Naar Menu

Home2013-2014Geurt Brinkgreve Bokaal

Karel Loeff

Geurt Brinkgreve Bokaal 2014

Amsterdam heeft vele kanten en iedere nieuwe wijk is weer bijzonder. De Westelijke Tuinsteden zijn daarbij inmiddels net zo veel erfgoed als de industrie in Noord en de opzet van de Bijlmer. Geurt Brinkgreve, naar wie deze prijs vernoemd is, hield zich met name bezig met de historische binnenstad. In de binnenstadskern lijkt het ‘gevecht om Amsterdam’ zoals hij dat noemde een nieuwe fase in te gaan. De binnenstad is op het hoogste niveau beschermd, de monumenten staan er schitterend bij en van grootschalige sloopplannen is geen sprake meer. Hoe anders ervoer Geurt Brinkgreve dat zestig jaar geleden, toen in de wijken van en rond het centrum, zoals de Jordaan en de Nieuwmarktbuurt, verkrotting heerste waarbij het ‘historische karakter en de schoonheid’ door sloop en nieuwbouw werden bedreigd.


 

Herbestemming is de laatste paar jaar het ontegenzeggelijke credo, waarbij historische kwaliteiten benut worden maar ook zorgvuldige aanpassingen mogelijk zijn. Voor de historische binnenstad dreigt echter een nieuwe vorm van gevaar: het steeds toenemend toerisme. Dit leidt tot een gevecht over bestemming en gebruik, waarbij termen als verloedering en overbevolking opnieuw hun intrede doen. De ‘overbevolking’ in de tijd van Brinkgreve bestond uit teveel bewoners van de binnenstad en ‘toenemend chaotisch verkeer, dat steeds meer ruimte vraagt en een onrustige sfeer schept die op het zenuwgestel van de mens een niet bepaald gunstige invloed heeft’.

 

Amsterdam werkt aan de beheersbaarheid van de toeristenstroom. Het Centraal Station begint meer en meer te stralen en is als fotomoment voor de toerist bijna even belangrijk als het Paleis op de Dam. Met de komst van de Noord-Zuidlijn zal een deel van het personenverkeer ondergronds worden gebracht. Dat zal enige verlichting brengen, evenals de uitrol van de Rode Loper, die nu is gestart. Daarnaast is er beleid om steeds meer toeristen in de stadsdelen, ja zelfs buiten de stad te laten verblijven. De stad slaat haar vleugels uit, en dat zien we terug in de opgeleverde projecten van dit jaar, waarbij we tot onze vreugde ook herbestemmingsprojecten zien in de stadsdelen die in de tijd van Brinkgreve pas opgeleverd waren. Dit jaar blijft Nieuw-West buiten de ring buiten beeld, maar we weten we dat er ook daar mooie projecten zijn en zijn geweest voor het opnieuw benutten van bestaande gebouwen. Zo zijn de Dudokhaken en het Ramadahotel recentelijk winnaar geweest van de Bokaal.

 

De negen herbestemmingsprojecten die in de voorselectie zijn opgenomen geven een goed beeld van de huidige dynamiek die Amsterdam kenmerkt. Ze staan in het teken van nieuwe vormen van wonen, van samenwerken en ondernemen en bijzondere vormen van educatie, ontspanning en recreëren. De toerist komt om het unieke van Amsterdam te zien en te beleven, maar de inwoners van de stad zelf willen dat ook. De jury constateert dat een groot aantal projecten transformaties naar horeca en/of hotels betreffen. Dat heeft veel te maken met dat toenemende toerisme, maar ook met een toenemende trend van buitenshuis werken en recreëren. Er ontstaan gemengde functies: een werklocatie met slechts een simpele koffieautomaat lijkt inmiddels verleden tijd. Tijdens werk en vrije tijd, op ieder moment mag de stad haar unieke karakter tonen. Die ‘erfgoedsensatie’, de beleving van de historie, is in bijna alle opgeleverde projecten leidend geweest voor de herontwikkeling. Het laat zien dat eigenaren en opdrachtgevers, architecten en ontwerpers feilloos aanvoelen dat gebruikers vragen om een plek met een verhaal.
Het bijzondere verhaal maakt alle negen projecten uniek. De rondgang van de jury langs de diverse locaties maakte duidelijk dat vergeten plekken een nieuwe lading kunnen krijgen, ongeacht de grootte van het object of de hoogte van het geïnvesteerde budget. Daarbij waren er wel grote verschillen in de toegankelijkheid: sommige projecten zijn alleen open voor (een beperkt aantal) klanten of eigen gebruikers, anderen staan open voor heel Amsterdam, ja zelfs voor een internationale doelgroep.

