Het in 1891 gebouwde Burgerziekenhuis is ontworpen door A. van Gendt. Bijna honderd jaar deed het dienst als ziekenhuis voor de 'gewone en minder bedeelde burger'. De komst van het Amsterdams Medisch Centrum in 1981 betekende een afname van patiënten. In 1992 werd het gebouw door de gemeente in gebruik genomen als stadsdeelkantoor van Oost/Watergraafsmeer. Door de gemeentelijke herindeling van de stadsdelen was het pand niet meer nodig als zodanig. De internationale hotelketen Eden Manor kreeg in 2009 de toestemming er een hotel in te vestigen met 120 kamers.

In het pand zijn veel van de oorspronkelijke elementen uit de Neorenaissance teruggebracht: in de kolommen, de plafonds en de vloeren van de lobby en de entree is de originele detaillering gereconstrueerd. Het hotel is ingepast binnen de bestaande structuur van het gebouw. De uitbreiding uit de jaren zestig is vervangen door nieuwbouw die in zijn architectuur aansluit bij het oorspronkelijke gebouw. De nieuw- en oudbouw zijn met een glazen bouwdeel gekoppeld.

Op de zolderverdieping waren de slaapvertrekken van de leerling-verpleegsters gesitueerd die vanwege het lage plafond en de smalle gangen ook wel bekend stond als 'de kippenren’. Om ook op deze verdieping hotelkamers te kunnen realiseren, werd de kap opgehoogd. Daartoe zijn de spanten losgezaagd en opgekrikt, waarna het dak is aangeheeld. Het gebouw wordt verwarmd en gekoeld door een systeem van warmte-koudeopslag en er zijn nestelplekken voor gierzwaluwen gerealiseerd. Het interieur werd ontworpen door Feran Thomassen.