Naar Menu

HomeProjectenboekPrijzenGeurt Brinkgreve Bokaal 2023

Kim Zweerink

Geurt Brinkgreve Bokaal 2023

Ieder jaar kent de gemeente Amsterdam een prijs toe aan een initiatiefnemer die zich heeft ingezet om een bestaand gebouw een nieuw leven te geven. De prijs is bedoeld voor een gebouw waarvoor een nieuwe en passende functie is gevonden die het gebouw recht doet en waarbij de ingrepen de aanwezige cultuurhistorische waarden versterken of terugbrengen. Op één dag is de jury langs acht projecten in Amsterdam gereden, waar ontwikkelaars en architecten de jury met veel toewijding meenamen in hun project. Het was dit jaar een lijst met een groot aantal projecten van hoge kwaliteit. Dat is natuurlijk mooi voor de stad, maar er waren daardoor enkele projecten die de nominatie niet hebben gehaald, maar die die erkenning wel hadden verdiend.

 

Het lijkt erop dat ontwikkelaars steeds meer kiezen voor hergebruik in plaats van sloop-nieuwbouw. Dat zal allerlei praktische en financiële redenen hebben, maar de kwaliteiten en kansen van bestaande gebouwen worden ook steeds meer gezien. Het heeft iets om in een pand met karakter te wonen of te werken, het voegt een extra betekenis toe. Niet alleen beschermde monumenten die behouden moéten worden en waarvan de waarde over het algemeen wel wordt onderkend worden herbestemd. Ook niet beschermde gebouwen, zoals kantoren uit de jaren tachtig of negentig, krijgen een nieuw leven. De verscheidenheid aan initiatieven die de jury heeft bezocht was dan ook groot; in schaal, opgave, functie, gebouwtype en maatschappelijke impact. Ze heeft van alles gezien, van de toevoeging van een kleine woning in een straatwand, de restauratie van monumenten, de herbestemming van kantoorgebouwen tot complexen met meerdere gebouwen die functioneerden als kleine dorpjes. De prijs is een stimulans en waardering voor de opdrachtgever die, samen met architect, aannemer en bij voorkeur ook gebruikers en bewoners, niet voor de hand liggende keuzes heeft gemaakt om kwaliteit te realiseren. Bij de beoordeling van de herbestemmingen heeft de jury gekeken naar de volgende aspecten: de architectuur van het nieuwe ontwerp en de omgang met het bestaande gebouw, de mate van restauratieve omgang met het gebouw, de verbinding met de omgeving, de sociaal-maatschappelijke waarde en de ambities ten aanzien van verduurzaming. Op basis hiervan heeft de jury drie projecten genomineerd die in de etalage gezet kunnen worden als voorbeeld voor de stad hoe met een herbestemming om te gaan. Áls er in de veelheid aan initiatieven al een gemene deler is aan te wijzen, dan is het wel dat de herbestemmingen zich niet alleen richten op het behoud van het gebouw an sich, maar om het maken van interessante plekken waar mensen graag komen. De herbestemming van het gebouw is aanleiding om de kwaliteit van de plék te veranderen zodat deze plezieriger wordt voor mensen en ze zich er meer thuis gaan voelen. Dat we zien dat herbestemming steeds meer vanuit het bestaande gebouw en context gebeurt is een zeer welkome trend.

 

