Peter Kroon
De impact van de nieuwbouw op het milieu is groot. En de impact is in hoge mate het gevolg van keuzes die worden gemaakt bij het ontwerp, de gekozen bouwmethode en de gekozen materialen. Dit geldt niet alleen voor de gebruiksfase van een nieuw gebouw, waarbij de ontwerpkeuzes voor vele jaren een grote invloed hebben op zowel het energie- en watergebruik door de gebruikers als de mate waarin een gebouw functioneert bij de weersextremen die vaker gaan voorkomen door de klimaatverandering. Dit geldt zeker ook op het moment van de bouw zelf. Op dat moment bepalen de gemaakte keuzes in belangrijke mate de verbruikte CO2 uitstoot en de milieubelasting van de gebruikte materialen. Ook de mogelijkheid om gebouwen in de toekomst een nieuwe functie te geven of delen van gebouwen of materialen te hergebruiken wordt sterk bepaald door hoe nieuwbouw nu wordt ontwikkeld.
De gemeente Amsterdam zet daarom al jaren in op een meer duurzame ontwikkeling van nieuwbouw. In het verleden werden landelijke duurzaamheidseisen aan de nieuwbouw in Amsterdam soms aangescherpt. Dit heeft geleid tot extra duurzame nieuwbouw, maar ook tot extra complexiteit in het ontwikkelproces. Door veel eisen mee te geven wordt ook de vrijheid van ontwikkelaars en architecten beperkt bij het maken van integrale afwegingen. Dit kan leiden tot ingewikkelde puzzels met vertraging, en soms ook suboptimale oplossingen.
De gemeente wil nog steeds dat de nieuwbouw in Amsterdam duurzaam wordt ontwikkeld. Duurzaamheid bij nieuwbouw is voor een deel geborgd in wet en regelgeving. In bijvoorbeeld het bouwbesluit en in de hemelwaterverordening staan normen waaraan een nieuw gebouw moet voldoen om op het moment van aanvraag in aanmerking te komen voor een omgevingsvergunning. Die normen worden periodiek aangescherpt waardoor de duurzaamheidsprestaties van nieuw gestarte ontwikkelingen steeds beter worden. De wettelijke eisen lopen altijd een beetje achter bij wat technisch en soms ook financieel mogelijk is. Daarom heeft de gemeente Amsterdam duurzaamheidsambities geformuleerd die verder gaan dan de wettelijke eisen. Bij nieuwe projecten zet de gemeente niet in op bovenwettelijke eisen maar stimuleert ze ontwikkelaars wel om op duurzaamheid een extra inspanning te leveren. Wanneer de gemeente grond uitgeeft ten behoeve van nieuwbouw, dan gaat dat door deze openbaar in een tender op de markt te zetten. Bij de selectie van de ontwikkelende partij weegt in Amsterdam het selectiecriterium “Duurzaamheid” altijd voor minimaal 30 procent mee. Ontwikkelaars die inschrijven met een duurzaam plan hebben daardoor een grotere kans de tender te winnen. We zien dan ook dat de tenders in Amsterdam gewonnen worden door partijen die zich extra inzetten op het gebied van duurzaamheid. Ook bij transformatieprojecten worden marktpartijen gestimuleerd om duurzaam te bouwen.
Milieuprestatie van de opgeleverde gebouwen
Bij nieuwbouw lag de duurzaamheid focus van de gemeente lang op de energieprestatie van de gebouwen in de gebruik fase. Een groot deel van de totale CO2 uitstoot in de levensloop van een gebouw vindt echter plaats bij de bouw ervan, vooral ook de productie van de gebruikte materialen. Het is natuurlijk goed als een nieuw gebouw de komende 50 jaar weinig energie nodig heeft, maar de klimaatverandering vindt nu plaats. Als we de klimaatdoelstellingen van Parijs willen halen dan moeten we de CO2 uitstoot de komende jaren tot aan 2030 sterk verminderen. De CO2 uitstoot bij de bouw zal daarom omlaag moeten. Alle partijen in de bouw doen er goed aan zich hierop voor te bereiden.
