Aan het Noordhollandsch Kanaal ligt de kleinschalige Noorderbegraafplaats uit 1931. De aanwezige intimiteit en het respectvol omgaan met de bestaande gebouwen, het landschap en het begrafenisritueel vormden belangrijke ontwerpuitgangspunten voor de modernisering van het complex. Openheid en verbinding werden de centrale ontwerpthema's.

De centrale as met aan weerszijden hoge bomen, loopt door tot aan de nieuwe ingang van de begraafplaats. Daar ligt de parkeerplaats voor bezoekers. Vanaf de entree loopt de route via de grote vijver naar de ontvangstruimte in het in Amsterdamse Schoolstijl opgetrokken bestaande gebouw. Dit vormt het middelpunt van de nieuwe begraafplaats. Daarachter ligt de nieuwe aula, ingebed in de tweede vijver. Daglicht valt er binnen door de zeven meter hoge glazen kap. De deuren aan de achterzijde van de aula geven toegang tot de begraafplaats, waar men na afloop van het ritueel de kist naar het graf kan begeleiden.

Een pergola met colonnades en een glazen dak verbindt de ontvangstruimte en de aula met de flankerende paviljoenen. Daarin zijn het crematorium, de kantoren, de condoleanceruimte en het opbaarcentrum ondergebracht. De eenheid in de grootte van de ruimtes geeft rust en alle gebouwen ondersteunen de ceremonies, van binnenuit naar buiten toe.