Naar Menu

Home2010-2011Samenstelling en kwaliteit woningbouw

Baltie Teeuwen, Peter Jansen

 

In dit boek zijn vijftig woningbouwprojecten beschreven die zijn opgeleverd van in de periode van augustus 2010 tot en met juli 2011. De architecten van deze projecten hebben een lijst ingevuld waarin naast vragen over kenmerken van de woningen, zoals oppervlakte, aantal kamers, aanwezigheid van bergruimte en buitenruimte en toegankelijkheid voor mensen die slecht ter been zijn, ook vragen zijn gesteld over energiezuinigheid en het gebruik van duurzaam hout.

Samenstelling en kwaliteit

De vijftig beschreven woningbouwprojecten bevatten in totaal 2.957 woningen verspreid over de zeven stadsdelen. Bij 31 projecten betreft het nieuwbouw en bij de overige projecten zijn bestaande woningen verbouwd of ingrijpend gerenoveerd.

 

Aantal woningen en projecten per stadsdeel

Stadsdeel aantal woningen aantal projecten 
Centrum 44512
West 621 11 
Nieuw-West 732 
Zuid 36 
Zuidoost 506 
Oost 538 12 
Noord 79 
Totaal 2.957 50 

 

In vergelijking met 2010 zijn er veel minder projecten en ook minder woningen opgeleverd, minder dan de helft zelfs. Toen ging het om maar liefst 6.247 woningen verdeeld over 85 verschillende projecten. De gevol- gen van de stagnatie op de woningmarkt beginnen nu dus echt zichtbaar te worden in de nieuwbouwcijfers

 

Eigendomsverhouding en bouwtype

De meeste renovatie- en vernieuwbouwprojecten zijn in de sociale huursector gerealiseerd, gevolgd door de markthuur. De eigendoms- samenstelling van de nieuwbouwwoningen is heel anders. Ook hier is de sociale sector huur met 33% goed vertegenwoordigd, maar de verdeling over de segmenten is gelijkmatiger. Uitzondering hierop is het middens- egment koop, dat nauwelijks is vertegenwoordigd. De corporaties zijn als opdrachtgever en/of als verhuurder van de huurwoningen betrokken bij 80% van de woningproductie. Deze cijfers verschillen weinig met die van vorig jaar.

 

 

Eigendomsverhouding en woningtype

In deze kwaliteitsregistratie zijn 411 eengezinswoningen opgenomen, verdeeld over negen projecten. Van deze woningen is 30% in de sociale huur gerealiseerd. Daarnaast is de marktsector koop bij dit woningtype goed vertegenwoordigd. Bij de appartementen is 44% sociale huur waar- onder veel renovatiewoningen.

 

 

Indeling en gebruiksoppervlakte In onderstaande figuur zijn duidelijk de verschillen te zien tussen de wo- ninggrootte en enkele woningcategorieën. De verschillen zijn evident.

 

De gerenoveerde appartementen hebben een gemiddelde grootte van 65 m2. De grootste van deze zijn in de in de markthuursector gerealiseerd, met een gemiddelde oppervlakte van 90 m2.
Dit in tegenstelling tot de gerenoveerde appartementen in de koopsector, waarvan de meeste kleiner zijn dan 45 m2. In dit segment werden veel starterwoningen gerealiseerd.
De nieuwbouwappartementen zijn met een gemiddelde van ruim 85 m2 ruimer dan de appartementen in de verbouw. De ruimste nieuwbouwappartementen zijn gerealiseerd in de koopsector. Deze zijn gemiddeld 100 m2 groot. De gemiddelde woninggrootte van nieuwbouwappartementen in de sociale huursector (66 m2) wordt sterk beïnvloed door de 170 studentenwoningen van gemiddeld 25 m2 in het project Fraijlemaborg.

 

Indeling en aantal kamers

In de marktsector heeft 42% van de woningen vier kamers of meer. In de sociale sector is dit 28%.
Het percentage eenkamerwoningen in de marktsector is 11%. Dit zijn overigens niet allemaal kleine woningen zoals de voor studenten bedoelde koopappartementen van circa 30 m2 in De Zoete Haring. Ook Solids 1 en 2 op IJburg en de ruime oningedeelde casco appartemen- ten in De Keyzer en Out of the Blue zijn opgeleverd als eenkamerwo- ningen.
Het relatief grote aandeel eenkamerappartementen in de sociale huur- sector komt voor rekening van een aantal renovatieprojecten en van de studentenwoningen in Fraijlemaborg.

 

In de nieuwbouw heeft 40% vier kamers of meer. Bij de gerenoveerde woningen heeft 20% van de woningen meer dan drie kamers.

