Naar Menu

Home2011-2012Geurt Brinkgreve Bokaal

Evert Verhagen

Geurt Brinkgreve Bokaal

Hergebruik moet. Een van de positieve aspecten van de crisis is dat het steeds duidelijker wordt dat het in de bouw anders moet. We zullen steeds meer gaan verbouwen en steeds minder gaan bouwen. De toekomst van de stad gaat over hergebruik.


Geurt Brinkgreve was zijn tijd ver vooruit. Ook al wordt het stedelijk schoon van Amsterdam al eeuwen lang bezongen, er zijn in onze stad met het oog op de toekomst en op de vooruitgang wel erg veel gebouwen en bijzondere plekken verloren gegaan.
Geurt Brinkgreve was iemand die meestal vond dat sloop niet nodig was. Hij besteedde een groot gedeelte van zijn leven aan het gevecht voor het behoud van waardevolle gebouwen en complexen.
Daarbij ging het hem niet alleen om het behoud van de gebouwen op zich of om het stedenschoon. Het ging hem om de mensen. De historische architectuur, zoals men deze gebouwen in zijn tijd noemde, kon immers alleen maar behouden blijven als er ook gebruik voor was.

Waren het in de tijd van Brinkgreve vooral de oude monumentale panden in de binnenstad die gespaard moesten worden, vandaag de dag is de hoeveelheid vastgoed die voor herontwikkeling in aanmerking komt spectaculair toegenomen. Hadden we het in de tijd van Brinkgreve nog vooral over kerken, woningen en pakhuizen, in de jaren negentig kwamen daar de fabrieken bij. Met de herwaardering van het industriële erfgoed werd de voorraad te herontwikkelen panden al meer dan verdubbeld. Nu, met de enorme hoeveelheid kantoren die vanwege de crisis beschikbaar is gekomen wordt een volledig nieuwe dimensie aan het begrip hergebruik toegevoegd. Meer dan ooit zal het bij hergebruik om mensen moeten gaan. We kunnen het ons simpelweg niet langer veroorloven om enorme hoeveelheden monumenten en andere gebouwen op te knappen en in stand te houden om ze vervolgens weer leeg te laten staan.
De belangrijkste vraag die we ons bij hergebruik moeten stellen is daarmee dus al lang niet meer die van de architectuur. Het gaat er vooral om het juiste programma bij een gebouw te vinden. Hoe kan het gebouw zich opnieuw in het stedelijk patroon voegen. Wat doet het gebouw met zijn omgeving? Versterkt het met de nieuwe functie een buurt, een deel van de stad of misschien wel de hele stad?
De shortlist van de projecten die in 2012 voor de Geurt Brinkgreve Bokaal in aanmerking komen vertoont een breed scala van mogelijk programma. Denk daarbij aan wonen, kantoren, hotels, cultuur en musea. Voor een stad als Amsterdam biedt zich een extra programma aan: toerisme. Het aantal bezoekers aan Amsterdam is enorm en stijgt nog steeds. Ze moeten ergens kunnen overnachten en er moet ook genoeg te doen zijn om hen aan hun trekken te laten komen. Het Anne Frankhuis is enkele jaren geleden al in omvang verdubbeld. EYE Filminstituut en de Hermitage zijn er bij gekomen, het Scheepvaartmuseum werd gerenoveerd, het Stedelijk Museum is recent opnieuw geopend en het Rijksmuseum komt er weer aan. Maar om mee te kunnen blijven doen in de top van de aantrekkelijkste steden van Europa zijn al deze inspanningen waarschijnlijk nog niet genoeg.
De jury heeft ook dit jaar een shortlist van acht prachtige projecten bezocht. Ze heeft naast de kwaliteit van de renovatie vooral gekeken naar het programma van het gebouw en naar de wijze waarop een project bijdraagt aan de revitalisatie van de omgeving. Het streven van Geurt Brinkgreve was immers ook om het hergebruik van bedreigde gebouwen een meerwaarde te geven door ze een inspiratie en een voorbeeld voor andere projecten te laten zijn.

 

De jury van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2012 bestond uit Evert Verhagen (voorzitter en verslaglegger), oprichter en directeur van Creative Cities, gespecialiseerd in de creatieve economie en de positieve invloed daarvan op de stedelijke omgeving; Margreet Duinker, architect en eigenaar Duinker van der Torre samenwerkende architecten, gespecialiseerd in scholenbouw en stedelijke herstructurering; en Maarten de Boer, restauratiearchitect van een groot aantal monumenten en actief op het terrein van vastgoed voor Bureau Weesperzijde. De jury werd ondersteund door Bart Truijens en Magda Jobses van het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam.

