Het Scheepvaarthuis - ook wel bekend door zijn vorige gebruiker, het GVB - is in 1916 gebouwd als kantoorpand voor zes rederijen naar ontwerp van Johan van der Mey. Het gebouw was praktisch, modern en functioneel, gebouwd in de stijl van de vroege Amsterdamse School, met verwijzingen naar de rijke scheepvaarttraditie van Amsterdam. Nu is het Scheepvaarthuis getransformeerd in een luxe hotel. Naast de 165 hotelkamers en grote suites herbergt het hotel diverse zalen, een restaurant en een bar. In het souterrain zit een wellnesscenter en in de oude kluis is een wijnkelder gebouwd.

In de derde fase van het project heeft Kentie en Partners Architekten het overgenomen van Rappange & Partners architecten. Het bureau heeft zich gericht op de inrichting, het interieur en het ontwerp van de suites.

Het restauratiewerk van de vele monumentale details is in nauw contact met het gemeentelijke Bureau Monumenten gebeurd. Het hotel is vormgegeven op een manier die het oorspronkelijke karakter van het gebouw zo min mogelijk aantast. Bij de meest monumentale kamers die zich in de punt van het gebouw bevinden, is bijvoorbeeld het originele meubilair gebruikt en zijn de nieuwe tapijten en wandbespanningen ontworpen op basis van de ontwerpen van de oorspronkelijke interieurarchitect Nieuwenhuis. In enkele kamers zijn de badkamers als glazen kristallen units midden in de ruimte geplaatst zonder deze aan te tasten.