Milieu Prestatie Gebouwen (MPG)
De MPG is een maatstaf voor de milieubelasting van de gebruikte materialen bij nieuwbouw. De te behalen wettelijke norm is sinds 1 juli 2021 voor woningen aangescherpt van 1,0 naar 0,8. Oudere projecten hebben vaak nog geen MPG berekening nodig gehad om hun Omgevingsvergunning te krijgen dus ongeveer de helft van de opgeleverde projecten heeft geen MPG score kunnen opgeven. Bij de helft van de projecten die wel een MPG score heeft opgeven is de gemiddelde score met 0,67 ruim beter dan de landelijke norm. De MPG scores van de projecten zitten tussen 0,88 en 0,50.
Slechts 2 projecten hebben een berekening van de materiaal gebonden CO2-uitstoot gemaakt en 1 project heeft een materialenpaspoort gemaakt; deze inzicht verschaffende en hergebruik faciliterende tools worden nog weinig ingezet.
Een manier om de CO2 uitstoot bij de realisatie van nieuwbouw terug te dringen is door meer gebruik te maken van biobased materialen. Om het bouwen met hout en andere biobased materialen te stimuleren heeft Amsterdam op 21 oktober 2021 samen met meer dan tachtig andere overheden, ontwikkelaars, bouwers, architecten en kennisinstellingen de Green Deal Convenant Houtbouw 2021-2025 MRA ondertekend. In dat convenant staat de ambitie om in de MRA vanaf 2025 minimaal 20% van de nieuwbouwwoningen in houtbouw en andere biobased materialen te gaan realiseren. Dat is in de Green Deal als volgt gedefinieerd:
Het volume van de draagconstructie (excl. fundering) is:
Veel projecten die afgelopen jaar zijn opgeleverd, zijn in gang gezet vóór het onderschrijven van deze ambitie. Er zijn in de afgelopen jaren wel al houtbouw projecten gerealiseerd door partijen die voorop wilde lopen in deze belangrijke ontwikkeling. Die projecten hebben zowel ontwikkelaars, bouwers als de gemeente al veel kennis opgeleverd over hoe houtbouwprojecten te realiseren zijn en welke valkuilen vermeden moeten worden. Zo weten we nu dat bij een succesvol biobased project vanaf het eerste begin wordt ontwikkeld met biobased bouwen als uitgangspunt. En daarbij moet de juiste expertise aan boord worden gehaald. Niet alleen de specifieke kenmerken en eisen bij houtbouw moeten goed in beeld zijn maar óók de mogelijke voordelen zoals (deels) modulair bouwen, minder verspilling en fouten, een kortere bouwtijd, compactere bouwplaats en minder bouwverkeer. Ook een goede afstemming vooraf met gemeente en goede instructie aan de aannemer zijn van belang.
Onder de projecten dit jaar zitten twee houtbouwprojecten die voldeden aan de houtbouwdefinitie van de MRA (met samen 33 woningen) en nog eens twee projecten die niet voldeden aan die definitie maar wel grotendeels als houtbouw/ biobased zijn te beschouwen (met samen 169 woningen). Dit betekent dat zo’n 4 procent van de woningen biobased een belangrijke rol speelde (5% van de woningen waarover informatie is ontvangen).
Er zitten wel steeds meer hout- en biobased projecten in de pijplijn. Bij gronduitgifte is de MPG een van de standaard selectiecriteria en met een (deels) biobased gebouw is daarop goed te scoren. De afgelopen jaren zijn er daardoor verschillende gemeentelijke tenders gewonnen door inschrijvers met een houtbouwconcept. De gemeente weet inmiddels ook beter welke eisen en restricties in ruimtelijke plannen en een bouwenveloppen houtbouw op achterstand zetten ten opzichten van ‘reguliere’ betonbouw en gaat daar beter op letten. En de gemeente gaat op sommige locaties ook specifiek inzetten op houtbouw.
Door deze ontwikkelingen, en ook omdat voorlopende marktpartijen de Green Deal hebben onderschreven en de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd in kennis, nieuwe (modulaire) productietechnieken en capaciteit, en is de verwachting dat het aandeel biobased in de nieuwbouw de komende jaren omhoog zal gaan.

Mooijburg Park is een co-creatie ontwikkeling van Mooijburg (DGV Group, Evergreen Building Development, Weever Bouw) met een ontwerp van Natrufied Architecture op Centrumeiland. Het gebouw met 18 appartementen in diverse afmetingen heeft een volledig houten constructie van CLT (Cross Laminated Timber), houtskeletbouw gevelelementen met een houten bekleding. Het voldoet daarmee aan de MRA definitie van houtbouw. Aan de voorzijde van het gebouw is een bamboe gevelbekleding waarbij het hout wordt gebrand voor meer duurzaamheid. Bij het ontwerp is ingezet op ambitieuze duurzaamheidsdoelen, zoals het realiseren van een BENG gelijk aan een EPC van -0,2 bij een MPG van 0,62.
