Naar Menu

Home2011-2012Zuiderkerkprijs 2012

Suzanne Mulder

Zuiderkerkprijs 2012

Op 10 oktober heeft de jury van de Zuiderkerkprijs 2012, bestaande uit Arnold Reijndorp (voorzitter), Tom Frantzen en Suzanne Mulder elf projecten bezocht die door het OGA waren voorgeselecteerd voor de Zuiderkerkprijs 2012. De jury was verheugd over de gedrevenheid en de hoeveelheid hartstocht waarmee er aan alle projecten gewerkt is en de over het algemeen hoge kwaliteit die daarmee tot stand is gekomen.

 

Ondanks de vaak complexe opgave, de altijd aanwezige commerciële

belangen en het moeizame ontwikkelingsproces spatten passie en vakmanschap uit de resultaten naar voren. De jury heeft bij de beoordeling van de projecten gekeken naar de architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit van het project, en naar de betekenis voor de stad. Daarbij kwamen vanzelfsprekend ook aspecten aan bod als het programma, de typologie, materialisatie en de toepassing van duurzaamheid in meerdere betekenissen. Dit rapport beschrijft eerst de bevindingen van de jury per project, in de volgorde waarin de projecten bezocht zijn (in willekeurige volgorde dus). Daarna wordt de keuze van de drie nominaties en de winnaar nader toegelicht.

 

De jury

 


De jury van de Zuiderkerkprijs 2012 bestond uit stadssocioloog Arnold Reijndorp (voorzitter), hoogleraar Universiteit van Amsterdam met aandachtsgebied ‘Sociaaleconomische en ruimtelijke ontwikkelingen van nieuwe stedelijke gebieden’ en onderzoekscoördinator van het International New Town Institute; Suzanne Mulder (verslaglegger), conservator en redacteur; Tom Frantzen, Frantzen et al architecten en winnaar Zuiderkerkprijs 2011. De jury werd ondersteund door Sabine Lebesque, architectuurhistoricus en adviseur van het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam.

 

De Prijs

De vijftiende Zuiderkerkprijs is gemaakt door beeldhouwster Henny van der Meer. De prijs is in drievoud gemaakt; een voor de architect, een voor de opdrachtgever. Een derde exemplaar blijft in bezit van OGA, waaruit zo langzamerhand een bijzondere collectie van heel verschillende objecten van verschillende kunstenaars is ontstaan.
Henny van der Meer (1951) wist al van jongs af aan dat ze beelden zou gaan maken. Ze groeide op in het Westland en werkte als kind in de kassen tussen de tomaten, druiven en chrysanten. Dit heeft zeker invloed gehad op haar latere interesse voor groeiprocessen. Op de kunstacademie in Utrecht ontdekte ze dat ze zowel grafisch als ruimtelijk was ingesteld. Ze wilde tekenen, maar dan in de ruimte. Ook was ze geïnteresseerd in techniek.
Op de LTS haalde ze een lasdiploma en vanaf dat moment, heeft ze alleen maar met staal gewerkt. Het is een materiaal waarmee ze kan bouwen en tekenen tegelijk. Ze knipt platen staal van drie millimeter dik in kleine stripjes en last deze vervolgens aan elkaar. Door elektrisch te lassen ontstaat een mooie huid op het werk. Kleur en textuur spelen een belangrijke rol in haar oeuvre. Door deze manier van construeren kan ze met zwaar materiaal een licht en zwevend beeld maken. Veel van haar werken zijn wandobjecten met een driedimensionaal volume. Het beeld dat ze heeft gemaakt voor de Zuiderkerkprijs kan hangen, staan of liggen.
Het werk van Van der Meer gaat vaak over de wisselwerking tussen mens en natuur. Als het zaad wortel schiet en daar vervolgens een stam uit groeit, die weer vertakt, is het duidelijk dat de een niet zonder de andere kan. Zonder zaad geen wortels. Zonder wortels geen stam en takken. De mens probeert invloed uit te oefenen op deze groeiprocessen: ze snoeit, knipt en verpot. Over deze invloeden van buitenaf heeft de plant geen zeggenschap. Onder haar handen groeit stap voor stap uit kleine stukjes staal een beeld. Zo ontstaan er bollen waaruit een blad ontkiemt en woekeren vertakkingen tot verdichte weefsels. Waar nodig knipt en snoeit, of perst ze het in vormen, soms in rechte lijnen. De uitdaging zit hem voor Van der Meer in het maken van een licht bijna zwevend beeld uit een zo zwaar materiaal als staal. Het beeld lijkt door te groeien, als zichtbaar gemaakte tijd. Henny van der Meer werkt in een oude smederij in Culemborg, waar ze autonome werken maakt. Soms werkt ze in opdracht, zoals deze keer voor het maken van de Zuiderkerkprijs 2012.