De relatie tussen het gebouw en de omgeving

De acht genomineerde gebouwen waren allemaal toe aan een herbestemming. Ze lagen vrijwel allemaal als geïsoleerde gebouwen in de stad, zonder gebruik of met een gesloten gebruik, zoals een oude bank, een kantoor of leegstaand. Veel gebouwen hadden een gesloten plint, passend bij hun functie als kantoor- of bankgebouw of stonden leeg. Vrijwel alle transformaties die we hier zien verbeteren de verbinding tussen het gebouw en de omgeving en de kwaliteit van de omliggende openbare ruimte. Daarnaast zien we duidelijk een trend om de oorspronkelijk gesloten gebouwen te openen door het creëren van transparante plinten, doorzichten in de gebouwen, uitnodigende entrees te ontwerpen en diverse openbare functies (veelal horeca en sportscholen) op de begane grond te huisvesten. Opvallend daarbij is dat in het gebouw openbaar toegankelijke delen worden gecreëerd, die niet alleen voor de huurders zijn bestemd; ook buurtbewoners zijn er welkom. Er zijn zitplekken waar iedereen gewoon even kan gaan zitten, koffieplekken, cultuurzalen en leesplekken. Bij een uitnodigend gebouw hoort ook een aantrekkelijke openbare ruimte. Er waren twee prachtige voorbeelden waarbij de gebouwen ín het omliggende park werden gepositioneerd. Tot slot is er ook meer oog voor de betekenis van gebouwen in het stedelijk weefsel; in één geval werd de herbestemming gebruikt om een bestaande doorgaande route door de stad te ondersteunen in plaats van deze te blokkeren. Een tendens die al enige jaren bezig is, maar waarvan het effect op de kwaliteit van de leefomgeving nu ook echt zichtbaar wordt. Het is nog niet even gemakkelijk om die levendigheid op gang te krijgen, maar daar waar het lukt leidt het tot prettige verblijfsplekken.

 

Sociaal-maatschappelijke waarde

Als we kijken naar de functies weerspiegelde de lijst met projecten de overspannen markt in Amsterdam; het betreft veel kantoorgebouwen, huurwoningen voor het hoge segment en een luxe hotel. Twee projecten liggen in wijken met sociaal-maatschappelijke problemen. Deze herbestemmingen richten zich op sociale of lagere huurwoningen en buurtactiviteiten voor minderbedeelden. Daarmee wordt er een bewuste keus gemaakt het gebouw niet aan de stad terug te geven, maar aan de wijk en de buurt. Aangezien de luxe herbestemmingen vaak eerder in het oog springen, budgetten daar ook vaak groter zijn, wil de jury de meerwaarde van een herbestemming voor de sociale cohesie in de buurt graag benadrukken.

 

Gebouw (architectuur en restauratie)

De jury werd steeds meegenomen in de zoektocht om met begrip voor de oorspronkelijke architectuur een gebouw een nieuw leven te geven. Er waren herbestemmingen bij met een groot gebaar of juist een subtiele ingreep. Er waren herbestemmingen waar het casco chirurgisch werd hersteld of waar het oorspronkelijke architectonische concept als input diende en werd aangepast naar de nieuwe opzet. Opvallend was de hoge mate aan vakmanschap bij een aantal projecten. Met oog voor hoogwaardige materialen, zorgvuldige detaillering en kleuren is op bijna ambachtelijke wijze aan de gebouwen gewerkt. Doorslaggevend was daarnaast de keuze om geen overspannen programma te realiseren. Maar al te vaak kan de transformatie van een gebouw slechts slagen als de ruimte geheel wordt gevuld, met kantoren, winkels, woningen, horeca. Met minder programma kunnen de monumentale ruimtes ervaren blijven en meer kwaliteit worden gemaakt. Het vergt lef om te kiezen voor kwaliteit in plaats van opbrengst; het succes van de herbestemming ligt in het feit dat er een unieke beleving wordt gecreëerd.

 

Klimaat en duurzaamheid

In deze tijd ontkomen we niet meer aan de duurzaamheidsopgave. Bij alle herbestemmingen was het energieneutraal maken van de gebouwen een belangrijke doelstelling. De grootste opgave was steeds het zoeken naar een subtiele integratie van de techniek in het gebouw. De enorme installaties en de vertakking van leidingen en dergelijke door het gebouw zijn moeilijk in een bestaand gebouw te integreren. De jury zag verschillende projecten dat het met creatieve oplossingen wel kán. Uiteraard speelde ook de vraag over behoud dan wel vervanging van materialen met het oog op duurzaamheid. Extra maatregelen, bijvoorbeeld natuurinclusief bouwen, het gebruik van biobased materialen of biodiversiteit heeft de jury eigenlijk niet gezien. Deze spannende en noodzakelijke zoektocht agendeert de jury voor de komende herbestemmingen: hoe kunnen we nog een extra stap zetten in de toekomstbestendigheid van onze waardevolle gebouwen?