 

De jury

 


 

De jury van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2014 bestond uit v.l.n.r. Karel Loeff (voorzitter en verslaglegger), directeur van de Bond Heemschut en oprichter van het onderzoeks- en adviesbureau Monumentenadvies.nl; Bastiaan van de Kraats, directeur en oprichter van het architectenbureau 1meter98 gespecialiseerd in restauratie en herbestemming; en Helen van Duin, lid van het landelijk H-team en 30 jaar actief in de bouw en vastgoedontwikkeling. De jury werd ondersteund door Monique van den Berg en Bart Truijens van het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam. De prijs werd mede georganiseerd door Bureau Monumenten & Archeologie en de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad.

 

 

Het verhaal van het object wordt ook niet op alle plaatsen even duidelijk in beeld gebracht voor de gebruikers. Vaak is men afhankelijk van uitleg door personen, terwijl een meer blijvende vorm van informatie over de link tussen heden en verleden op locatie als ook via internet, door middel van publicaties of presentaties in woord en beeld ter plaatse de projecten een nog grotere meerwaarde kan geven. Wat dat betreft valt er bij een aantal herbestemmingsprojecten nog wel wat te winnen.

 

Vijf criteria vormen de hoofdthema’s waarop de jury haar oordeel heeft gevormd: de creativiteit waarmee de transformatie is uitgevoerd, de omgang met de erfgoedwaarden, de maatschappelijke waarde en uitstraling van het gebouw voor de omgeving, het proces van tot stand komen van het project en aspecten van duurzaamheid. De jury heeft met name gelet op het proces, de genomen (financiële) risico’s en de ondervonden (instandhoudings)problemen tijdens het traject van, alsmede de uitstraling die de projecten hebben of zullen hebben op de omgeving: de maatschappelijke meerwaarde.
Als laatste werd de jury de vraag gesteld hoe Geurt Brinkgreve tegen het project zou hebben aangekeken. Het was zaak ook deze gedachtevorming bij het eindoordeel te betrekken. Laatst genoemd aspect is het meest lastige; Geurt leefde in een andere tijd en overleed in 2005. Toch kan een gezamenlijke conclusie voor alle projecten wel worden getrokken: bij alle geselecteerde herbestemmingen geldt dat het maatwerk betrof, gericht op behoud van karakter én nieuw of voortgezet gebruik. En dat moet Brinkgreve, als tegenstander van de standaardisatie die in de periode van de Wederopbouw plaats vond, en als pleitbezorger voor een leefbare stad, zeker hebben aangesproken.

 

Prins en Keizer

Opdrachtgever: Borgkey Vijzelstraat

Architect: Dam & Partners Architecten
Een pand waar ten tijde van de bouw niet alle handen voor op elkaar gingen, heeft terecht de aandacht en waardering gekregen die het verdient. Een aantal zorgvuldige, soms nauwelijks opvallende ingrepen aan de buitenzijde gaat gepaard met een hippe vernieuwing van het interieur. Het aantal nieuwe functies is beperkt. Als ‘workspace’ is de herbestemming een doorvertaling van het oorspronkelijke kantoorconcept. Dat heeft de herbestemming wellicht vergemakkelijkt. Goede toevoegingen zijn de kleine kantoorunits voor kortlopende huur en het doorzicht naar de keurtuin, een nieuwe, bijzondere en mooie vinding voor dit gebouw en de historische binnenstad. De jury acht het resultaat slechts ten dele een echte toevoeging voor de buurt: hoewel iedereen die aangesloten is een werkplek kan huren, is het gebouw niet heel uitnodigend om binnen te stappen. De entree en plint openen zich niet optimaal naar de stad en het slopen van de oorspronkelijke vitrines in de plint wordt door de jury betreurd. Er zijn architectonisch fraaie ingrepen gedaan door het creëren van vides en gevelinsnoeringen. Meerwaarde en waardeontwikkeling voor de buurt zullen ongetwijfeld volgen, omdat er handig ingespeeld is op de opening van het metrostation op deze plek.