 

Bergruimte

Een aantal jaren geleden is de verplichting om woningen te voorzien van bergruimte uit het Bouwbesluit geschrapt. Dit werd gemotiveerd met de stelling dat de marktwerking er wel voor bergruimte zou zorgen. In de grote steden heeft dat geleid tot een aanzienlijke afname van woningen met bergruimte. Hieronder is voor de appartementen aangegeven of en over welke bergruimte zij beschikken. In acht van de veertig appartemen- tencomplexen hebben de appartementen geen privé of gemeenschap- pelijke bergruimte. Hieronder bevinden zich de nieuwbouwappartemen- ten van The New Kit, LommerRijk - Blok E en F en Solid 11 – WG Oost Blok C (beide in stadsdeel West) en een klein project in de Commelin- straat (stadsdeel Oost). In de bestaande bouw beschikken onder meer twee grote projecten Oostenburg en de Sibbelpanden niet over bergruimte.

 

 

In vergelijking met vorig jaar is er in de nieuwbouw een sterke toename te zien – van 28% naar 50% - van de aanwezigheid van privé bergruimte. In het nieuwe Bouwbesluit 2012 wordt een bergruimte van 3 m2 verplicht gesteld. De doorwerking hiervan zullen we pas over een aantal jaren terugzien in de opgeleverde woningen. Vooralsnog beschikt slechts een derde van de nieuwbouwappartementen over een privé bergruimte die voldoet aan de eis in het Bouwbesluit dat binnenkort van kracht wordt. De overige nieuwbouwappartementen hebben een kleinere bergruimte of delen een fietsenberging met de buren. Voorts beschikt 7% van de nieuwbouwappartementen in het geheel niet over privé of gemeen- schappelijke bergruimte.

 

In de bestaande bouw nam het aantal appartementen met privé bergruimte sterk af: van 87% naar 55%. 39% heeft in het geheel geen bergruimte

 

Buitenruimte

Ook de aanwezigheid van buitenruimte is een aantal jaren geleden geschrapt uit het Bouwbesluit en wordt volgend jaar weer in het nieuwe Bouwbesluit opgenomen. Hier heeft de markt wat beter zijn werk gedaan, in die zin dat woningen zonder buitenruimte vaak moeilijker verkoopbaar bleken. Toch heeft ook dit jaar één op de tien nieuwbouw- appartementen geen enkele buitenruimte. Daarentegen beschikken alle eengezinswoningen en 67% van de nieuwbouwappartementen over een privé buitenruimte, waarvan het merendeel voldoet aan de nieuwe eis uit het Bouwbesluit van 3 m2. Een kwart van de appartementen heeft toegang tot een gemeenschappelijke buitenruimte. Van de verbouwwoningen heeft 83% een privé buitenruimte, die natuur- lijk meestal al vóór de renovatie aanwezig was.

 

 

Er zijn twee nieuwbouwappartementencomplexen waar de woningen niet over een buitenruimte beschikken. Het zijn de The New Kit - Woontoren en het Solid 11 – WG Oost Blok C. Maar ook in het apparte- mentencomplex LommerRijk – Blok E en F heeft het merendeel van de woningen geen echte buitenruimte. In de bestaande bouw is er een klein project Complex N41 Czaar Peter- buurt - Cluster 1 en 3, waar geen buitenruimten zijn.
Verder beschikt een groot deel van de appartementen in het project in de Nieuwe Kerkstraat niet over een buitenruimte.

Aanpasbaar bouwen

Dit jaar is 72% van alle opgeleverde nieuwbouwwoningen aanpasbaar uitgevoerd. Hiermee herstelt het aandeel aanpasbare woningen zich van het dieptepunt van vorig jaar (52%) naar het niveau van de jaren ervoor. Opmerkelijk is dat het niet alleen eenlaagse appartementen betreft, maar dat ook veel maisonnettes en eengezinswoningen aanpasbaar zijn uitgevoerd. Het aanpasbaar verbouwen van woningen komt slechts inci- denteel voor; dit jaar alleen in de projecten Rozenrood en Complex N46 Czaar Peterstraat. Onderstaande tabel laat zien hoeveel van de eenlaagse appartementen die volgens de Basiskwaliteit aanpasbaar zouden moeten zijn inderdaad aanpasbaar zijn uitgevoerd.

 

 

Eenlaagse nieuwbouwappartementen op begane grond of aan lift (deze woningen zouden aanpasbaar moeten zijn volgens Basiskwaliteit)

 

sector  aanpasbaartotaal
Sociale huur  304  88%  344  
Markthuur  333  86%  387  
Middensegment koop  50  100%  50  
Vrije sector koop  352  73%  478  
Totaal  1.039  83%  1.259

  

 

Onder de opgeleverde nieuwbouwwoningen bevinden zich 1.259 eenlaagse appartementen op de begane grond of ontsloten met een lift. In de Basiskwaliteit Woningbouw Amsterdam is vastgelegd dat deze woningen aanpasbaar moeten zijn. Een verheugende ontwikkeling is dat – nadat vorig jaar een dieptepunt was bereikt met slechts 57% – dit jaar maar liefst 83% van deze woningen ook daadwerkelijk aanpasbaar is uitgevoerd. Alleen de vrije sector koop blijft hier enigszins bij achter. De prestatieafspraak met Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties van om 80% van de eenlaagse sociale huurwoningen aan een lift of op begane grond aanpasbaar te bouwen, is dit jaar met 88% ruimschoots gehaald.