Voor meer informatie: www.hennyvandermeer.com

 

Elf projecten

 

Miles Building

Bedaux de Brouwer Architecten met Bouwfonds en ERA Contour
Het Miles gebouw is een interessant voorbeeld van een ‘urban villa’, van gestapelde luxe appartementen op de Zuidas. Het is het resultaat van het streven van de gemeente om meer woningbouw op deze toplocatie te realiseren. Het project is ook een voorbeeld van ‘old school’ projectontwikkeling: topdown en marktgestuurd, op basis van de wensen van de partijen.
De ‘International Style’ van het gebouw is on-Amsterdams, maar past perfect bij de plek. De jury vraagt zich wel af of dit het stedelijk wonen is waar Amsterdam op deze locatie naar op zoek is. Waarom zouden de woongebouwen zich zo nadrukkelijk door een kleinere schaal moeten onderscheiden van de rest van de gebouwen op de Zuidas?
De zeer ruime appartementen zijn aantrekkelijk door de hoge plafonds en de verdiepingshoge ramen. De plattegronden zijn echter vrij standaard, ondanks de oppervlakte. Dit roept de vraag op voor welke specifieke doelgroep deze woningen eigenlijk bedoeld zijn. Ook merkt de jury op dat de nadruk vooral ligt op de kwaliteit van de appartementen. De collectieve ruimten in het gebouw, zoals de hal en de toegang naar de lift, zijn van mindere kwaliteit en contrasteren met de luxe uitstraling van de rest. Onduidelijk is ook wat het collectieve, open binnenhof toevoegt aan het woongenot van zowel de bewoners van de aanliggende splitlevel appartementen die vanaf de straat worden ontsloten als de bewoners van de appartementen op de hoger gelegen verdiepingen.

 

De Kameleon

NL Architects met De Key

Dit grote combinatiegebouw – onderdeel van de stedelijke vernieuwing van de Bijlmer - omvat een ingenieuze stapeling van winkels, parkeren, wonen en een binnentuin. De manier waarop de enorm lange gevelwand aan de straatzijde, met de winkels op de begane grond, is geactiveerd en gedifferentieerd, is opmerkelijk. Door de gekartelde vorm van de wand wordt de schaal van de winkels - die allemaal vanaf de straat toegankelijk zijn - verkleind. Ook de integratie van de bovengrondse parkeer garage op de tweede en derde verdieping in het gebouw vindt de jury geslaagd. De woningen boven de parkeerverdiepingen hebben grote, zigzaggende balkons.
De hoogbouw aan de kop vormt een stedelijk accent aan de metrozijde. Verschillende typologieën zijn in deze toren ingepast. Terwijl de woningen tot het midden en lage segment behoren, straalt het complex een zekere luxe uit. Het materiaalgebruik aan de buitenkant (goudkleurige bakstenen) draagt daaraan bij en is tegelijk een knipoog naar de ‘bling bling’ van de Bijlmer. Terwijl de stedelijke vernieuwing van de Bijlmer de afgelopen jaren vooral veel laagbouw betekende, is dit een stoer, groot gebouw, dat zich kan meten met de schaal van de oorspronkelijke hoogbouw in de Bijlmer en deze tegelijk nuanceert en verfijnt. De jury is ook verrast door de binnentuin met rivier, gelegen op de parkeerverdieping. Enerzijds is de binnentuin intiem en rustig, anderzijds, doordat het op de gelijke hoogte van de metro ligt en (door de grote uitsparing in de hoogbouw) daarmee visueel in verbinding staat, is de sfeer grootstedelijk. Wel maakt de jury een opmerking over de matige afwerking en ‘koele’ materialisering van de binnenhof.

