Oostpoort Blok 12b
  • Daalwijk
  • Sint Willibrordusstraat
  • Menno Simonshuis II

 

 Geen hardhout
  • Steigereiland Zuidbuurt Blok 128
  • Haveneiland Oost Blok 64

 

  


Over deze site

Disclaimer