Jury: v.l.n.r. Maarten de Boer, Margreet Duinker, Evert Verhagen


The Bell

Opdrachtgever: Amsterdamse Compagnie
Architecten: Steven Holl Architects en Rappange & Partners Architecten
Een van de belangrijkste Amsterdamse woningcorporaties, Stadgenoot, heeft besloten om dit gebouw te redden door er haar hoofdkantoor in te vestigen en het zo een nieuwe plek in de stad te geven. Het is goed om te zien hoe het oude en het nieuwe elkaar aanvullen en versterken. Het hoofdgebouw was al mooi maar lange tijd niet toegankelijk. Door de toevoeging van een bedrijfsverzamelgebouw waar ook relatief kleine units gehuurd kunnen worden levert het geheel nu ook een bijdrage aan de aantrekkelijkheid van deze buurt. Het project is fraai en kan zeker als voorbeeld dienen, maar de toegevoegde waarde voor stad en buurt is relatief beperkt.

 

Cultureel Centrum CREA

Opdrachtgever: Universiteit van Amsterdam

Architect: Architecten van Mourik

In deze voormalige diamantslijperij op het Roeterseiland bevindt zich nu CREA, het culturele centrum voor studenten van de Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam. De levendigheid die hierdoor in dit voorheen vergeten stukje stad is ontstaan valt enorm te prijzen. De gebouwen worden niet alleen de gehele dag door gebruikt, men kan er ook in de avond terecht. Aan het gebouw zoals zich dat nu aan de bezoeker openbaart is te zien dat er veel keuzes gemaakt moesten worden. Deze zijn lang niet altijd in het voordeel van de kwaliteit uitgevallen. Een flink gedeelte van het gebouw bestaat uit nieuwbouw, juist in het gedeelte van het complex dat is hergebruikt laat de functionaliteit te wensen over.

 

De Koningsvrouwen van Landlust
Opdrachtgever: Eigen Haard

Architect: Archivolt Architecten

Dit is een heel gewaagd project voor de doelgroep sociale woningbouw op deze plek. Het gebouw heeft met de renovatie een hoge kwaliteit gekregen. Licht, lucht en ruimte krijgen hier een nieuwe betekenis. De aanpak van Eigen Haard valt vooral te prijzen als het over de duurzaamheid gaat. Energiekosten zijn tot een minimum teruggebracht. De renovatie van het gebouw is zeker geslaagd te noemen en ook de tuin die de bewoners cadeau krijgen is een welkome aanvulling. Het zou mooi zijn als er ook nog openbare functies zouden worden toegevoegd in de ruimten op de koppen van de gebouwen.

 

Rijksmuseum

Architecten: Cruz y Ortiz Arquitectos, Van Hoogevest Architecten

Opdrachtgevers: Programmadirectie Het Nieuwe Rijksmuseum, Rijksgebouwendienst

Dit is een heel bijzonder project waarin enorm veel keuzes gemaakt moesten worden. Het weer volledig open maken van het gebouw valt te prijzen zodat de architectuur van Cuypers weer in haar volle glorie zichtbaar wordt. In het opdrachtgeverschap heeft men echter verschillende steken laten vallen, hoewel waarschijnlijk de meeste bezoekers straks geen weet zullen hebben van de problemen waarmee dit project tot stand is gekomen. De restauratie op zich is prachtig gedaan. Vooral de wandschilderingen, het glas in lood en de bibliotheek zijn prachtig. Ook met de architectuur van de aanbouw en de inrichting van de openbare ruimte, vooral de tuin om het gebouw heen, zijn de juiste keuzes gemaakt. Veel meer discussies roepen de aflopende vloer en de verdere inrichting van het entreegebied op.

 

Gerardus Majellakerk

Opdrachtgever: Stadsherstel

Architect: Architectenbureau J. van Stigt bv
De nieuwe functie van dit gebouw als thuisbasis voor het Nederlands Philharmonisch Orkest is een hele goede. Ze valt bijzonder goed uit voor het orkest en is ook een echte toevoeging aan de buurt. Topcultuur speelt zich al lang niet meer louter in de binnenstad af. De jury heeft moeite met de kwaliteit van de renovatie. Deze kerk krijgt al zijn tweede herbestemming. De oude puien zijn niet aangepakt, de hoofdruimte is rommelig gebleven en is onrustig. Het feit dat verschillende - overigens zeer professionele - partijen (Van Stigt, Stadsherstel en Peutz) aan het project gewerkt hebben heeft vooral effect gehad op de kwaliteit van het nieuwe programma maar is nog niet aan het gerenoveerde gebouw af te zien.