 

Haveneiland Oost Blok 46c

Korth Tielens Architecten met Ymere

Met dit project wordt op een slimme manier de blokkenstructuur van het stedenbouwkundige plan van IJburg aangepast: door het woonblok negentig graden te draaien ontstaat er een nieuw openbaar plein tussen het woongebouw en het tegenovergelegen schoolgebouw. Dit plein - zowel openbaar plein als schoolplein - is nadrukkelijk meegenomen in het ontwerp. Simpele elementen, zoals de betonnen cilinders om op te zitten of mee te spelen, vormen een schijnbaar abstracte compositie. De jury kon tijdens het speelkwartier met eigen ogen vaststellen hoe deze compositie op ongemerkte wijze het gebruik van het plein reguleert. Het blok zelf bestaat volledig uit sociale woningbouw, wat tegenwoordig een uitzondering is.

De woningen zijn ruimtelijk interessant, met opvallend grote balkons of terrassen aan de rustige zijde van het blok. Ook de collectieve ruimten in het gebouw zijn met veel aandacht ontworpen. Met eenvoudige middelen, zoals zichtlijnen en een zorgvuldige plaatsing van ramen, is op een ontspannen en genereuze wijze ruimte gemaakt. Ook de aandacht voor de overgangen tussen de woningen en de openbare ruimte is opmerkelijk. De galerijwoningen zijn afgeschermd door golvende hekken, die niet alleen een heel esthetische wand opleveren, maar ook de ruimtelijkheid van de galerijen vergroot. Minder enthousiast is de jury over de manier waarop die zone is vormgegeven bij de woningen in de plint. Deze hebben een stoep aan de voorzijde – een zone die bedoeld is om in bezit te worden genomen door de bewoners. Of het gekozen materiaal daar ook toe uitnodigt, is twijfelachtig.

 

Oosterdokseiland

HVDN Architecten met Bouwfonds

Het luxe appartementengebouw ontworpen door HVDN architecten op het Oosterdokseiland maakt veel indruk op de jury. Dit gebouw is de ‘kleinste puzzel’ binnen het stedenbouwkundige masterplan van EEA architects, een plan dat bestaat uit blokken met een hoge dichtheid, doorsneden met smalle stegen en binnenplaatsen. Het is duidelijk dat de mogelijkheden en gegevenheden van de veelhoekige kavel tot het uiterste zijn benut, en verrassende en ongebruikelijke ruimtevormen heeft opgeleverd. Zo vereiste het stedenbouwkundig plan een fysieke splitsing van het gebouw in twee volumes. De architecten hebben deze splitsing opgevat als een ‘kloof’ die optimaal is ingezet en een prachtige entree vormt. In deze kloof lopen straat en gevelwand van buiten naar binnen door. De appartementen hebben verschillende, heel specifieke vormen en zijn tegelijkertijd ruim en licht. De woningen hebben allen een wijds uitzicht over de binnenstad. Door de grote glasopeningen van vloer tot plafond - die volledig open te vouwen zijn - wordt deze kwaliteit optimaal gebruikt. Het is verrassend hoe je in het gebouw en de appartementen niks merkt van het feit dat het hier gaat om een relatief kleine kavel. Ook de zeer luxe afwerking van de collectieve ruimten is kenmerkend. De jury merkt op dat het gebouw op excellente wijze zijn ‘eigen’ opgave oplost. Het is de vraag of dit gebouw ook een groter, collectief belang dient. Misschien beter: ook exemplarisch is voor de stedelijke opgave van duurdere appartementen

 