 

Projecten

 

Gerard Doustraat 157, Tweede Jacob van Campenstraat 140

Opdrachtgever: J.H.F. Schopman en Zonen

Architect: RASarchitectuur

Aannemer: NHBG

 

 

Het project betreft de zorgvuldige inpassing van nieuwe appartementen in het straatbeeld van de Pijp, op een moderne en een traditionele wijze. De grondgebonden woning van twee lagen en een souterrain aan de Gerard Doustraat 157 is een moderne vertaling van de bouwtraditie in de Pijp. De horizontale geleding van de gevel, geprononceerde kozijnen, het metselwerk, de rollagen boven de kozijnen en het duurzame hout zijn een eigentijdse referentie van de omgeving. In het interieur is het beton en hout in het zicht gelaten. De ontwikkeling van vijf dure huurappartementen aan de Tweede Jacob van Campenstraat 140 ging gepaard met de toevoeging van een traditionele verdieping met kap, die zich naadloos voegt in de straatwand. Bij beide projecten zijn duurzame materialen toegepast. De jury vindt het een interessant project, omdat het laat zien dat de inpassing van nieuwe appartementen zowel op moderne als traditionele wijze betekenisvol kan zijn. Met name het ontwerp en het hoge afwerkingsniveau van de woning aan de Gerard Doustraat springt eruit.

 

Rembrandt Park One

Opdrachtgever: Boelens de Gruyter, Round Hill Capital

Architect: HofmanDujardin

Aannemer: Dura Vermeer

 

De opgave bij het Rembrandt Park One was om het oorspronkelijk in zichzelf gekeerde verzekeringsgebouw met behoud van het robuuste karakter een meerwaarde te geven voor de omgeving. Het ontwerp uit 1966-1967 kenmerkt zich door een heldere horizontale ritmiek van betonnen en glazen stroken, onderbroken door smalle verticale lijnen in travertin. De gesloten plint, passend bij een functie als verzekeringsbank, en de geïsoleerde ligging langs de ring a10 maakten het echter weinig uitnodigend. Door de situering vormde het daarbij een barrière in de verbinding tussen de woonbuurten in Nieuw-West en het Rembrandtpark. Voor het gebouw is een nieuwe functie ontwikkeld, met kantoren, een restaurant en sportschool. De nieuwe toevoegingen pakken de horizontale belijning van het bestaande gebouw op, maar onderscheiden zich ervan door afwijkend kleur- en materiaalgebruik. In het gebouw is een onderdoorgang gemaakt zodat de route vanuit de westzijde via een nog te realiseren brug naar het park doorloopt. Op de hoek bij de onderdoorgang is een transparante aanbouw gemaakt die bezoekers door de horizontale belijning visueel begeleidt naar het park. Het paviljoen met terras aan de achterzijde is geheel vernieuwd en is toegankelijk vanuit het park. De opbouw bovenop het tien lagen tellende gebouw ligt iets terug. De transparante begane grond is openbaar toegankelijk; er is een sportschool, een café en er zijn plekken gemaakt waar iedereen kan zitten. De jury is met name gecharmeerd van de omkering van het in zichzelf gekeerde en geïsoleerde gebouw naar een open gebouw dat onderdeel wordt van de stad. Dit vindt ze het best gelukt bij de horizontale begeleiding van de transparante aanbouw. De opbouw vindt ze architectonisch een verbetering, omdat het gebouw hierdoor een duidelijke beëindiging heeft gekregen.

 

Tripolis-Park

Opdrachtgever: Flow Development

Architect: MVRDV

Aannemer: G&S Bouw

 