 

De drie nominaties

 

New Amsterdam Campus en Hotel Ramada

Opdrachtgever: ProNam Aurora

Architect: ZZDP Architecten

Dit is een verrassend project. Op een plek waar je dit niet zo maar zou verwachten is een leegstaand kantoorgebouw, bekend als het Rembrandtparkgebouw, aangepakt om er de combinatie van een hotel en een hotelschool in te vestigen. De betrokken partijen hebben bij dit project een enorm enthousiasme getoond. De open lounge op de begane grondvloer van het hotel en het openbaar toegankelijke restaurant op de bovenverdieping zijn grote aanwinsten op deze plek in de stad. In het hergebruik van dergelijke gebouwen ligt nu en straks een grote opgave. Een decennium eerder zou dit gebouw wellicht gesloopt zijn, mede door het gebrek aan waardering voor dit soort architectuur. De opdrachtgever heeft bij deze renovatie veel risico’s durven nemen. De hotelkamers zijn mooi ingericht, de prijs-kwaliteitsverhouding is prima. Het toevoegen van de Hotelschool in het naastgelegen pand is erg goed vooral vanwege de openbare functie en de levendigheid die dat met zich meebrengt. De ingrepen aan aan vormgeving en architectuur zijn beperkt maar dat wat gedaan is oogt goed. Met de gekozen oplossingen zal iedereen in de omgeving heel anders naar een dergelijk gebouw gaan kijken.

 

Conservatorium Hotel Amsterdam

Opdrachtgevers: Alrov Group, IQNN Vastgoed

Architecten: Meyer en Van Schooten Architecten (nieuwbouw), Architectenbureau J. van Stigt (renovatie), Lissoni Associati Milano (interieur)

In het voormalige gebouw van de Rijkspostspaarbank was jaren lang het Amsterdamse conservatorium gevestigd. Nu bevindt zich hier een van Amsterdams meest luxueuze hotels. Bij de verbouwing zijn verschillende architecten betrokken geweest: André van Stigt voor de restauratie van het hoofdgebouw, Meijer en Van Schooten voor de overkapping van de binnenplaats en de nieuwbouw. De Italiaanse interieurarchitect Lissoni nam de inrichting van het interieur voor zijn rekening. De samenwerking van verschillende architecten aan een project levert vaak veel onrust op wat later in het eindresultaat zichtbaar wordt. Dit project laat zien dat het ook anders kan. Ondanks alle problemen die men is tegengekomen, bleef de opdrachtgever vasthouden aan een kwalitatief hoogwaardig eindresultaat. En dat heeft hij gekregen. De kamers zijn prachtig, de aanbouw en de oudbouw passen heel goed bij elkaar. De bestaande kwaliteiten van het gebouw zijn schitterend zichtbaar gemaakt. Het toevoegen van deze publieke ruimte aan de stad werkt goed, ook veel buurtbewoners maken al van deze ontmoetingsplek gebruik.

 

Stedelijk Museum

Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam

Architect: Benthem Crouwel Architekten

Over de verbouw van het Stedelijk Museum kunnen boeken vol worden geschreven. Ook voor dit project geldt dat aangetoond wordt dat het gebrek aan kwaliteit in het proces niet per definitie hoeft te leiden tot een slecht eindresultaat.
Het nieuwe Stedelijk is prachtig. De nieuwbouw doet aan de buitenkant geen enkele moeite om te lijken op het bestaande gebouw. Binnen is dat heel anders: als je niet goed oplet weet je niet of je in een zaal bent die zich in het oude gebouw bevindt of in de nieuwbouw. De logistiek in het gebouw is helder en aangepast aan het toekomstige gebruik. Daarbij is de verwachting dat het museum, ondanks alle bezuinigingen, steeds meer bezoekers zal trekken.
De belangrijkste ingreep is wel het verplaatsen van de entree naar het Museumplein waarbij de architect, Mels Crouwel, heeft beseft dat een het plein pas gaat leven in combinatie met de voorzieningen die er aan liggen. Aan het Museumplein bevinden zich immers vier van de belangrijkste culturele gebouwen die Nederland rijk is. Mits goed georganiseerd kunnen deze met hun bezoekers deze ruimte tot het belangrijkste plein van de stad en misschien wel van ons land maken.
Het is prachtig om te zien hoe de entree is losgehouden van het gebouw maar hoe de pleinruimte helemaal van buiten naar binnen doorloopt. Ook het café op de kop is mooi gekozen al lijkt het nog niet helemaal af. De nieuwbouw heeft ook de oudbouw aanzienlijk verbeterd. Het bestaande gebouw komt nu veel beter tot zijn recht, het kan veel meer als museum worden gebruikt nu alle facilitaire functies er uit zijn verdwenen.

