De herpositionering van de niet gesloopte Echtensteinflat, fungeert als gangmaker van de omvangrijke vernieuwingsoperatie in de E-buurt. Het stedenbouwkundig kader bestond uit een stedelijke woon-werkkade aan de Daalwijkdreef, een stadsstraat als overgangsgebied tussen de flat en laagbouwwoningen (nieuwbouw) en een taludvormige groene zone die maaiveld van de laagbouw en de Daalwijkdreef (4,2 meter hoger) ruimtelijk verbindt. Huisvesting voor studenten, ateliers voor kunstenaars en daklozenopvang vormen het geschikte programma voor deze gebiedsontwikkeling.
In de oorspronkelijke Bijlmermeerflats vormde de aansluiting tussen de blinde, anonieme, begane grond met bergingen met de parkachtige woonomgeving voor gevoel van onveiligheid in woongerief en gebruik. Een adequate uitwerking van de begane grond was daarom bepalend voor de slaagkans van de aanpak. Er is gekozen voor een tweezijdig ontsloten entreehal voor de 71
studenteneenheden die zorgt voor levendigheid aan beide zijden van de flat. Verder zijn er aparte toegangen voor de 24 atelierruimten aan voor- en achterzijde. Ook is er een aparte entree voor de negentien daklozeneenheden aan de Daalwijkdreef.
De architectuur van de flat respecteert en versterkt de oorspronkelijke geleding van prefabbetonnen kolommen, galerijen, balkons en kopgevels. De onderbouw wordt transparanter en ter wille van betere gevelverhoudingen, gecorrigeerd van een naar twee bouwlagen. Als contrast met het prefabbeton wordt als uitdrukking van de transformatie veel glas en thermisch verzinkt staal toegepast.