De Zeven Provinciën

Jo Coenen & Co Architekten met Overhoeks

Ook het woongebouw Overhoeks bestaat uit luxe appartementen. De jury is gecharmeerd van de manier waarop met dit gebouw de blokkenstructuur van het stedenbouwkundige plan van Overhoeks als het ware gecorrigeerd wordt. Het orthogonale, symmetrisch stratenplan met blokvormige gebouwen – zoals voorgeschreven in het stedenbouwkundige plan – wordt op een paar punten doorbroken. Zo is op de begane grond een brede poort als ingang gecreëerd. In plaats van een rechthoekig blok, is bij dit gebouw gekozen voor een gebogen lijnenspel. Het resultaat is een expressief gebouw, dat meer bewoners bezonning en uitzicht biedt. Er is veel aandacht voor het architectonische beeld. De jury is van mening dat dit soms ten koste gaat van de kwaliteit van de afzonderlijke appartementen en de collectieve ruimten in het gebouw. De afwerking van vooral de binnenruimten en de woningplattegronden vallen enigszins tegen. Zo hebben enkele appartementen geen buitenruimte aan de water- en zonzijde omdat hiermee de vloeiende lijnen van de gevel zouden worden onderbroken. De jury kan voor deze keuze weinig begrip opbrengen.

 

LommerRijk Blok A-D

Wingerder Hovenier Architecten met Kolenkitbuurt Zuid en Rochdale

De jury heeft waardering voor de manier waarop het blok LommerRijk de bestaande stedenbouwkundige structuur van Bos en Lommer volgt, en voor het specifieke gebruik van baksteen dat in de hele wijk is toegepast. De architectuur is terughoudend, statig en klassiek in de goede betekenis, zonder nostalgisch te worden. Hetzelfde geldt voor het privé overgangsgebied tussen het wonen en de straat, waarin de woningen door trappen worden ontsloten. De verhoogde plint verleent het wonen een ‘klassieke’ relatie met de straat; betrokken maar op enige afstand. Verrassend is ook de kwaliteit van de collectieve tuin met een openbare hof: mooi vormgegeven en met duidelijk plezier en toewijding in bezit genomen door de bewoners en gebruikers. Het complex bestaat uit een groot aantal woningtypen (194 verschillende typen) zodat veel verschillende woonwensen gehonoreerd kunnen worden terwijl het gebouw zich architectonisch en stedenbouwkundig toch heel rustig voegt in de repetitieve karakteristiek van de bestaande wijk eromheen.

 

De Tribune

Claus en Kaan Architecten met De Stadstuinen

Dit oorspronkelijk als kantoorgebouw bedoelde 200 meter lange gebouw - dat tegelijkertijd een geluidsscherm vormt tussen de A10 en de achterliggende wijk - omvat studentenwoningen, zorgwoningen, woning voor woongroepen en enkele bedrijfsruimten. De jury is onder de indruk van de menging van sociale functies die hier tot stand is gebracht en van de creatieve manier en de flexibiliteit waarmee de betrokkenen het steeds veranderende programma op deze buitengewoon lastig locatie telkens hebben weten te incorporeren. Programma en gebouw zijn beheersbaar gemaakt door de verticale geleding van het gebouw. Het sociaal-maatschappelijke aspect van dit project blijft echter vooral programmatisch en is minder uitgekristalliseerd in de uitwerking van het gebouw. Zo is de jury kritisch over de kwaliteit van de architectonische details en de afwerking van vooral het interieur. Hier is zowel de ‘liefde voor architectuur’ als voor de (kwetsbare) bewoners minder zichtbaar en ontstaat de ervaring dat het een groot project van grote organisaties is, waarbij het realiseren van het concept voorop stond en details minder belangrijk. De jury vraagt zich naar aanleiding van dit project ook af of het wel een voordeel is om programmatisch zoveel daadwerkelijk te mengen in één groot gebouw. Het is wel een doeltreffend vehikel om samenwerking tussen verschillende partijen tot stand te brengen, zoals dit project laat zien. Maar de contradictie doet zich voor, dat als de samenwerking eenmaal op gang is gebracht, het beoogde integrale gebouw misschien niet meer nodig is omdat zich dan kleinschaliger opties kunnen aandienen. De jury vraagt zich ook af of het - als men dan kiest voor een grootschalig combinatiegebouw - niet geslaagder zou zijn als ook meer commerciële functies hier een plek zouden krijgen.