 

De winnaar

 

Bij de bepaling van haar eindkeuze heeft de jury de kwaliteit van het proces evenals de vraag of het bestaande gebouw door de ingreep gered kon worden wel mee laten wegen. De gerealiseerde kwaliteit van de drie genomineerde gebouwen is hoog. Ze betekenen alle drie ook veel voor de openbare ruimte en daarmee voor de stad. Het Rembrandtparkgebouw zou wellicht gesloopt zijn als het niet de functie van de New Amsterdam Campus en Hotel Ramada had gekregen. De jury vindt de meerwaarde voor de stad van het winnende project het grootst. Omdat de jury de Geurt Brinkgreve Bokaal vooral als een aanmoedigingsprijs ziet, heeft ze gemeend de voorbeeldfunctie van het winnende project met de prijs te moeten belonen.

 

De renovatie van het Stedelijk Museum heeft wel erg lang geduurd, er waren veel problemen en het gebouw is niet echt gered door het initiatief van deze renovatie. Maar het eindresultaat is prachtig. Waarom zou het Conservatorium Hotel niet kunnen winnen ook al is het proces niet helemaal vlekkeloos verlopen? Het resultaat heeft daar niet onder geleden. Maar ook hier gaat het om een gebouw dat zeker zou zijn gered. Het Rembrandtparkgebouw is een complex dat zonder het lef van de opdrachtgever waarschijnlijk zou zijn gesloopt. De initiatiefnemer en de gebruikers hebben de potentie van dit gebouw erkend. Daarom is dit gebouw met de New Amsterdam Campus en Hotel Ramada de winnaar van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2012.


Geurt Brinkgreve Bokaal

Geurt Brinkgreve (1917-2005), opgeleid als beeldhouwer en als medailleur, streed voor het behoud en herstel van de Amsterdamse binnenstad. Dat deed hij als bestuurlid en redacteur bij de Bond Heemschut, als gemeenteraadslid en als hij initiatiefnemer van o.a. de Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel en als medeoprichter van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad. Geurt Brinkgreve kreeg diverse onderscheidingen.

 

Geurt Brinkgreve begreep de bijzondere waarde van de binnenstad op een cruciaal moment in de recente geschiedenis van Amsterdam. Brinkgreve voerde niet alleen actie, hij gaf ook het goede voorbeeld door restauraties ter hand te nemen. Hij liet daarmee zien dat vervallen, waardevolle panden opgeknapt konden worden en voorzien van modern wooncomfort, zodat hun waarde voor het stadsgezicht behouden bleef. Het ging Geurt niet alleen om monumenten maar juist om het gebruik en de beleving ervan door mensen. Het ging hem niet alleen om het behoud van het stedenschoon; de historische architectuur kon immers alleen gered worden als de gebruiksfunctie behouden bleef. In 2006 stelde toenmalig wethouder Tjeerd Herrema een prijs in voor hergebruik van gebouwen en Geurt Brinkgreve als naamgever van de prijs te eren voor zijn inzet voor het behoud van het Amsterdamse erfgoed. De Geurt Brinkgreve Bokaal is een onderscheiding die de gemeente Amsterdam jaarlijks toekent aan het beste initiatief op het gebied van herontwikelling of renovatie in de bestaande (woning)voorraad, waardoor een gebouw meerwaarde of een impuls geeft aan de stad en de buurt. Voor de Geurt Brinkgreve Bokaal 2012 kwamen 15 gebouwen in aanmerking die zijn opgeleverd tussen 1 augustus 2011 en 1 augustus 2012. In oktober bezocht de jury een achttal door henzelf voorgeselecteerde projecten, waaruit de nominaties en de winnaar werd gekozen.

  


Over deze site

Disclaimer