 

Privaathuisjes

Opdrachtgever: Stadsherstel Amsterdam
Architect: Bouwbureau Stadsherstel, Het Bouwwerk
Bijzonder aan dit project is dat het particulier initiatief van een persoon, met haar persoonlijke verhaal, uiteindelijk heeft geleid tot dit fraaie resultaat. De privaathuisjes zijn charmant als stedenbouwkundig object en bijzonder gelegen op het plein. Terecht worden deze sculptuurtjes behouden en zijn ze uiteindelijk ook beschermd, waarbij het eigenlijk niet voor te stellen is dat deze eens waren volgestort met aarde en daardoor werden vergeten. De jury waardeert de zoektocht om te komen tot een samenwerking met een partij die de herbestemming verder kan brengen. De hoogte van de huur in relatie tot de relatief geringe investering en beperkte bruikbaarheid van de objecten riep enige vraagtekens op.

 

Gemaal Kadoelen

Opdrachtgever: Stadsherstel Amsterdam

Architect: Bouwbureau Stadsherstel, Boondock
De afwending van de sloop van dit gemaal is een interessant gegeven. Het is een prachtig object op een unieke locatie. De jury waardeert de inspanningen voor behoud, al is dat behoud slechts tijdelijk gegarandeerd, helaas. De herbestemming laat het verhaal zien van het gebouw, waarbij duidelijk wordt waarom ingrepen vooral ook niet gedaan zijn. Dat dat voor de opdrachtgever heeft geleid tot nieuwe manieren van werken valt te prijzen. De vraag is of de werkplekken op termijn wel optimaal zullen blijken. Positief vindt de jury dat met het organiseren van concerten het gebouw onderdeel wordt van de buurt. Daarbij is het bovendien een prima zaak dat dit culturele alsmede het zakelijk gebruik is geïnitieerd door bedrijfjes uit de buurt.

 

De Tolhuistuin
Opdrachtgever: gemeente Amsterdam, Stichting Tolhuistuin

Architect: VASD interieur & architectuur, Studio AI
Het multifunctionele aspect van het gebouw alsmede de publieke toegankelijkheid spreekt de jury bij dit project zeer aan en ziet zij als een grote waarde voor de wijk en Noord. Met weinig (misschien wel te weinig) budget is het een knap resultaat, alsmede het proces om alle gebruikers betrokken te houden. Daarbij is de invloed van de gebruikers op het resultaat naar de mening van de jury op een paar plekken wat te groot geweest. Het oorspronkelijke concept van het gebouw heeft daardoor op een aantal plaatsen te lijden gehad, zowel bij het exterieur als het interieur. Zo is door de toevoeging van een wat onduidelijke nieuwe entreetrap met bordes en terras het zicht op het gebouw vanaf de belangrijkste richting deels verdwenen. Maar ook de doorboring van de oude trap, door een kolom voor de nieuwe zaal, verbaasde de jury. Het gebouw is een sterk en fraai ontwerp met een interessante historie en de omwenteling van afgesloten naar openbaar is bijzonder. Dat verhaal kan mogelijk beter verteld worden aan de ongetwijfeld vele nieuwe groepen gebruikers van het pand, uit stadsdeel Noord maar ook uit de nieuwe stroom bezoekers vanuit het centrum. De Tolhuistuin is daarbij als openbare ruimte toegevoegd aan de stad, wat als positief wordt ervaren.

 

De Flat Kleiburg

Opdrachtgever: Consortium De Flat (KondorWessels Vastgoed, Hollands Licht, Hendriks CPO, Vireo Vastgoed)
Architect: NL Architects, XVW architectuur
Waardering is er voor de afgewende sloop van ‘de laatste oorspronkelijke Bijlmerflat’. Hoewel de herbestemming voor de hand ligt, het blijven woningen, is er sprake van huur naar (sociale) koopappartementen. Naar de mening van de jury waren de risico’s van het consortium minimaal en lag het risico feitelijk geheel bij de verkopende corporatie. Bij onvoldoende belangstelling ging de deal niet door en zou er alsnog worden gesloopt. Dat gevaar is nu afgewend, en terecht. De opgeknapte ontsluitingen en de verbetering van de situatie van de plint (woon-werkruimtes in plaats van parkeerboxen) dragen bij aan een prettige begane grond, waarbij de jury benieuwd is naar de inrichting van de buitenruimte door het stadsdeel. Door respect voor de oorspronkelijke materialisering van de balkons is de uitstraling van het gebouw robuust en krijgt het haar schoonheid weer terug. Er is handig omgegaan met bestaande elementen (alleen draaiende delen werden vervangen), technisch zijn de ingrepen verder vrij beperkt. Met het aspect duurzaamheid is niet echt iets gedaan, behalve de - verplichte- aansluiting op stadswarmte. Knappe marketing en slimme prijsstelling heeft het project doen slagen en maakt deze flat een gewilde nieuwe locatie, en terecht.