 

Projecten met een aanzienlijk aantal woningen dat ten onrechte niet aanpasbaar is uitgevoerd, zijn Overhoeks de Europa (Vesteda) en Het Andreas Ensemble Fase 2 – Geurst & Schulze (Proper Stok en De Alliantie).

 

Duurzaam materiaalgebruik

Duurzaamheid is een wezenlijk onderdeel van het gemeentelijke bouwbeleid. Opdrachtgevers komen in aanmerking voor een Basiskwaliteitsubsidie voor duurzaamheid van 1.000 euro per woning als zij aantonen dat ze zowel lage temperatuur verwarming hebben toegepast, als zink dat in contact komt met regenwater te hebben gecoat en alleen hout met FSC-keurmerk te hebben gebruikt.

 

Hardhouten buitengevelkozijnen  projecten  woningen
FSC-hardhout – met geverifieerde CoC-nummers  8 822 45%
FSC-hardhout – met ontbrekende CoC-nummers 5  413 23%
FSC-hardhout – met onjuiste CoC-nummers    4   59 3% 
Hardhout zonder FSC-keurmerk  10  541 29% 
Totaal hardhout toegepast  27  1.835  100% 

 

Bij 27 projecten met in totaal 1835 woningen (62% van het totaal) zijn hardhouten gevelkozijnen gebruikt. Meranti is nog steeds het meest populair voor deze toepassing.
In bijna driekwart van de gevallen zegt men hout met FSC-keurmerk te hebben toegepast, maar deze bewering wordt lang niet altijd onderbouwd met het bijbehorende chain of custody-nummer (CoC). In een beperkt aantal gevallen wordt een onjuist CoC-nummer aangeleverd, wat bijvoorbeeld betrekking heeft op de levering van papier en niet van hout.
Conclusie is dat bijna de helft van het hardhout een FSC-keurmerk heeft, een derde zeker niet en dat bij de claims van de overige woningen een vraagteken geplaatst moet worden. Een teleurstellend resultaat na al die jaren!

Bij de overige hardhouten onderdelen aan de buitenzijde van de woning, zoals hekwerken, terrasdelen, is het beeld iets gunstiger. Hier is tweederde van de woningen voorzien van FSC-hout.

 

Naaldhout (diverse toepassingen) projecten   woningen
FSC-naaldhout – met geverifieerde CoC-nummers  11  333  15% 
FSC-naaldhout – met ontbrekende CoC-nummers  6   291 14% 
FSC-naaldhout – met onjuiste CoC-nummers  2  295  14% 
Naaldhout zonder FSC-keurmerk  16  874  40% 
Niet ingevuld  3  367  17% 
Totaal naaldhout toegepast  38  2.160  100% 

 

Bij 38 projecten met in totaal 2160 woningen is naaldhout gebruikt voor balken, timmerwerk en toepassingen buiten de woning. Het aandeel hout met FSC-keurmerk is nog aanzienlijk lager dan bij het hardhout: ruim de helft van de woningen geeft direct aan niet over een FSCkeurmerk te beschikken of vult helemaal niets in. Voor slechts 15% van de woningen wordt een geldig CoC-nummer verstrekt. Zink en thermisch verzinkt staal. Van de 50 geregistreerde projecten hebben 11 projecten met 550 woningen aangegeven zink of thermisch verzinkt staal te hebben toegepast in de gevel. Bij driekwart van deze woningen is het zink afgedekt met poedercoating of schilderwerk, zoals gevraagd in de Basiskwaliteit. Een kwart van de woningen voldoet dus niet.
Het coaten van zinken dakbedekking komt in weerwil van de richtlijnen Basiskwaliteit vrijwel niet voor: bij de 15 projecten (692 woningen) met zinken dakbedekking is slechts in één geval coating toegepast. Dit is dan wel in dit kader een relatief groot project (Karspelhof met 202 woningen). Zinken goten worden helemaal niet gecoat: in geen enkel van de 18 projecten (740 woningen) met zinken goten zijn deze afgedekt. Dit is ernstig omdat vooral bij deze horizontale delen de invloed van zinkafspoeling groot is: het regenwater komt daar geruime tijd in aanraking met het zinkoppervlak, waardoor er veel tijd is om zinkdeeltjes in het regenwater te laten oplossen.Ook regenwaterafvoerpijpen worden nog steeds vaak van zink of thermisch verzinkt staal gemaakt.
Dit is het geval bij 23 projecten met 1024 woningen. Hiervan is minder dan een kwart voorzien van coating. Het enige onderdeel waar het goed gaat, is bij hekwerk. Deze worden in vrijwel alle projecten toegepast en standaard in de fabriek voorzien van poedercoating.