 

Delflandplein

Architectenbureau Paul de Ruiter met De Key

Dit project is onderdeel van de stedelijke vernieuwing van de Delflandbuurt, bedoeld om van deze buurt weer een aantrekkelijke woonomgeving te maken, met meer sociale cohesie en werkgelegenheid. Het project bestaat uit een samengesteld programma waarbij 71 sociale en aangepaste huurwoningen zijn gecombineerd met een brede school, een peuterspeelzaal, een kinderdagverblijf, een muziekatelier en een buurtontmoetingsruimte.Opvallend is onder meer de groene gevel en de diversiteit aan kwalitatief goede woningen. Op plintniveau is een begroeide gevel ontworpen: de houten constructie dient als ondergrond voor begroeiing die in de zomer o.a. zorgt voor koeling en optimale ventilatie. De woningen beschikken over een loggia of over een ruim balkon. De jury waardeert ook de inpassing van de school in het blok. Voor de buurt vervult deze nieuwe brede school een belangrijke functie. Ook buiten de schooltijden om zal het gebouw gebruikt worden voor diverse buurtactiviteiten. De school heeft een prominente plek aan het stedelijk plein, waarvan een deel op informele wijze als speelplaats dienst doet. Daarnaast heeft de school, binnen de beschutting van het blok, een groene speelplaats, die de kinderen van de school een plek biedt om beschermd buiten te spelen. De school als centraal punt vergroot de leefbaarheid van de buurt, en omgekeerd kan de buurt een belangrijke ondersteuning zijn voor de school.

 

Piri Reïs

Breitman - Breitman met Stadgenoot

Dit woningcomplex met 110 appartementen (combinatie van koopen huur, inclusief enkele sociale huurwoningen) is opvallend door de monumentale, on-Amsterdamse opzet en het uitbundige gebruik van ‘klassieke’ architectuurelementen zoals pilasters, kroonlijsten, timpanen, zuilen en kapitelen. De meeste appartementen zijn in relatief korte tijd verhuurd of verkocht, wat wijst op een scherpe prijs in combinatie met de waardering door de bewoners. Het is te prijzen dat het complex, ondanks de roerige en lange ontwikkeltijd van bijna 10 jaar (o.a. door protesten bewoners tegen bouw van de hier ook geplande moskee), er toch is gekomen. De jury is kritisch over de (té) pompeuze monumentaliteit van het complex aan de voorzijde die qua sfeer en stijl niet aansluit bij de omgeving. De jury vraagt zich daarbij af of de historiserende architectuur de historische leesbaarheid van de stad op deze plek niet te zeer bemoeilijkt en of je nog wel arbitrair kunt zijn in je stijlkeuze wanneer je aansluit op een bestaande historische context. De achterzijde – met de balkons, galerijen en ruim opgezette terrassen – is aangenamer. De details, als het stalen hekwerk, de stalen balken, de houten kozijnen en de houten galerijen met terrassen, zijn sfeervol en vallen duidelijk in de smaak bij de bewoners. De jury ziet met genoegen hoe bewoners zich deze plekken hebben toegeëigend en gezellig hebben gemaakt. De jury merkt wel op dat op het niveau van afwerking en detaillering, zoals het voegwerk en metselwerk, ondermaats is. Juist bij dit soort historiserende architectuur zijn ambachtelijk vakmanschap en een goede detaillering een vereiste.

 

Hof van Eland

Bastiaan Jongerius Architecten met Vereniging Elzes

Het project, dat bestaat uit zes wooneenheden, is een voorbeeld van collectief particulier opdrachtgeverschap ‘avant la lettre’. Het is opgestart in een tijd dat de overheid hier nog niet haar pijlen op gericht had met aantrekkelijke voorwaarden en ondersteuning. Het perceel is aan de randen bebouwd. Daarbinnen bevindt zich een alleen voor de bewoners toegankelijk hof. De twee woningen aan de Elandsstraat zijn zorgvuldig opgenomen in het bestaande gevelbeeld. Achter de deur bevindt zich een steeg naar de binnentuin. Hieraan liggen drie paviljoenachtige woningen, die met houten trappen zijn te bereiken. De voordeuren en geveltuintjes van deze woningen liggen in de Lijnbaanstraat. Dit doodlopende smalle straatje is door dit project nieuw leven ingeblazen. De woningen hebben een prettige atmosfeer en zijn ondanks de onderlinge overeenkomsten zeer specifiek naar de wensen van de bewoners ontworpen. Dit project laat volgens de jury overtuigend zien dat juist kleine collectieven met specifieke wensen enorm goed in staat zijn om ‘onmogelijke’ plekken in de stad bruikbaar te maken en dat alleen door de persoonlijke drive van de betrokkenen een dergelijk project ook daadwerkelijk tot stand kan komen. Een vraag die de jury niet bij voorbaat positief kon beantwoorden is, of de ruimtelijke uitwerking van de collectieve opzet overeind zal blijven in een situatie waarin nieuwe kopers meer privacy willen.

