De 22 gerenoveerde panden aan de Eerste en Tweede Atjehstraat zijn aan het begin van de twintigste eeuw gebouwd en omvatten 88 kleine appartementen. De slechte bouwkundige staat maakte naast funderingsherstel een aantal constructieve ingrepen noodzakelijk. Zo werden de achtergevels van dertien panden en de trappenhuizen van veertien panden vernieuwd. De zeven nieuwe trappenhuizen, die op een na naar de achtergevel zijn verplaatst, ontsluiten telkens twee panden. Door het inbrengen van staalconstructies en het verplaatsen van trappenhuizen, ontstond meer vrijheid in het ontwikkelen van grotere woningen.

De maisonnettes op de begane grond en eerste verdieping, ontstaan door verticale samenvoeging, bevinden zich daar waar de tuinen het diepst zijn. Ter plaatse van de kleinere achtertuinen zijn op de straat georiënteerde bedrijfsruimten gesitueerd. Op de begane grond van de nummers 38 en 40 ligt een fietsenstalling die door derden commercieel wordt geëxploiteerd.

De achtergevels van de Eerste Atjehstraat 16-42 (met uitzondering van nummer 28) zijn vernieuwd en opgetrokken in kalkzandsteen met buitenisolatie en stucwerk. De nieuwe balkons zijn daar verbreed tot circa 1,55 meter.