Tripolis-Park bestaat uit een eigentijdse nieuwbouw die het contrast opzoekt met de renovatie van de oorspronkelijke torens. In de jaren negentig ontwierp Aldo van Eyck naast ‘zijn’ beroemde Burgerweeshuis een drietal kantoortorens. Zijn ontwerp besloeg drie clusters met elk drie tot vier kantoortorens van verschillende hoogte. De gebouwen vormen een organisch geheel met paden en mensen die slingeren door het gebouw. Van Eyck wilde plekken ontwerpen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en waar zij zich thuis voelen. Het Burgerweeshuis was zijn eerste project en Tripolis zijn laatste project en deze laten de ontwikkeling zien die Van Eyck heeft doorgemaakt. De kantoren stonden jarenlang leeg en worden nu herontwikkeld voor deels kantoren en deels woningen. De torens met de woningen zijn nu nog niet gerealiseerd. De herbestemming bestaat uit de renovatie van de oorspronkelijke gebouwen en nieuwbouw. De gevelbekleding, de ramen en de kozijnen van de oorspronkelijke gebouwen zijn vernieuwd. De oorspronkelijke T-ramen komen niet terug en de houten gevelbekleding is in zijn geheel vervangen. De kleuren van de kozijnen zijn veranderd. Met het verplaatsen van het hart van het gebouw is ervoor gekozen om het kleurenspectrum aan te passen naar de nieuwe situatie. De jury vindt het jammer dat het gedachtegoed van Aldo van Eyck hierdoor niet meer afleesbaar is. De nieuwbouw bestaat uit een groot gebaar met een horizontale landscraper langs de a10. Dit schermt de torens erachter af van de overlast van de a10 en tegelijk biedt het grote venster een dynamisch zicht op de a10. De begane grond is openbaar toegankelijk en er zal een koffieruimte komen. De jury merkt op dat de nieuwbouw van veraf een spannend beeld oplevert: de torens lijken uitgesneden uit de lange wand, maar in het gebouw zelf ervaar je het oude gebouw niet meer. Het is lovenswaardig dat sloop is afgewend, maar door het geheel vervangen van alle geveldelen, het vervangen en veranderen van de kozijnen komt het restauratieve aspect minder uit de verf.

 

Scheldeplein 1-5

Opdrachtgever: Caransa Groep

Architect: Dok architecten

Aannemer: Kondor Wessels Amsterdam

 

De voormalige Scheldegarage (1931) is een combinatie van de Amsterdamse school en het modernisme; aan de ene kant een relatief gesloten gevel van handvorm baksteen en aan de andere kant een grote glazen pui, die de hoek omloopt. Verschillende functies hadden er in de loop der jaren hun onderkomen; een garagebedrijf, showroom, bowlingbaan, supermarkt et cetera. Ook de gevel kende verschillende aanpassingen en de uitstraling van het pand verrommelde langzaam. De opgave was aldus de architect ‘nieuw leven inblazen met de kracht van het gebouw’. Het project bestond uit uitbreiding van de kelderbak, de renovatie van de gevels en het toevoegen van een verdieping met woningen op de bovenste laag. Op het dak ontwierp de architect een extra laag met negen exclusieve huurwoningen voor het duurdere segment. Vanaf de straat zijn deze nauwelijks te ervaren, omdat ze iets terug liggen en in dezelfde stijl zijn ontworpen als de gevel. Om de toren weer in proportie met het gehele volume te brengen is deze verhoogd en de glazen lantaarn teruggebracht. Intern is er een nieuwe wereld gecreëerd: een klein straatje met witte woningen en voortuintjes roepen de sfeer op ‘alsof je op vakantie bent’. De andere grote ingreep betrof de plint waar één nieuwe entree voor zowel winkels, garage als de woningen is gemaakt. Daarnaast is het voegwerk hersteld en zijn de kozijnen vervangen voor kleine ruitjes in slanke stalen profielen. De jury ziet dat het gerenoveerde pand het plein echt iets heeft gebracht. De renovatie is zorgvuldig uitgevoerd, en het is zichtbaar dat er niet is bespaard op elementen als de toren en de lantaarn.

 

Pillows Grand Boutique Hotel Maurits at the Park

Opdrachtgever: Amerborgh

Architect: Office Winhov

Aannemer: Kondor Wessels Amsterdam

 

