Het woongebouw, bestaande uit 26 stadswoningen, staat tussen het Theo van Goghpark en de ‘groene tunnel’. De locatie was de aanleiding om zowel de kwaliteiten van de stad als van de natuur in het gebouw te willen vangen en deze voelbaar aanwezig te laten zijn voor de bewoners.

Het gebouw kent twee gezichten. De gevel aan het park is van een warme donkerrode baksteen. Onder andere door eenduidig materiaalgebruik, hoge dakranden en reeksen ramen krijgt de wand massa en toont deze zich als een eenheid. De in- en uitrit van de garage en de klok accentueren dit extra. Door hoge erkers en verticale sneden in het metselwerk blijven de individuele woningen herkenbaar. De gevel heeft grote vensters met stalen kruizen die uitzicht bieden op de straat en op het park. De gevel aan de ‘groene tunnel’ wordt gekenmerkt door de terugspringende bouwmassa met terrassen op meerdere verdiepingen. Deze bieden ruimte aan het private leven tussen woonkamer en waterkant. Deze op de zon gelegen gevel is uitgevoerd in lichte geveldelen, gecombineerd met een halfopen plint van Siberische lariks. De zes meter hoge houten portalen benadrukken de individuele woning en omkaderen de natuur vanuit de woning.