Statenjachtstraat 600-822 van Eigen Haard, ontworpen door Vanschagen Architecten, is een project met 165 rolstoelgeschikte sociale huurwoningen voor senioren. De oude situatie was een toren met 112 seniorenwoningen met onaantrekkelijke naar binnen gekeerde hoeken en een anonieme entree in de plint. Er zijn in iedere hoek nieuwe woningen aangebouwd, resulterend in 53 extra appartementen. Het project voldoet niet aan de MRA definitie van houtbouw maar is wel grotendeels biobased uitgevoerd.
De energieprestatie gaat over hoeveel energie een gebouw (netto) nodig heeft gedurende de gebruiksfase. Het gaat om het verbruik om als gebouw te functioneren, dus warm en koel te blijven, inclusief warm water. Het verbruik van niet tot het gebouw behorende apparaten tellen daarbij niet mee. Tot aan 1 januari 2021 is de Energie Prestatie Coëfficiënt of EPC-systematiek gehanteerd bij het bepalen van de energieprestatie van nieuwbouwwoningen. De landelijke verplichtte EPC norm werd periodiek aangescherpt van 0,8 in 2011 naar 0,4 in 2021. Sinds 2021 wordt de energieprestatie met de BENG systematiek bepaald (Bijna Energie Neutrale Gebouwen), maar omdat er veel tijd zit tussen aanvraag van een bouwvergunning en de oplevering van gebouwen is een groot deel van afgelopen jaar opgeleverde gebouwen nog met een EPC score ontwikkeld.

In de grafiek is te zien dat de gemiddelde EPC score van de nieuwbouwwoningen in Amsterdam al jaren omlaag gaat. Naast de periodieke aanscherpingen van de landelijke norm, speelde ook Amsterdams beleid een rol bij deze daling. Met toestemming van de rijksoverheid mocht Amsterdam in veel gevallen strengere dan landelijke eisen stellen. Ook de stimulerende werking van het Amsterdamse selectiebeleid heeft bijgedragen tot een snelle verbetering van de energieprestaties in Amsterdam.
Bij 24 woningbouwprojecten met in totaal bijna 2.000 woningen die zijn opgeleverd is nog de EPC score opgegeven. De gemiddelde woning in deze projecten heeft een EPC score van 0,24, een score die (wederom) veel beter is dan de landelijke norm van 0,4. Twee projecten, Polderblok van De Maese Woningen, CBRE Global Investors en Paul de Ruiter Architects, en Amstelkwartier Kavel 8a hebben een EPC score van ver onder nul en zijn energieleverend.

Artist impression van Amstelkwartier Kavel 8a, een project van NL-development door van Egmond, architecten met 55 middeldure huurappartementen en een kinderdagverblijf met daktuin-speelplaats. Parkeren is opgelost in de parkeergarage onder het bouwblok.
Het gebouw is zeer duurzaam en natuur inclusief. Het gebouw heeft een EPC van -0,302 en levert meer energie op dan het verbruikt, mede door de bodemwarmtepomp en de zeer grote hoeveelheid PV-panelen op de daken, die zelfs hele geveldelen bekleden. De daken zorgen voor waterretentie waarmee het hemelwater vertraagd kan worden afgevoerd.
Rijen nestkasten maken onderdeel uit van het gevelontwerp en bieden ruimte aan verschillende vogelsoorten en vleermuizen. Klimplanten tegen de binnengevels zorgen voor verkoeling.
Sinds 1 januari 2021 wordt in Nederland de BENG norm gehanteerd. En zijn bij de opleverde projecten van dit jaar slechts 5 projecten die een BENG score kunnen leveren, waarbij twee projecten een score hebben die overeenkwam met een scherpe EPC score van ongeveer -0,2 namelijk Mooijburg Park en Mooijburg Waterzicht, beide van Mooijburg (DGV Group, Evergreen Building Development, Weever Bouw) met een ontwerp van Natrufied Architecture. In de komende jaren zal het aantal projecten met een BENG score snel stijgen en dan kan gemonitord worden wat het gemiddelde duurzaamheidsniveau is en de ontwikkeling daarin.