 

Faralda Kraan

Opdrachtgever: Edwin Kornmann Rudi

Architect: IAA Architecten, VDNDP Bouwingenieurs

Op zowel conceptueel, architectonisch als technisch gebied is de jury onder de indruk van het behoud en de herbestemming van deze kraan. Van de kleurstelling die oud en nieuw onderscheid tot de oplossingen voor energie en water. Een bijzondere waardering verdient ook de conceptuele, andere manier van denken van de opdrachtgever voor de werving van middelen alsmede de opgezette samenwerking tussen partijen. De kraan is een landmark en terecht (uiteindelijk) aangewezen als rijksmonument. Door de herbestemming draagt het object bij aan de internationale uitstraling van de stad. De toegankelijkheid is een minpuntje, het blijft een exclusief object, waarmee het de vraag is of de kraan ooit echt ‘van alle Amsterdammers’ zal worden. De herbestemming is uniek, en daardoor lastig vergelijkbaar.

 

De nominaties

 

Volkshotel

Opdrachtgever: VKG VOF

Architect: Studio Steenbruggen

De Wibautstraat werd nog maar een paar jaar geleden door de Amsterdammers ‘bekroond’ als lelijkste straat van Amsterdam. Nu is het tij gekeerd, mede door de opening van dit hotel: een interessante nieuwe functie en dus waardevolle toevoeging voor de buurt. Dit komt vooral doordat de lounge en de bar op de begane grond echt laagdrempelig toegankelijk en bruikbaar zijn én ook al zo worden gebruikt. Ook de doorgang naar en het voortzetten van de broedplaatsen met de lage huur geeft reuring in het entreegebied. Een prima combinatie. Het historisch bewustzijn is versterkt door het laten terugkomen van thema ‘krant’, zowel in de kamers als in de publieke ruimten. Slim is ook het marktsegment van de ‘hipster’, voor wie dit gebouw al op de kaart stond door eerdere tijdelijke bestemmingen van broedplaats en café Canvas op het dak. De architectonische aanpak van de gevels, waarbij de sfeer is gebleven, verdient waardering. Hetzelfde geldt voor de materialisering van het interieur waar hard beton wordt verzacht door houten betimmeringen: overtuigend is hier de budgethotel-sfeer neergezet en doorgevoerd.

 

de Ledenlokalen

Opdrachtgever: Natura Artis Magistra

Architect: Sprenger von der Lippe, Rappange & Partners, Studio Linse

Over de doos op het dak van dit gebouw kan men twisten, maar dit wordt door de jury niet als een storend onderdeel van het ontwerp ervaren. Integendeel: de keuzes bij de herbestemming van Ledenlokalen van Artis zijn helder, die van de architectonische ingrepen duidelijk. De uitvoering is op alle punten zorgvuldig, met bijzondere aandacht voor oude en nieuwe materialen, details en toevoegingen, soms met een ‘Artis-tieke’ knipoog. De jury is onder de indruk van het programma, niet alleen door de toevoeging horeca, vergaderzalen, studio's en museum, maar vooral ook door de toevoeging van een nieuw openbaar plein aan de stad, binnen het gebied van Artis. Hierdoor is er sprake van een sterke meerwaarde voor buurt en is het gebouw ook echt teruggegeven aan de stad. De fraaie erker aan de achterzijde is daarbij weer toegankelijk en zichtbaar voor het grote publiek. De budgetten voor de herbestemming waren fors en knap bijeen gebracht. In het kader van waardeontwikkeling is de vraag wel hoelang dergelijke museum-experiences het volhouden als zelfstandige attractie.

