Per uur arriveren er zo’n honderd bussen op het Centraal Station. In het verleden kwamen zij aan op verschillende locaties, wat een erg onduidelijke situatie opleverde. Dit is opgelost door alle stads- en streekbussen onder te brengen in één nieuw geheel overkapt busstation aan de IJzijde. De vierde stationskap is 360 meter lang en 22 meter hoog. Door het aanbrengen van rode en oranje doorzichtige folies op het glas is AMSTERDAM op de kap te lezen is. Met een letterhoogte van zo’n tweeëntwintig meter is dit element een extra herkenningspunt langs de zuidelijke IJoever, en is de kap zelfs vanuit de lucht duidelijk herkenbaar. Voor de buschauffeurs is er een nieuwe chauffeursruimte gecreëerd. Door de hoge ligging van de pauzeruimte hebben de chauffeurs veel privacy, met 180 graden uitzicht op het busplatform, het IJ en Amsterdam Noord. De positie van het gebouw, tussen twee glazen windschermen, is grotendeels bepalend geweest voor het ontwerpen van een langwerpig, relatief smal gebouw. De chauffeursruimte is zowel binnen als buiten afgewerkt met polyurea, een slijtvaste, naadloos aan te brengen twee-componentenspray. Door aan de binnenzijde gebruik te maken van verkeersrood en aan de buitenzijde wit polyurea, heeft het gebouw een strak, doch speels uiterlijk passend bij de rode belettering van de overkapping.