Het plangebied voor dit project omvat drie locaties, gevat in drie identieke stedenbouwkundige ensembles: twee L-vormige blokken eengezinswoningen op de rand van stad en land. Op deze locatie hebben etage- en eengezinswoningen plaats gemaakt voor 24 grondgebonden eengezinswoningen.

Zes vrijstaande gebouwen van elk twee keer twee woningen zijn in het groen gelegen. De objecten hebben deels twee, deels drie woonlagen en zijn in noord-zuid richting georiënteerd. De toegang tot de woningen loopt via een wandelpad. Dit pad loopt dwars door de gebouwen heen en eindigt in het groen.

De nieuwe woningen zijn van een andere schaal en verschijningsvorm dan de bestaande rijtjeswoningen. Door de nieuwe woningen als objecten bewust uit de bestaande structuur te plaatsen wordt deze gerespecteerd. Dit wordt ook tot uitdrukking gebracht in de materialisering; een lichtvoetige uitstraling wordt bereikt door een open houten gevelstructuur toe te passen waarbij op oriëntatiepunten zelfs letterlijk door het gebouw heen kan worden gekeken. Bovendien worden de doorzichten van en naar het achterliggende woongebied versterkt. Rondom de woningen ligt een tuinstrook als buffer tussen privaat en openbaar gebied. De blokjes zijn zo ontworpen dat ze snel, eenvoudig en met zo min mogelijk overlast gebouwd konden worden.