Het voormalig Ontleedkundig Laboratorium (1907-1909) van J.B. Springer bestaat uit een hoofdvolume parallel aan de Mauritskade met haaks erop drie dwarsvleugels aan het Oosterpark. Het gebouw bestaat uit een souterrain, verhoogde begane grond, eerste verdieping en een zolderverdieping. Amerborgh gaf Office Winhov de opdracht om een hotel te ontwerpen met een duidelijke relatie met het Oosterpark, dat niet alleen toegankelijk zou zijn voor hotelgasten, maar ook voor bewoners. Bij de herbestemming is zoveel mogelijk rekening gehouden met de oorspronkelijke indeling en zijn de hoofdentree, gangen en trappenhuizen gehandhaafd. De hotelkamers zijn zo veel mogelijk binnen de bestaande plattegrond gerealiseerd en in de voormalige museumzaal is een restaurant gevestigd. De verbouwing is gedaan met respect voor de interieurafwerkingen uit de bouwtijd, zoals de tegels aan wanden en plafonds en de houten kapconstructies. Aan de westelijke gevel is een aanbouw toegevoegd. Deze heeft een moderne uitstraling, maar sluit in metselwerk aan op het bestaande volume. Zelfs het voegwerk loopt door. Belangrijk onderdeel van het ontwerp is de integratie van het hotel in het Oosterpark. De hoge hekken zijn verwijderd en rondom het hotel is een weelderige tuin ontworpen die naadloos overloopt in het park. Ook aan de parkzijde is het hotel toegankelijk en is een café gevestigd, waar niet alleen hotelgasten, maar ook bezoekers van het park even iets kunnen drinken. De integratie van het hotel in het park is volgens de jury bijzonder goed geslaagd. Binnen en buiten voel je het alom aanwezige groen. De aan de oostzijde van het hotel gelegen entree naar het park heeft ermee een upgrade gekregen en het is ook voor de parkbezoekers een welkome plek geworden.  De hotelkamers, restaurants en installaties zijn met respect voor de oorspronkelijke indeling en materialen ingepast. Het plezier in het vakmanschap spat er vanaf. Wel ontnemen de vele toevoegingen in de voormalige museumzaal, nu restaurant, het zicht op de karakteristieke kapconstructie en op het park. De jury was niet helemaal uit over de nieuwbouw: lof voor de ambachtelijkheid en de moderne vormgeving in metselwerk, maar de vraag werd opgeworpen of een volume van deze omvang de oorspronkelijke vleugel niet onnodig aan het zicht onttrok.

 

Nominaties

 

Gebouw de oude Krakeling

Opdrachtgever: All Monuments

Architect: Kodde Architecten

Aannemer: GF Deko

 

 

De eerste nominatie is de bijzondere restauratie en herbestemming van de Turnzaal uit 1887. Deze zorgvuldige restauratie gaat gepaard met een ingetogen eigentijdse toevoeging die de beleving van de historische zaal versterkt. Het is een rijksmonument. De gevel en de turnzaal met houten vloer, lambrisering, houten kapconstructie met trekspanten en muurteksten zijn nog grotendeels in oorspronkelijke staat. Al was het historische interieur niet meer goed zichtbaar toen kindertheater De Krakeling er tussen 1978 tot 2020 was gevestigd. De eerste opgave was herstel van het oorspronkelijke casco. Aan de buitenzijde is de aanbouw verwijderd en ook de turnzaal is opgeschoond. Het oorspronkelijke houten dak is weer zichtbaar en schoongemaakt. Over de oorspronkelijke turnvloer is ter bescherming een houten vloer gelegd. Een kleurenstudie gaf inzicht in de negentiende-eeuwse kleuren, ook zijn de met de hand uit hout gesneden drakenkoppen teruggebracht. Het enkele glas is behouden. Dat vergde een extra inspanning qua klimaatbeheersing. Om kantoorplekken te creëren is los in de ruimte een flexibel element ontworpen. Hierdoor kon de turnzaal onaangetast blijven. Het is een moderne lichte houten constructie met los hangende verticale panelen. De turnzaal is volledig duurzaam en de installaties zijn vakkundig weggewerkt. De jury heeft de turnzaal genomineerd, omdat het een voorbeeldproject is voor het toekomstbestendig maken van cultureel erfgoed waar vakmanschap, restauratie, duurzaamheid en oog voor het gebouw een inspiratie en kennisbron zijn. Ze heeft grote waardering voor de keuze van de opdrachtgever om het programma ondergeschikt te maken aan de monumentale ruimte, hierdoor ontstaat een krachtige ruimte waar de nieuwe functie ondergeschikt is aan het monument. Ze bewondert de slimme aanpak om de flexibele ruimte inclusief alle technische installaties in te passen zonder de essentie van het gebouw aan te tasten. De jury is onder de indruk van de nieuwe toevoeging. Het is architectonisch een juweel dat het historische karakter van de ruimte versterkt. De restauratie van de turnzaal en het nieuwe element zijn bovendien op een ambachtelijke manier, met veel zorg voor de materialen en detaillering uitgevoerd. Vanuit buiten heeft het pand een sterke relatie met de straat, tegelijk is het jammer dat het niet is gelukt om er ook een openbare functie te realiseren.

