Het project in een voormalige arbeiderswijk betreft een locatie in de gevelwand van de Jacob van Lennepstraat. De invulling voegt zich tussen de negentiende-eeuwse bebouwing aan de ene zijde en een detonerend stadsvernieuwingsblok aan de andere zijde. Gekozen is om de oorspronkelijke ritmiek van de wand met korte hogere elementen en lange lagere elementen op te pakken.

Wat zo ontstaat, is een ingetogen maar herkenbare invulling, die aansluit op de omliggende bebouwing door ook de kenmerken van de negentiende-eeuwse raamverdeling en detaillering te gebruiken. Anderzijds neemt het een eigen plek in door hier op een subtiele manier mee om te gaan.

Het blok bevat tien koopappartementen. De vele raamopeningen en de diepe, woningbrede balkons geven de woningen lucht en licht. De plattegronden vouwen zich in een bajonetvorm om het centrale trappenhuis. Zo heeft iedere woning zowel een brede zijde als een smalle zijde. Het ene type richt zich op de straat de andere op het binnenterrein met een breed balkon.