Naar Menu

Home2020-2021Geurt Brinkgreve Bokaal 2021

Dorine van Hoogstraten

Geurt Brinkgreve Bokaal 2021

De stoelendans van de herbestemming

 

De Geurt Brinkgreve Bokaal wordt toegekend aan een gebouw waarvoor een nieuwe en passende functie is gevonden die het gebouw recht doet. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Herbestemming gold jarenlang als een ingewikkeld vakgebied van pioniers met een buitengewoon uithoudingsvermogen, veel kennis en ervaring en stalen zenuwen. Inmiddels is wel bewezen dat herbestemming van bestaande gebouwen veel voordelen heeft voor de buurt en de stad, op breed draagvlak kan rekenen, duurzaam is en dat er in veel gevallen een goede businesscase omheen gebouwd kan worden. Herbestemming is gemeengoed geworden en dat is goed nieuws.

 

 

Bij een restauratie en herbestemming van een historisch gebouw is verduurzaming een belangrijk deel van de opgave. Van na-isolatie tot het opwekken van hernieuwbare energie en hergebruik van oude materialen: het is een vereiste om een gebouw een levensvatbare herbestemming te geven, al kan het nog steeds een uitdaging zijn om dit op een zorgvuldige manier te doen met respect voor de monumentale waarden. Het is de jury opgevallen dat dit aspect van het restauratievak bij het ene project vanzelfsprekender en zorgvuldiger is geïntegreerd dan bij het andere. Met name circulariteit kan nog meer aandacht krijgen bij herbestemmingen. Omdat herbestemming zo ‘gewoon’ is geworden, had de jury van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2021 een lastige opgave: de genomineerde herbestemmingsprojecten zijn volstrekt onvergelijkbaar geworden. Niet alleen binnenstedelijke beschermde monumenten met onbetwiste hoge cultuurhistorische kwaliteiten worden herbestemd maar ook decentraal gelegen schooltjes en eenentwintigste-eeuwse kantoortorens aan de rand van de stad krijgen een andere functie. De opgave, het budget en de context van de genomineerde projecten is geheel niet vergelijkbaar. De complexiteit van de opgave, de maatschappelijke betekenis en het voorbeeldstellende karakter heeft de jury daarom expliciet mee laten wegen bij de beoordeling van de projecten. Het viel de jury op dat het lijkt of de stad als geheel herbestemd wordt en allerlei functies een nieuwe plek zoeken. Als we naar de acht genomineerde projecten kijken zien we een soort stoelendans: kantoren worden woningen, productiehallen en een dierenverblijf worden kantoorruimte, een gevangenis wordt een school en een school wordt getransformeerd tot woningen. Daarmee vervalt de slagzin die jarenlang de wereld van herbestemming domineerde onder de hashtag #UWAH: Uiteindelijk Wordt Alles Horeca. Er is een bredere verschuiving gaande. Binnen de stoelendans van de herbestemming is de transformatie van kantoor naar woningen een pregnant nieuw thema.

 

