Er is gekozen voor een duidelijk onderscheid tussen een hoog appartementengebouw met 66 huurwoningen en een laagbouwgedeelte met 52 grondgebonden koopwoningen. Tussen deze twee delen ligt een buurtpleintje, met een grote trap naar het water. Het appartementengebouw bestaat uit twee wieber vormen die tegen elkaar aangeschoven zijn. Door 12 m brede balkons voor elke woning te leggen krijgt het gebouw een horizontale geleding. Dit wordt versterkt door de geknikte balkons. Zo ontstaat er een mooi vormenspel met het hoofdvolume. De dubbelhoge entree aan de Polygoongracht volgt de hoogteverschillen in de kavel. Hier ontstaat ook een verbinding met het pleintje tussen de hoog- en de laagbouw. De laagbouw kenmerkt zich door een grote variatie in woningtypes. In het binnengebied worden de auto's verlaagd geparkeerd ten opzichte van de woningen, zodat die niet teveel in het zicht zijn. De woningen aan het water hebben een terras aan de gracht. Bijzonder zijn enkele woningen waar je je boot onder kunt stallen. De blokken zijn per typologie geclusterd zodat er telbare geveldelen ontstaan. Het blok vormt een balans tussen de wens naar individualiteit en de wens naar samenhang in compositie en materialen.