 

The Glass House

Rapp+Rapp met Jan Hopman

Dit project bestaat uit tien luxe woningen. Een deel van het oude PTTkantoor uit 1909 is gesloopt en vervangen door deze nieuwbouw in vijf lagen. Aanvankelijk was het de bedoeling van de opdrachtgever om op deze plek meer volume en programma te realiseren, door er een toren te bouwen, maar de betrokkenen hebben er toch voor gekozen om minder appartementen te maken, en daarvoor in de plaats te kiezen voor exclusieve kwaliteit. Dat leverde een gebouw op dat zich vanzelfsprekend voegt in de omgeving, in plaats van een toren die de stedelijke continuïteit zou hebben onderbroken. De architectonische wens was hierbij de stuwende kracht. De jury prijst de zorgvuldige manier waarop de nieuwbouw aansluit bij de negentiende-eeuwse straatwand, onder andere door het gebruik van de oorspronkelijke beukmaten en verdiepingshoogten en door voort te borduren op de bestaande gevelkenmerken. Het architectonische vakmanschap is hierin volop zichtbaar.

De glazen tuingevels zorgen voor een open sfeer die contrasteert met de veel meer gesloten straatgevels. Doordat de raamhoogten zijn overgenomen van de bestaande gevel van de oude telefooncentrale, heeft de nieuwbouw vier bouwlagen aan de straatzijde en vijf lagen aan de tuinzijde. Dit levert schitterende, ruimtelijke appartementen op die variëren in oppervlakte van 100 tot 300 m2. De jury is ook onder de indruk van de architectonische detaillering van het interieur en de kwaliteit van de appartementen.

 

Beoordeling nominaties en winnaar

 

De jury heeft drie projecten genomineerd, waarvan één de winnaar is. Bij de selectie heeft de jury de projecten op twee niveaus beoordeeld: de betekenis van het project voor de stad, en de kwaliteit van het project. Wat betreft de kwaliteit heeft de jury gekeken naar de architectonische kwaliteit, waaronder de ruimtelijke vormgeving, het materiaalgebruik, de plattegronden, de afwerking en aandacht voor details; en naar de stedenbouwkundige kwaliteit, waaronder de relatie met de openbare ruimte en de inpassing in de omgeving (zie de eerdere beschrijvingen). Om de betekenis voor de stad te kunnen bepalen heeft de jury gekeken naar de specifieke opgaven waar de projecten een antwoord op zijn. De jury onderscheidt binnen de elf projecten vier relevante categorieën van opgaven: sociale woningbouw, woningbouw voor de hoogste inkomensgroepen, woningbouw op basis van collectief particulier opdrachtgeverschap, en woningbouw in combinatie met andere functies in het kader van de stedelijke vernieuwing.

 