Wonen in kantoren
De periode van coronamaatregelen - waarin kantoorwerkers maar weer eens merkten dat het werken niet gebonden hoeft te zijn aan een kantoorgebouw op een bedrijventerrein als Amstel III of het Schinkelkwartier - versnelde een proces dat al gaande was: werken achter een laptop kan op tal van plekken. De freelancers die zaten te werken in koffietentjes wisten dat al langer; inmiddels komen ook grotere werkgevers in beweging, op zoek naar locaties waar hun mensen optimaal kunnen en willen werken. Bedrijven vestigen zich op andere plekken in de stad. De nabijheid van horeca of andere voorzieningen lijkt in veel gevallen belangrijker te worden om medewerkers aan het bedrijf te binden; kantoorruimte in of nabij de binnenstad wordt aantrekkelijk en kantoortorens op monofunctionele zakendistricten aan de randen van de stad komen vrij voor transformatie. Steeds minder mensen willen werken in een kantoortoren, en deze worden daarom vaker omgebouwd tot woontoren. In de oogst van dit jaar trof de jury drie kantoortorens van na 1965 aan die tot woontoren zijn getransformeerd. De aanpak verschilde. Waar de ene toren gestript is tot op de constructie om vervolgens binnenstebuiten gekeerd te worden, is de ander terughoudend aangepakt, zodat de architectuur op hoofdlijnen nog intact is. Het valt de jury wel op dat de ontwerpers hun best hebben gedaan om de kantoortorens niet meer als zodanig herkenbaar te laten zijn; de nieuwe ontwerpen lijken de oorspronkelijke functie te ontkennen. Zelfs bij de markante ING toren van architect Staal nabij Sloterdijk herinnert helemaal niets meer aan de voormalige semiopenbare functie. Het is de vraag of dat erg is. Een criterium van de Geurt Brinkgreve Bokaal is ‘de mate waarin de herbestemming de bestaande cultuurhistorische waarden versterken of terugbrengen’. Het lastige bij het Post 65 erfgoed (gebouwen die dateren van na 1965) is dat de cultuurhistorische waarde voor onze generatie nog moeilijk te duiden is. Over de waarde van gebouwen uit de wederopbouwperiode en daarvóór is een breed maatschappelijke debat gevoerd, er is onderzoek naar gedaan en er zijn monumenten beschermd van voor 1965. Maar over de cultuurhistorische waarden van recente gebouwen is nog geen brede consensus. Zéker niet over kantoortorens die nog maar vijftien jaar oud zijn en over wat daarvan behouden zou moeten blijven. De jury stelt vast dat de transformatie van kantoortorens een trend is die ook wat vergt van de openbare ruimte in (voormalige) kantoorwijken. Voor nieuwe bewoners biedt een kantoorwijk doorgaans niet direct een levendige sfeer of aantrekkelijke voorzieningen in de directe omgeving. De pioniers in dat soort transformatiegebieden, zoals Amstel III, zijn ook sfeermakers. Het is belangrijk dat de publieke ruimte rondom de gebouwen zorgvuldig wordt ingericht en dat goed wordt nagedacht over zaken als parkeren en gemeenschappelijke ruimtes. De jury is heel nieuwsgierig naar de ontwikkelingen in dat soort gebieden in de komende jaren.

 

Voorgeselecteerde projecten

 

De Glansfabriek

Opdrachtgever: Nijkerk, Zadelhoff

Architect: MOKA architecten

Aannemer: Bouwbedrijf Groenen

 

Het voormalige fabrieksgebouw uit de jaren vijftig, waar gemetalliseerd papier werd gemaakt, ontleent zijn bijzondere karakter en ruimtelijkheid vooral aan het betonnen schaaldak. Het is gelegen in het Kauwgomballenkwartier en de architecten wilden het industriële karakter van de plek benadrukken en benutten bij de herbestemming tot kantoorruimte. Het gebied krijgt een gemengde bestemming. De jury was onder de indruk van het terughoudende karakter van de ingrepen in het gebouw en het behoud van de structuur en de ruimtelijkheid van de fabriek. De raampartijen op het noorden en de betonnen schaaldaken geven de ruimten een sculpturale wederopbouwkwaliteit waar de nieuwe invullingen goed bij aansluiten. De jury was niet erg enthousiast over de invulling van de gevels, met disproportionele glaspuien en deels met steenstrips, maar had wel respect voor de zoektocht naar het terugbrengen van de minimale detaillering van de oorspronkelijke dakrand, ondanks dat hier een nieuw geïsoleerde gevel is teruggeplaatst. De jury vraagt zich af of de herbestemming een grote impact op de levendigheid voor de buurt zal hebben, maar het feit dan het fabriekscomplex - inclusief het zogenoemde ‘witte huis’ - is behouden, is lovenswaardig.

