Rijksmonumenten Groeningen en Vriesland op de Prinsengracht 693 en 691 zijn gebouwd tussen 1714 en 1725 als onderdeel van het project de Zeven Provinciën: een aaneengesloten seriematige huizenbouw, projectontwikkeling avant la lettre. In historisch en technisch opzicht was er achter de voorgevels weinig tot niets meer overgebleven van de twee oorspronkelijk gescheiden huizen met hun open tuinen en bijbehorende tuinhuizen. In de jaren veertig van de vorige eeuw verbond een koffie- en cacaohandel deze huizen met de achterliggende panden aan de Kerkstraat 28-30, door de open tuinen te bebouwen. In de jaren tachtig zijn Groeningen en Vriesland tenslotte samengevoegd met het kantorencomplex Prinsengracht 697. In 2011 besluit de opdrachtgever tot herontwikkeling met kleinschalig wonen en werken. Prinsengracht 691-693 krijgt de functie wonen, met als stedenbouwkundige randvoorwaarde dat de onderlinge parcelering hersteld zal worden. Daarmee zijn de panden nu weer gescheiden woonhuizen. De oorspronkelijke trappenhuizen zijn hersteld en Groeningen en Vriesland bieden nu plaats aan zeven woningen, bestaande uit meerdere verdiepingen en variërend in grootte. Achtergevels sluiten, met respect voor het oorspronkelijke stedelijk weefsel, opnieuw aan op de open tuingedeeltes. Het monumentale tuinhuis van nummer 691 is dusdanig hersteld en gerestaureerd dat het weer op zichzelf staat, inclusief bijbehorende droogloop. Op 693 is een tuinhuis teruggebouwd.