 

Notweg 32

Opdrachtgever: Stadgenoot

Architect: Bakers Architecten

Aannemer: Schadenberg Groep

 

 

De volgende nominatie is de bijzondere herbestemming van de voormalige Lukasschool in Amsterdam Nieuw-West. Hier is de plek en het gebouw aangegrepen om deze weer een functie te laten vervullen in een buurt met sociaal-maatschappelijke problemen. Een wijk waar monumenten, erfgoed en kwaliteit helaas nog niet altijd hoog scoren, doen ze het hier echt anders. De Lukasschool werd in de jaren vijftig ontworpen volgens het concept van de H-school. Vanwege bezuinigingen werd slechts de helft van de H gebouwd. In de jaren vijftig en zestig werden verschillende van dit soort prefabscholen gebouwd. In Amsterdam is dit het laatst overgebleven exemplaar van dit schooltype en het is een gemeentelijk monument. Jaren stond de dichtgetimmerde school leeg en bood het een verloederde aanblik. Enkele jaren geleden is gestart met de renovatie van het schoolgebouw, waarbij de keuze is gemaakt om in de school functies te huisvesten die bijdragen aan de leefbaarheid van de buurt en om jongeren te ondersteunen. En dat is precies wat het project zo bijzonder maakt. Op de eerste en tweede verdieping zijn studio’s gemaakt voor jongens tussen 18 en 26 jaar uit de buurt, die moeite hebben om een zelfstandige woonplek te vinden. Op de begane grond is een huiskamer en een keukenruimte ingericht. De gevels zijn hersteld en daarbij is ook onderzoek gedaan naar de oorspronkelijke kleuren. De krachtige geleding van de zuidgevel door de drie uitspringende betonnen trappenhuizen met elk drie raamstroken is weer leesbaar. De horizontale betonnen banden zijn in blauw uitgevoerd, de draaiende delen van de raamkozijnen in geel en de entree in het midden is met een rode kleur geaccentueerd. Intern was er niet meer veel dat herinnerde aan de oorspronkelijke klaslokalen. Slechts in de trappenhuizen zijn de jaren vijftig nog beleefbaar. De jury licht dit project eruit vanwege de sociaal-maatschappelijke betekenis van de herbestemming.  De verbindende functie die het gebouw voor de buurt heeft gekregen maakt indruk. Jongeren worden ondersteund om hun kansen in de maatschappij te verbeteren. De wooneenheden zijn bestemd voor jongeren in de buurt en op de begane grond is ruimte gecreëerd voor buurtactiviteiten. Er wordt bijvoorbeeld samen gekookt en er wordt ontbijt uitgedeeld aan de kinderen van de naastgelegen school. Het exterieur is met oog voor het oorspronkelijke ontwerp hersteld, maar als restauratieproject springt het gebouw er minder uit. De tuin had nog meer bij de buurtactiviteiten kunnen worden betrokken en ook liggen hier nog kansen voor ‘natuurinclusiviteit’.

 

Winnaar

 

Zandkasteel

Opdrachtgever: Wonam, Zadelhoff

Architect: Alberts & Van Huut International Architects, a/d Amstel architecten

Aannemer: VOF AMP

 

 