Gebruikte energie en warmte systemen
Voor woningbouw waarvoor een omgevingsvergunning aanvraag is ingediend na 1 juli 2018 is aardgasvrij bouwen verplicht. Er zijn nog 5 (vooral kleine) projecten opgeleverd waar een individuele HR-ketel de warmte levert. In 97 % van de opgeleverde woningen is geen aardgasaansluiting meer. De primaire warmtebron is bij de helft van de projecten warmte/koude opslag in de bodem. Bij 40% is stadsverwarming de primaire warmtebron.
Als aanvullende energiebron maakte ruim 70% van de projecten gebruik van fotovoltaïsche cellen. Zowel een warmtepomp uit retourlucht en warmteterugwinning uit douchewater was bij 18% van de projecten gebruikt en bij 16% van de projecten zijn zonneboilers toegepast.
Het klimaat verandert en dat leidt vaker tot heftigere regenbuien, grotere kans op langere hittegolven en periodes van droogte. Het kan ook leiden tot een groter risico op overstromingen. Het is verstandig om hier bij de ontwikkeling van nieuwbouw rekening te houden.
Ruim de helft van de opgeleverde projecten voldoet aan de in april 2021 vastgestelde eisen van de Hemelwaterverordening Amsterdam. Deze projecten geven regenwater niet meteen af aan het rioolsysteem en hebben een capaciteit voor hemelwaterberging op de eigen kavel van minimaal 60mm/ uur. Daarmee helpen ze de stad weerbaar te maken tegen de heftige buien die in de toekomst vaker gaan voorkomen en verkleinen ze de kans op wateroverlast. Er zijn verschillende maatregelen die genomen worden om regenwater te bufferen.
De meeste projecten (84%) die voldoen aan de Hemelwaterverordening doen dat door gebruik te maken van een vegetatiedak. Ruim de helft slaat water op in de bodem, soms ook met een wadi. Vier projecten hebben een groene gevel. Veel van de maatregelen voegen groen toe aan gebouw en wijk en zorgen daarmee niet alleen voor de noodzakelijke regenwater buffering, ze voegen ook woonkwaliteit toe aan een gebouw. Daarnaast maakt het groen het gebouw beter bestand tegen hitte én levert het een bijdrage aan een meer biodiverse stad.
Het voldoen aan de Hemelwaterverordening is verplicht. In de komende jaren zal het percentage opgeleverde nieuwbouwwoningen dat aan die eisen voldoet stijgen richting 100%, met ook een verwachte toename in de positieve ‘bijvangst’ wat betreft woonkwaliteit, hittebestendigheid en biodiversiteit.
Naast het groen op aan en rond gebouwen zijn ten behoeve van de biodiversiteit bij 23 projecten nestkasten aangebracht voor vogels en of vleermuizen. Het aantal projecten met nestkasten is al een paar jaar stijgende, twee jaar geleden hadden nog slechts 11 projecten nestkasten.
VERTICAL van ontwikkelaar Heijmans, ontworpen door NL Architects, Space Encounters, studio Donna van Milligen Bielke, Chris Collaris (i29 Architects), VDNDP en DS landschapsarchitecten, biedt ruimte aan 168 koopwoningen. Het ligt bij Sloterdijk in de Brettenzone, een van de acht aaneengesloten ‘groene vingers’ die diep doordringen in het stedelijk weefsel van Amsterdam en bijdragen aan de leefbaarheid van de stad. Het project versterkt deze groene kwaliteit met in het gebouw opgenomen meerlaagse groene habitats waar verschillende soorten dieren en planten hun plek kunnen vinden.
Parkeergarages nog vooral voor fossiele brandstof auto’s ontwikkeld
Bij de opgeleverde woningbouwprojecten zitten in totaal 1.394 parkeerplekken. Daarvan hebben er 80 (6%) een elektrisch oplaadpunt en zijn daarmee meteen geschikt voor elektrische auto’s. Bij nog eens 169 parkeerplekken (12%) zijn geen oplaadpunten, maar zijn wel maatregen getroffen om deze in de toekomst te plaatsen.
Dit betekent dat nog ruim 80% van de parkeerplekken is aangelegd zonder rekening te houden met het elektrificeren van het wagenpark. Er is daarin ook geen verbetering ten opzichten van vorig jaar. Toekomstige eigenaars/gebruikers van die parkeerplekken zullen kosten moeten maken om ze later alsnog geschikt te maken voor elektrisch vervoer.