 

De Voortuinen

Opdrachtgever: HLW 506

Architect: Elephant

Aannemer: Kondor Wessels Amsterdam

 

Het voormalige kantoorgebouw van de Rijkspostspaarbank (later Postbank en daarna ING) is een ontwerp van architect Arthur Staal uit 1969-1971 aan de Haarlemmerweg. Een markante, modernistische kantoortoren van 45 meter hoog, dat door architectenbureau Elephant compleet werd herontworpen als woontoren. De ligging aan de westelijke punt van de parkzone van Westerpark en Westergasfabriek, met meer nieuwe wooncomplexen in de directe omgeving, zorgt er voor dat het complex De Voortuinen aantrekkelijk gesitueerd is. Op het bestaande gebouw zijn twee woonlagen toegevoegd. Het gebouw van Staal is gestript van binnen en van buiten. De liften plaatste de ontwerper aan de buitenkant, waardoor elke bewoner vanuit de lift rechtstreeks zijn eigen balkon op stapt. Een nieuwe typologie waarmee het gebouw binnenstebuiten is gekeerd en de ruimten die normaliter gemeenschappelijk zijn, zoals de entreehal en de liften, geïndividualiseerd zijn. De jury waardeert het inventieve concept en de zorgvuldige uitwerking van de architectuur. Het groene gevelbeeld van de visualisaties is waargemaakt doordat hoveniers vanaf het begin bij het ontwerp zijn betrokken en ook het onderhoud van het groen goed is geregeld. De diversiteit aan woningtypen, variërend van 32 tot 300 m2, draagt bij aan de potentiële levendigheid van het complex. De jury beleeft het project meer als nieuwbouw dan als herbestemming aangezien alles dat herinnert aan de historische functie, is verdwenen.

 

The David

Opdrachtgever: Egeria Real Estate Development, Flow Real Estate, Syntrus Achmea Real Estate & Finance

Architect: VWVL architectuur & stedenbouw

Aannemer: Koopmans Bouwgroep

 

In het Schinkelkwartier is een kantoorgebouw van nog maar vijftien jaar oud alweer herbestemd tot wooncomplex. Interessant is dat de oorspronkelijke architect, William McDonough, een van de geestelijk vaders was van de circulariteitsgedachte, Cradle tot Cradle (2002). Het herbestemmen van het complex tot 365 appartementen past theoretisch gezien dan ook goed bij het gedachtegoed van de architect. Wel zijn er bouwlagen toegevoegd op het complex, wat zichtbaar is gehouden in de gevels. Bij de vormgeving van de nieuwe puien hebben de architecten zich laten inspireren door de architectuur van een woningbouwproject in de omgeving, Park Haagseweg van Mecanoo (1990), om het project meer onderdeel te laten worden van de wijk. De toepassing van warme tinten en wit stucwerk is toegepast om het bestaande gebouw een meer huiselijk karakter te geven. De jury beleeft de plattegrond van het complex enigszins als een doolhof maar waardeert de kwaliteit van de binnentuin en de oplossing van de balkons met de half overdekte, veranda-achtige oplossing. Het is een eerste transformatie in het Schinkelkwartier; een gebied waar de komende jaren veel meer woningen gebouwd gaan worden maar dat op dit moment nog een overwegend zakelijk karakter heeft, zonder veel voorzieningen voor nieuwe bewoners. De initiatiefnemers manifesteren zich daarmee als dappere pioniers die echt wat toevoegen aan dit deel van de stad.