 

De Winnaar

 

De Hallen Amsterdam

Opdrachtgever: Stichting TROM

Architect: Architectenbureau J. van Stigt

Geurt Brinkgreve had de herbestemming van het winnende project prachtig gevonden, in alle opzichten. Daarvan is de jury overtuigd. Aan het project is simpelweg alles goed, van de financiering tot en met de fondswerving, van de programmering tot de uitvoering en de detaillering. Qua duurzaamheid staat het 16.000 m2 (!) grote complex model voor de BREEAM Building Research Establishment Environmental Assessment Method, een opvallende prestatie! Zo is er sprake van dakisolatie en warmteopslag bijvoorbeeld, maar tegelijkertijd is ook slim gebruik gemaakt van hergebruik van historisch materiaal en het simpelweg niet uitvoeren van niet noodzakelijke ingrepen, die de authenticiteit ten goede komen. Het is bewonderenswaardig hoe, na een zeer lange aanloop met vele bestuurlijke en financiële hobbels, het particuliere initiatief van de Stichting TROM de herbestemming vlot kon trekken. De rol én de inventiviteit van de architect is daarbij van even grote waarde. Zo kon worden bezuinigd door van de nood een deugd te maken: door verzakte funderingen ontstond ruimte voor een parkeerkelder en door versnelde oplevering werden eerder huurinkomsten gegenereerd. De combinatie tussen commercieel en ideëel is in dit project gesublimeerd. Het open maken van de traverseerhal en het doortrekken van de passage naar de Bilderdijkkade maakt dat het project echt onderdeel wordt van de stad en bijdraagt aan de levendigheid van de buurt. Eén puntje van aandacht heeft de jury wel: zij mist in of bij De Hallen nog een echte historische Amsterdamse tram…

 

Geurt Brinkgreve Bokaal

 

Geurt Brinkgreve (1917-2005), opgeleid als beeldhouwer en medailleur, streed voor het behoud en herstel van de Amsterdamse binnenstad. Dat deed hij als bestuurlid en redacteur bij de Bond Heemschut, als gemeenteraadslid en als hij initiatiefnemer van o.a. de Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel en als medeoprichter van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad. Geurt Brinkgreve kreeg diverse onderscheidingen.

 

Geurt Brinkgreve begreep de bijzondere waarde van de binnenstad op een cruciaal moment in de recente geschiedenis van Amsterdam. Brinkgreve voerde niet alleen actie, hij gaf ook het goede voorbeeld door restauraties ter hand te nemen. Hij liet daarmee zien dat vervallen, waardevolle panden opgeknapt konden worden en voorzien van modern wooncomfort, zodat hun waarde voor het stadsgezicht behouden bleef. Het ging Geurt niet alleen om monumenten maar juist om het gebruik en de beleving ervan door mensen. Het ging hem niet alleen om het behoud van het stedenschoon; de historische architectuur kon immers alleen gered worden als de gebruiksfunctie behouden bleef. In 2006 stelde toenmalig wethouder Tjeerd Herrema een prijs in voor hergebruik van gebouwen en Geurt Brinkgreve als naamgever van de prijs te eren voor zijn inzet voor het behoud van het Amsterdamse erfgoed.

 

De Geurt Brinkgreve Bokaal is een onderscheiding die de gemeente Amsterdam jaarlijks toekent aan het beste initiatief op het gebied van herontwikkeling of renovatie van erfgoed. De gemeente onderkent dat passende herbestemming leidt tot behoud van veel erfgoed. Deze prijs is bedoeld voor een gebouw waarvoor een nieuwe en passende functie is gevonden die het gebouw recht doet en waarbij de ingrepen de aanwezige cultuurhistorische waarden versterken of terugbrengen. Bovendien moet de ingreep aan het (woon)gebouw een meerwaarde betekenen voor de ruimtelijke kwaliteit en een impuls geven aan leefbaarheid van de buurt. De prijs vestigt de aandacht op een gebouw, dat door een kwalitatief hoogwaardige ingreep een tweede leven krijgt en zo wordt teruggegeven aan de stad en de buurt. Voor de Geurt Brinkgreve Bokaal 2014 kwamen 27 gebouwen in aanmerking die zijn opgeleverd tussen 1 augustus 2013 en 1 augustus 2014. In oktober bezocht de jury een negental voorgeselecteerde projecten, waaruit de nominaties en de winnaar werd gekozen.

  


Over deze site

Disclaimer