Op de plek van zeven volledig uitgewoonde pandjes in het ten westen van de Van Baerlestraat liggende deel van de Ruysdaelstraat, is een uit twaalf appartementen bestaand woongebouw met een ondergrondse parkeergarage gerealiseerd. De voorgevel is afgewerkt met minutieus gedetailleerd metselwerk van uitzonderlijk lange bakstenen in een grote verscheidenheid aan verbanden. Boven de monumentale in verbronsd messing uitgevoerde hoofdentree is een uit dezelfde steen gestapeld opengewerkt mozaïek aangebracht. Zowel de uitkragende glazen erkers als de diep terugliggende vensters geven de façade nog meer expressie. De dakappartementen zijn voorzien van een door metalen spanten verhulde, spectaculair uitzicht biedende glazen gevel, met toegang tot een slim verstopt rokersbalkon. De façade aan achterzijde aan de gesloten binnentuinen is uitgevoerd in wit metsel- en stucwerk en voorzien van deels met vaste plantenbakken begrensde royale balkons, ontsloten door brede, ranke schuifpuien. De tuinen van de maisonnettes op de begane grond zijn via gemetselde trappen verbonden met de balkons op de verdieping. Het dakterras van het penthouse biedt rondom uitzicht over de stad. De gemeenschappelijke ruimten zijn afgewerkt met Italiaans travertijn, het van buitenaf door de openingen in het siermetselwerk zichtbare trappenhuis wordt ‘s avonds een zachtverlichte lantaarn in de straat.