Deze categorieën zijn feitelijk allemaal niches binnen de woningmarkt, en juist dat aspect is illustratief voor de actuele ontwikkelingen binnen de woningbouw. Een paar jaar geleden bedoelden we met niches specifieke, kleine opgaven in de marge van de bulk van de woningproductie. Maar het is duidelijk dat in deze tijd bulk uit is - zie de stagnatie bij de grote ontwikkelaars - en dat de toekomst is aan specifiek aanbod in kleinere porties tegelijk; maatwerk of op zijn minst ‘customized’, in plaats van een eindeloze herhaling van dezelfde soort woningen. De jury vindt dit een belangwekkende ontwikkeling omdat verschillende opgaven hiermee een gelijkwaardiger betekenis krijgen en de diversiteit kan toenemen. De vraag voor de toekomst is hoe de stad in staat zal zijn het verband tussen al deze specifieke niches gestalte te geven. Of is dat juist altijd al de historische kwaliteit van de stad geweest, om deze samenhang te bieden tussen verschillende kleinschalige projecten, en is deze kwaliteit de afgelopen eeuw uit het oog verloren door de grootschaligheid van de projecten, zowel in de uitbreiding als in de vernieuwing van de stad? Voordat de nominaties worden besproken, nog een paar punten die de jury graag van het hart wil. Wat opvalt, is dat de projecten van 2012 vooral in het teken staan van appartementenbouw. In de geselecteerde projecten zit geen enkel voorbeeld van grondgebonden laagbouwwoningen, terwijl in Amsterdam typische Vinex-laagbouw ook een niche zou kunnen zijn.

De jury mist voorbeelden van herontwikkeling van bestaande gebouwen, zoals kantoren, tot woningen. Herontwikkeling en herbestemming behoren tot de belangrijke opgaven van deze tijd. De jury hoopt dan ook dat er binnen deze categorie in de volgende rondes exemplarische projecten worden opgeleverd in Amsterdam. Verder is opvallend dat er dit jaar nauwelijks sprake is van vernieuwingen op het gebied van woningplattegronden. Over het algemeen kwam de jury alleen de gangbare typen tegen, terwijl je toch anders zou verwachten bij een woningmarkt die zich steeds meer op niches richt.

 

Vier niches en drie nominaties

 

Binnen de benoemde niches heeft de jury de beste voorbeelden gekozen, waarbij de architectonische kwaliteit doorslaggevend was. Omdat er maar drie nominaties mochten worden gegeven, moest er een niche afvallen. De jury stond daarbij voor een moeilijke keuze.

 

Collectief particulier opdrachtgeverschap

De afgevallen niche is woningbouw in collectief particulier opdrachtgeverschap. Dat wil niet zeggen dat de jury juist deze niche niet belangrijk vindt. Het tegendeel is het geval!
Collectief particulier opdrachtgeverschap is een belangrijke ontwikkeling en de relevantie voor de stad staat buiten kijf. In de projecten van 2012 zit één voorbeeld: Hof van Eland. De jury heeft in deze categorie echter geen vergelijkingsmateriaal en hoopt dat er volgend jaar meer voorbeelden zijn. Wel roept dit project, dat geheel op eigen kracht is tot stand gebracht, de vraag op of de huidige ontwikkeling waarbij de overheid probeert om particuliere collectieven de projecten te laten uitvoeren die eerst voor ontwikkelaars bedoeld waren en daarmee de woningbouwproductie in stand te houden, wel de meest interessante is. Moet er van overheidswege niet juist gezorgd worden dat particuliere initiatieven die op de meest specifieke locaties kunnen ontstaan zo min mogelijk procedurele belemmeringen voor hun kiezen krijgen? De stad zal er onverwacht bijzondere plekken voor terug krijgen.

 

Stedelijke vernieuwing

Nominatie Kameleon Karspeldreef, NL Architects met De Key: overige projecten binnen deze categorie: De Tribune (studentenwoningen, bejaardenwoningen, zorg), en Delflandplein (sociale woningbouw in combinatie met een school)
Het hybride gebouw met een stapeling van winkels, parkeren en woningen is volgens de jury bijzonder in meerdere opzichten. Het is een gebouw dat niet alleen betekenis heeft voor zichzelf maar ook voor de wijk als geheel. In de stedelijke vernieuwing bestaat nog steeds de opgave een wijk of gebied met een dergelijk groot combinatiegebouw opnieuw op de kaart te zetten. Nu al is merkbaar dat het gebouw kan bijdragen aan de kanteling van het imago van de Bijlmer en het vergroten van de leefbaarheid en levendigheid van de wijk.