 

Nieuwezijds Voorburgwal 225

Opdrachtgever: Kroonenberg Groep

Architect: Rijnboutt

Aannemer: BAM Bouw en Techniek

 

Dit complex bestaat eigenlijk uit meerdere panden, elk met een andere architectuur en functie, met ingangen aan de Kalverstraat en de Nieuwezijds Voorburgwal. In het nieuwe ontwerp is een laat negentiende-eeuws pand naar ontwerp van architect Van der Pek en beschermd als gemeentelijk monument, verbonden met het rijksmonumentale voormalige Telegraafgebouw uit 1930 dat een ontwerp was van architecten J.F. Staal en G.J. Langhout. Voor de begane grond was op het moment van jureren nog geen functie gevonden, maar deze is geschikt gemaakt voor een retailfunctie die op deze plek past en een kans biedt om de Nieuwezijds Voorburgwal met de Kalverstraat te verbinden. De ingreep om de structuur van het pand aan de Kalverstraat - met voor- en achterhuis - weer zichtbaar te maken en het lichthof zorgvuldig te restaureren ten behoeve van woningen op de verdieping voegt veel kwaliteit toe aan de buurt. Het weer open maken van de pershal in het Telegraafgebouw biedt het complex nieuwe ruimtelijkheid en daglichttoetreding. De bestemming als het kantoor van Guerrilla Games plaatst een eigentijdse media in het gebouw van de voormalige krant.De kantoren op de verdiepingen van het Telegraafgebouw bieden uitzicht op de binnenterreinen rondom het complex en benutten de rijke geschiedenis van de locatie. De jury waardeert de zorgvuldige aanpak van het complex en de toevoeging van eigentijdse elementen als de servers in het zicht en de draaiende lift maar mist een maatschappelijke urgentie in het project. De ‘assets’ van het complex lijken vooral bedoeld om personeel aan te trekken, en daardoor mist de doorsnee Amsterdammer de mogelijkheid om bijvoorbeeld van het unieke daklandschap te genieten. Daarmee is een kans gemist om dit bijzondere gebouw (zowel typologisch als qua hoogte en positie in de Amsterdamse binnenstad) een (deels) openbare functie te geven. Daarnaast mist de jury de architectonische samenhang: er worden veel bijzondere ingrepen gedaan, maar de nieuwe toevoegingen zijn niet altijd passend binnen de bestaande structuur. Ze vraagt zich bijvoorbeeld af hoe de hightech draaiende lift zich verhoudt tot de meer traditionele liftdeuren ernaast. En door het verplaatsen van de entree is de originele trap nauwelijks meer in gebruik. Dat soort ingrepen, gedaan voor de representatie, ontkennen het oorspronkelijke karakter van het gebouw.

 

Artis Bibliotheek

Opdrachtgever: Artis

Architect: Verlaan & Bouwstra architecten

Aannemer: Salverda Bouw

 

De bibliotheek van Artis, ontworpen door Abraham Salm in 1867, heeft een monumentale gevel aan de Plantage Middenlaan en huisvestte naast een bijzondere boekencollectie lange tijd ook zebra’s die aan de noordkant het gebouw naar buiten konden, de dierentuin in. Later werden de stalruimten gebruikt als opslag en raakte het gebouw verrommeld en verzakt. Het complex is gerenoveerd en deels in gebruik genomen als kantoorruimte en deels weer als bibliotheek. Uitdaging was de opgave om het complex te verduurzamen, wat bij een dergelijk kwetsbaar rijksmonument bovengemiddelde creativiteit, vakmanschap en zorgvuldigheid vergt. Details zijn in dit soort verduurzamingsoperaties van groot belang. De jury was onder de indruk van het deze ‘verborgen parel’, maar kreeg de indruk dat een consequent toegepaste restauratievisie ontbrak waardoor hier en daar een worsteling tussen monumentale waarden en de bruikbaarheid van het gebouw zichtbaar wordt. Zo is er geen kleuronderzoek gedaan, is alles wit geschilderd en zijn er soms pragmatische keuzes gemaakt om recent toegevoegde elementen te laten zitten, leidingen in het zicht te laten maar installaties wel weg te werken en kantoorwanden in de gerestaureerde stallen te plaatsen.

