Naar Menu

Home2011-201215 jaar Zuiderkerkprijs

Dit jaar wordt voor de vijftiende keer de Zuiderkerkprijs voor de architect en opdrachtgever van het beste woningbouwplan uitgereikt. De onderscheiding heeft haar bekendheid langzaam opgebouwd binnen de vakwereld en is inmiddels een van de langst lopende prijzen voor woningbouw in Nederland. Waar komt de prijs vandaan en wat kunnen we zeggen over de winnende projecten van de afgelopen jaren?

15 jaar Zuiderkerkprijs

Sinds de jaren zeventig was de Zuiderkerk het gemeentelijke informatiecentrum voor alles wat er op het gebied van volkshuisvesting, woningbouw en ruimtelijke ordening in Amsterdam te gebeuren stond. Woningmodellen op ware grootte, inspraak, inschrijven voor een urgentiebewijs, verkoop van nieuwbouw en presentatie van nieuwe plannen; de kerk was de plek waar zowel professionals als bewoners samen kwamen. Aan het einde van ieder jaar werd de zogenaamde Planpresentatie gehouden, een samenkomst in de kerk waar de woningbouwplannen en de cijfers eromheen werden gepresenteerd en besproken onder het genot van een kop soep en een drankje. Er werden ‘voorbeeldplannen’ geselecteerd, plannen waarin het beleid van de gemeente zo goed mogelijk was verwerkt. Deze gemeentelijke bemoeienis met dat wat er gebouwd wordt in de stad, kwam voort uit een veel langere en diepgewortelde traditie van sturing op kwaliteit, die zeker vanaf het invoeren van de Woningwet aan het begin van de vorige eeuw bepalend is geweest voor het aanzien van de stad.

 

Vanuit deze achtergrond is in 1998 de eerste Zuiderkerkprijs uitgereikt, een onderscheiding waarmee de gemeente Amsterdam de kwaliteit van de woningbouw centraal wilde stellen en daarbij zowel de kundige architect als de ambitieuze opdrachtgever een pluim wilde geven. Een externe jury, ieder jaar een andere, beoordeelde de plannen op vaste, door de gemeente meegegeven criteria als architectuur, stedenbouw, materialisatie, programma, aanpasbaarheid en duurzaamheid. Maar daarnaast werd de jury expliciet uitgenodigd haar eigen accenten te leggen in de beoordeling.

 

Tot 2003 werd de Projectdocumentatie gepresenteerd in de vorm van woningbouwplannen die waren ingediend voor een bouwaanvraag. Maar omdat enkele papieren plannen om zeer uiteenlopende redenen niet naar werkelijke gebouwen werden omgezet - waaronder twee Zuiderkerkprijswinnaars - is besloten om in de Projectdocumentatie daadwerkelijk gebouwde projecten te tonen. Daarmee is de documentatie minder een kijkje in de keuken geworden van dat wat in de daarop volgende periode zou worden gerealiseerd, maar des te meer het etaleren van de jaarlijkse productie. De Projectenboeken (en de website) geven sindsdien een goed overzicht van wat in Amsterdam tot stand wordt gebracht. Naast woningbouw zijn sinds 2003 (bij het ontstaan van het Ontwikkelingsbedrijf) ook kantoren, scholen, bedrijven en andere voorzieningen in het boek en op de website opgenomen.

 

Welke projecten zijn er de afgelopen jaren uitgesprongen en hebben de Zuiderkerkprijs gewonnen? En hebben deze projecten gedurende de tijd hun kwaliteit ook bewezen? Marinus Oostenbrink, architect en stedenbouwkundige en voormalig topadviseur bij de Stedelijke Woningdienst, Jotta van Groenewoud, architect en tot een paar jaar geleden als adviseur werkzaam bij de Stedelijke Woningdienst en het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA) en Sabine Lebesque, architectuurhistoricus bij het OGA en onder andere organisator van de Zuiderkerkprijs, liepen op een grijze oktoberdag alle gebouwde Zuiderkerkprijswinnaars af. Zijn de beoordelingen van de jury destijds nog steeds geldend?

 

De Zuiderkerkprijs kan gezien worden als een jaarlijks ijk- en publiciteitsmoment voor het stedelijk kwaliteitsbewustzijn. Harde, meetbare criteria hebben de jury’s niet. En het moet gezegd worden dat ook de genomineerde projecten en voorgeselecteerde projecten veel kwaliteiten hebben die noemenswaardig zijn.

 

Bijzonder was om te zien dat de kwaliteiten die aan de winnende projecten zijn toegedicht, bij herbezoek nog bijna allemaal overeind staan. Geen enkel project viel door de mand. Wel kan een aantal punten genoemd worden dat belangrijk lijkt, wil een woningbouwcomplex echt aarden in de stad. Zo kan gesteld worden dat sommige gebouwen veel mooier verouderen dan andere, los van de stijl waarin ze gebouwd zijn. Weten wat materiaal doet met de tijd in ons klimaat, vereist vakmanschap van de architect. Daarnaast lijkt het erop dat de waardering voor de projecten die een grote variatie aan gebruikers wisten onder te brengen binnen het gebouw, vandaag minder is. De complexiteit van het programma geeft niet automatisch meer punten, en zeker in deze tijd zouden we al blij moeten zijn als we de woonfunctie gewoon goed weten te maken, dan zijn we voor de stad al een heel eind.

 

Ook de grote schaal van sommige megablokken is niet meer actueel. Projecten worden, gezien de moeilijke markt, kleiner, maar dat is niet meteen een verarming. Bewoners voelen zich er goed bij. Daaruit volgend is eveneens de menging van heel veel doelgroepen binnen een gebouw met allemaal verschillende plattegronden nu niet meer het geëigende antwoord op om te komen tot een geslaagd project terwijl dat in de afgelopen vijftien jaren juist als een groot goed werd gezien. Voor de komende tijd zal vooral het criterium duurzaamheid en de wijze waarop klimaatneutraal bouwen wordt gerealiseerd op de agenda komen te staan. Dat heeft tot nu toe nog weinig prioriteit gekend in de woningbouw.

Over vijf jaar gaan we weer op pad.

 

Sabine Lebesque
met dank aan Jotta van Groenewoud en Marinus Oostenbrink

  


Over deze site

Disclaimer