En dan de winnaar! Middenin de Bijlmer staat het voormalige kantoor van de NMB-bank. Het gebouw is een gemeentelijk monument. Het voormalige kantoorgebouw van de NMB-bank bestaat uit tien torens die door een open slingerende binnenstraat met elkaar worden verbonden en waaraan voorzieningen als restaurants en vergaderruimtes waren gelegen. Karakteristiek is de als organisch omschreven vormentaal. De ruimtewerking is sensationeel; vooral in de collectieve ruimtes in de binnenstraat waar de doorgaande kolommen over de verdiepingen doorlopen. De speciaal voor het gebouw ontworpen kunstwerken ondersteunen de ruimtewerking, en doen een beroep op de zintuigen. Het kleuren materiaalgebruik zijn onderdeel van de ruimtelijke beleving. ‘Je bent toch afhankelijk van de opdrachtgever, of die lef heeft’ zo begon de architect zijn verhaal. De opdrachtgever had zeker lef, allereerst al door de oorspronkelijke architect te vragen vorm te geven aan de herbestemming. Daarnaast vanwege de keuze om er een ‘microdorp’ te ontwikkelen, met maatschappelijke relevantie voor de buurt. De torens bieden plek aan huurappartementen, waar de afspraak gemaakt is om 30% van de woningen toe te kennen aan mensen uit Zuidoost. Dit zijn allemaal huurwoningen met een schappelijke middeldure huur. Daarnaast zijn er laagdrempelige kantoorruimten en een school gerealiseerd. Van de begane grond is een overdekt openbaar plein gemaakt met werken ontmoetingsruimtes, horeca, rustplekken en een binnentuin. Binnenkort opent er ook een cultuurhuis wat zich met name zal richten op jazz. De Bijlmerbios kan zonder kosten hun film afspelen in de oorspronkelijke filmzaal. Diverse voor het gebouw gemaakte kunstelementen zijn teruggeplaatst. De binnentuin is voor iedereen, voor de bedrijven, bewoners, bezoekers. Het ontwerp zorgt ervoor dat niemand zich de tuin kan toe-eigenen. In de lijst met de top herbestemmingen van 2023 is het Zandkasteel de onbetwiste nummer 1.  Het mag duidelijk zijn aan wie de jury de Geurt Brinkgeve Bokaal 2023 toekent, omdat het hier is gelukt om gebruik makend van de oorspronkelijke kwaliteiten van een gesloten bankgebouw een uitnodigende plek te maken voor iedereen. Het gebouw omarmt je; door de uitnodigende entree, de serene ruimte, het warme en natuurlijke kleuren materiaalgebruik, de kunst en de tuin, en de diversiteit aan functies. Het is een plek waar je wilt zijn en waar we ook zien dat bewoners uit het gebied zitten, wonen en verblijven. Erfgoedwaarden, creativiteit, maatschappelijke waarden, samenwerking en duurzaamheid komen er als vanzelfsprekend samen.

 

Zandkasteel

Opdrachtgever: Wonam, Zadelhoff

Architect: Alberts & Van Huut International Architects, a/d Amstel architecten

Aannemer: VOF AMP winnaar van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2023 

 


 

De jury van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2023 bestond uit juryvoorzitter Marjorie Verhoek (m), regiohoofd bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed; Kim Zweerink (l), architectuurhistoricus werkzaam bij MOOI Noord-Holland (tevens schrijver van het juryrapport) en Kees Doornenbal (r), architect/eigenaar Rappange & Partners architecten. De jury werd ondersteund door Geertje de Vries van Grond en Ontwikkeling, gemeente Amsterdam. De prijs wordt georganiseerd in samenwerking met Anette van Dijk van Monumenten en Archeologie en Jan Fraijman van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad.

 

Geurt Brinkgreve Bokaal De Geurt Brinkgreve Bokaal is een onderscheiding die de gemeente Amsterdam jaarlijks toekent aan het beste initiatief op het gebied van herontwikkeling of renovatie van erfgoed. De gemeente onderkent dat passende herbestemming leidt tot behoud van veel erfgoed. De prijs is vernoemd naar Geurt Brinkgreve (1917 - 2005), die streed voor het behoud en herstel van de Amsterdamse binnenstad. Voor de Geurt Brinkgreve Bokaal 2023 kwamen 41 gebouwen in aanmerking die zijn opgeleverd tussen 1 augustus 2022 en 1 augustus 2023. In oktober bezocht de jury een achttal voorgeselecteerde projecten, waaruit de nominaties en de winnaar werd gekozen.

  


Over deze site

Disclaimer