 

Nominaties

 

Trinity Buildings

Opdrachtgever: Certitudo Capital

Architect: Van Trier Architectuur

Aannemer: Bouwgroep Moonen

 

 

De drie Trinity Buildings in het zakelijke gebied Amstel III uit 1997-2000 zijn oorspronkelijk ontworpen door Lugten Malschaert Architecten uit Dordrecht. Bij de transformatie tot 133 nieuwe woningen balanceerde Van Trier Architectuur tussen behoud en vernieuwing, en uiteindelijk heeft het van de drie getransformeerde kantorencomplexen het meest een zakelijke uitstraling behouden. De uitgenomen gevelpanelen van de borstweringen zijn hergebruikt om de vliesgevel boven de entreepartij dicht te zetten. De voormalige techniekruimten hebben hun functie verloren en zijn ingericht als lofts met uitzicht over de stad. De herkenbare rode top van de drie torens is geschilderd in een genuanceerde grijstint. Hiermee verliest het gebouw iets van haar typische kantoorkarakter. En had van de jury ook intact kunnen blijven. Het terrein waar de drie torens op staan is omringd door water. Bij de transformatie is ingezet op de kwaliteit van de gemeenschappelijke buitenruimte rondom de gebouwen. Er is een extra brug gebouwd, zodat een route over het terrein is ontstaan, en het dak van de parkeergarage is ingericht als aangename, openbaar toegankelijke, groene verblijfsplek; iets wat dit wooncomplex in een werkomgeving heel goed kan gebruiken. Daarmee voegt deze ontwikkeling echt wat toe aan de verblijfskwaliteit van het gebied. De jury is van mening dat deze transformatie voor de ingewikkelde opgave van verdichting en het toevoegen van heel veel woningen aan de bestaande stad voorbeeldstellend en inspirerend kan zijn. De aanpak laat ruimte om het gebouw, mocht het in de toekomst een hoge cultuurhistorische waardering krijgen, weer in oude luister te herstellen. Je zou kunnen zeggen dat hier een moderne vorm van ‘reversibel’ bouwen is toegepast. Al met al is de maatschappelijke waarde van dit project naar mening van de jury hoog genoeg om het project te nomineren.

 

 

Papaverhoek

Opdrachtgever: Eigen Haard

Architect: Hooyschuur architecten & adviseurs

Aannemer: Van Braam-Minnesma

 

De dubbele school aan de Papaverhoek in Noord is gebouwd naar ontwerp van Publieke Werken in 1923 en beschermd als gemeentelijk monument. Eigen Haard realiseerde er zestien appartementen voor jongeren met een verschillende achtergrond, waaronder statushouders. De jongeren worden gevraagd zich ook te verhouden tot de buurt waar ze wonen en daarmee wil het project een impuls aan de wijk geven. Het gebouw is gasloos gemaakt. De school is bij de herbestemming in veel opzichten herkenbaar en beleefbaar gebleven. De hoofdstructuur is intact gebleven met brede gangen, toiletgroepen aan de ene gevel en klaslokalen aan de andere gevel. Ook zijn karakteristieke elementen als tegels, fonteintjes en kasten in het zicht gehouden, materialen als vloerdelen zijn hergebruikt in de betimmering van nieuwe inbouwelementen in de lokalen waarin de badkamer is ondergebracht. De jury waardeert het vakmanschap en de consequente visie waarmee de restauratie en verduurzaming zijn uitgevoerd en vindt het een compleet project. Het is betekenisvol in meerdere opzichten; zowel sociaal-maatschappelijk als wat betreft duurzaamheid als in het behoud en het toekomstbestendig maken van cultureel erfgoed in een wijk die wel een dergelijke sympathieke impuls kan gebruiken. Daarom verdient dit project een nominatie.