Over de nominatie van dit project was de jury het niet onmiddellijk eens. Niet alle juryleden waren overtuigd van de architectonische kwaliteit van dit project op alle niveaus, onder andere vanwege de matige afwerking en ‘koele’ materialisering van de binnenhof. Een jurylid had de voorkeur voor het nomineren van het Hof van Eland - tot stand gekomen in particulier opdrachtgeverschap. Na enige discussie heeft de jury er toch voor gekozen om de Kameleon te nomineren, omdat dit grote combinatiegebouw een evidentere betekenis heeft voor de stad en vooral omdat er ook in de toekomst opdrachtgevers nodig zijn die zich aan dit soort complexe en sociaaleconomisch betekenisvolle gebouwen wagen, binnen de permanente opgave van stedelijke vernieuwing.

 

Woningbouw voor de hoogste inkomens

Nominatie The Glass House, Rapp+Rapp met Jan Hopman: overige projecten in deze niche: het Miles gebouw op de Zuidas en het appartementengebouw op Overhoeks. Bij de nominatie van The Glass House was (net zoals bij andere projecten) in de eerste plaats de kwaliteit van het project doorslaggevend. De jury waardeert het dat de architecten hier rücksichtslos gegaan zijn voor kwaliteitsnormen, in plaats van voor zaken als volume-maximalisatie en winstoptimalisatie. De jury waardeert de ambachtelijke houding met liefde voor details van Rapp+Rapp, waar het hele project - van buitengevels, de entree, tot en met de woningen - van is doordrongen. Door de straatwand te herstellen, te zorgen voor stedelijke continuïteit en wellicht zelfs de reconstructie van een verloren gegane zijstraat mogelijk te maken, bewijzen de architecten de stad hier bovendien een grote dienst en wordt hier ook een collectief belang gediend.

De stad heeft in ieder geval ook belang bij het huisvesten van de rijken, en dan het liefst in kleinschalige en mooi ingepaste projecten zoals dit, want van protserigheid en grotesk vertoon van weelde zijn Nederland en Amsterdam niet zo gediend.

 

Sociale woningbouw

Nominatie Haveneiland Oost Blok 46c, Korth Tielens architecten met Ymere: andere woonprojecten die deels tot de sociale sector behoren zijn LommerRijk in Bos en Lommer en Piri Reïs in West (deze beide projecten omvatten een combinatie van sociale woningbouw met vrije huur of koopwoningen)
Ook de sociale woningbouw, dat tot enkele jaren geleden als de ‘bulk’ opgave werd gezien, is tegenwoordig een niche. Het is uitzonderlijk dat het project op IJburg uitsluitend sociale woningbouw betreft. De andere voorbeelden uit de selectie behoren slechts deels of zeer ten dele tot de sociale sector. Juist als aparte opgave is sociale woningbouw volgens de jury belangrijk, dus niet gemengd met andere categorieën, zoals de laatste jaren meer gebruikelijk is. In dat geval wordt het sociale er een beetje bijgenomen, niet van harte, omdat het te weinig geld oplevert en men vreest dat te veel sociale woningen de koopappartementen minder aantrekkelijk maakt.

Ook uitzonderlijk is dat het in IJburg gaat om kwalitatief hoogwaardige sociale woningbouw. Sociale woningbouw heeft zo langzamerhand een imago van schraalheid, mede door het ‘hufterproof’ maken van collectieve ruimten, maar hier wordt overtuigend aangetoond hoe met eenvoudige middelen enorm veel kwaliteit te realiseren is. Volgens de jury is het van belang dat er toekomstbestendige sociale huurwoningen worden gebouwd die ook geschikt zijn voor vrije huur of koop. Dit project voldoet op bijzondere wijze aan deze eis. Het project in IJburg laat zien dat je heel goed een sociaal woningbouwproject kan maken dat met kop en schouders uitsteekt boven veel van de rest en zich met trots plaatst in de rijke traditie van de sociale woningbouw in Nederland. De jury waardeert de kwaliteit van dit project op alle niveaus (betekenis voor de stad, stedenbouwkundig, architectonisch en op detailniveau) en om die reden heeft de jury unaniem besloten dit project ook tot winnaar van de Zuiderkerkprijs 2012 uit te roepen.

  


Over deze site

Disclaimer