 

The British School of Amsterdam

Opdrachtgever: The British School of Amsterdam

Architect: Atelier PRO i.s.m. Van Hoogevest Architecten

Aannemer: Heddes Bouw & Ontwikkeling

 

 

In de vroegere strafgevangenis nabij het Haarlemmer-meerstation in Amsterdam-Zuid wemelt het van de Engelssprekende kinderen in de leeftijd van 3 tot 17 jaar: een groter contrast in gebruik is nauwelijks denkbaar voor een dergelijk beladen gemeentelijk monument. Het gesloten, zware baksteen gebouw naar ontwerp van gevangenis-expert architect Willem Metzelaar (1890) is licht en levendig geworden zonder zijn karakter te verliezen. Juist die sfeerverandering was de grootste uitdaging voor dit project en de jury heeft bewondering voor de moed van de opdrachtgever om dit project op deze manier aan te pakken. De hoofdstructuur van het complex is leesbaar gehouden, met de centrale open hal en de kruisvorm van de plattegrond: iedere vleugel herbergt een eigen afdeling voor een bepaalde leeftijdscategorie. De voormalige kapel is als gemeenschappelijke ruimte ingericht en de buitenruimten hebben elk een eigen karakter gekregen, afhankelijk van het gebruik. De cellenstructuur is behouden door lokalen tegen de gevel aan te bouwen en de cellen te gebruiken als nuttige tussenruimte vanaf de gang naar het nieuwe lokaal. De logistieke knoop is knap opgelost, de verduurzaming is innovatief en minutieus uitgewerkt zonder overbodige ingrepen te plegen die de monumentale waarden van het pand zouden aantasten. De jury bewondert de slimme en creatieve aanpak van deze enorm ingewikkelde opgave. Het verjongde monumentale complex geeft de buurt een positieve, levendige impuls en een frisse toekomst.

 

De jury heeft besloten de Geurt Brinkgreve Bokaal toe te kennen aan de The British School of Amsterdam, waar de visie, het vakmanschap en de goede samenwerking tussen architecten, adviseurs, opdrachtgevers en uitvoerders vanaf straalt.

 

The British School of Amsterdam

winnaar van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2021

Opdrachtgever: The British School of Amsterdam

Architect: Atelier PRO i.s.m. Van Hoogevest Architecten

Aannemer: Heddes Bouw & Ontwikkeling

 

 

De Jury

 

 

De jury van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2021 bestond uit juryvoorzitter Vincent Kompier (midden), adviseur ruimtelijke en sociale adviesvraagstukken bij Urban Strategy bij Inbo Amsterdam en publicist over stad en stedenbouw; Dorine van Hoogstraten (rechts), architectuurhistoricus, publicist en adviseur op het vlak van erfgoed, herbestemming en ruimtelijke kwaliteit en adjunct-directeur van MOOI Noord-Holland en Anouk Sweringa (links), Associate Architect bij Happel Cornelisse Verhoeven, architect en kunsthistoricus gespecialiseerd in architectuurhistorie. De jury werd ondersteund door Bart Truijens van Grond en Ontwikkeling, gemeente Amsterdam. De prijs wordt georganiseerd in samenwerking met Anette van Dijk van Monumenten en Archeologie en Jan Fraijman van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad.

 

Geurt Brinkgreve Bokaal
De Geurt Brinkgreve Bokaal is een onderscheiding die de gemeente Amsterdam jaarlijks toekent aan het beste initiatief op het gebied van herontwikkeling of renovatie van erfgoed. De gemeente onderkent dat passende herbestemming leidt tot behoud van veel erfgoed. De prijs is vernoemd naar Geurt Brinkgreve (1917 - 2005), die streed voor het behoud en herstel van de Amsterdamse binnenstad. Voor de Geurt Brinkgreve Bokaal 2021 kwamen 33 gebouwen in aanmerking die zijn opgeleverd tussen 1 augustus 2020 en 1 augustus 2021. In oktober bezocht de jury een achttal voorgeselecteerde projecten, waaruit de nominaties en de winnaar werd gekozen.

  


Over deze site

Disclaimer