 

Energiezuinig bouwen

Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) Bij de bouwaanvraag moet worden aangegeven welke energieprestatie het gebouw levert. Hoe lager de EPC, des te minder de voor verwarming benodigde energie. Bijna een derde van de recent opgeleverde nieuwbouw voldoet maar net aan de wettelijke toegestane EPC tot 1 januari 2006 (datum bouwaanvraag). Kennelijk zijn dit projecten met een oude bouwvergunning.

 

 

Van de later ingediende woningen voldoet het overgrote merendeel precies aan de vanaf 1 januari 2006 geldende EPC = 0,8. Duidelijk is dat energiezuinig bouwen – beter dan de wettelijke eis – nog nauwelijks tot in Amsterdam is doorgedrongen. Slechts twee projecten steken in gunstige zin boven deze middelmatigheid uit: Karspelhof (202 woningen met EPC = 0,68) en Commelinstraat (8 woningen met EPC = 0,6).

 

 

Dit beeld wordt bevestigd als we naar de isolatie van de woningschil (gevel, dak en begane grondvloer) kijken. Hier geldt: hoe hoger de isolatiewaarde (Rc), des te beter de isolatie. Het Bouwbesluit vereist minimaal een Rc van 2,5, maar in de praktijk is een Rc van 3,5 nodig om de vereiste energieprestatie te halen. Ook hier wordt precies gedaan wat minimaal nodig is om aan de wettelijke eisen te voldoen. Met als enige uitzondering wederom het project Commelinstraat (Rc = 5,5).

 

Een klein aantal renovatieprojecten haalt nieuwbouwniveau: het beste scoren Mata Hari (EPC = 0,8 en Rc = 3,5), Complex N46 Czaar Peterstraat (EPC = 0,9 en Rc = 4) en Het Spoor (Energielabel B en Rc = 3,5).

 

De beperkte vorderingen op het terrein van energiebesparing laten zien dat de gemeentelijke ambities om klimaatneutraal te bouwen nog op geen enkele wijze tot uitdrukking komen in de recent opgeleverde projecten. Dan moet je toch aan een energieprestatie denken van EPC ≈ 0,3 en een schilisolatie van Rc ≈ 6. Alleen het voor de Groene Speld genomineerde project Commelinstraat gaat enigszins in die richting.

 

Energiebronnen

Stadswarmte heeft dit jaar de HR-ketel ingehaald als belangrijkste energiebron. Bijna driekwart van de nieuwbouwwoningen is aangesloten op stadswarmte. De overige nieuwbouw en bijna alle renovatie beschikken nog over een HR-ketel. Slechts drie nieuwbouwprojecten worden op alternatieve wijze van warmte en warm water voorzien: Commelinstraat (warmtepomp, zonneboilers en warmteterugwinning van het douchewater), Steigereiland Noord - Blok E en G (warmtekrachtkoppeling en douche-WTW) en Overhoeks de Europa (warmte/koudeopslag).

 

 

Lage temperatuurverwarming Lagetemperatuurverwarming (vloer- en/of wandverwarming met een aanvoertemperatuur van maximaal 55 graden Celsius) raakt met name in de grotere nieuwbouwprojecten steeds meer ingeburgerd. Wel valt op dat bij stadswarmte in een aantal projecten nog radiatoren is toegepast. In de renovatieprojecten overheerst nog steeds het traditionele systeem met radiatoren met een aanvoertemperatuur van meer dan 70 graden Celsius. Opmerkelijk is dat de tussenstap naar middentemperatuur verwarming relatief weinig voorkomt.

 

Ventilatie

In de nieuwbouw is gebalanceerde ventilatie (77%) dominant en in renovatie komt bijna alleen mechanische ventilatie voor (toevoer via gevelroosters in combinatie met mechanische afzuiging).

Twee nieuwbouwprojecten (Anjeliersstraat en Waterbuurt West - Waterwoningen) geven aan alleen gebruik te maken van natuurlijke ventilatie. Meer geavanceerde technieken zijn toegepast in de nieuwbouwprojecten De Zeeheld, Het Colijnhof, De Zilverling en Steigereiland Noord – de Praam en in de renovatieprojecten De Sibbelpanden en Rozenrood; daar is gewerkt met vraaggestuurde roosters, waarbij de aanvoer van verse lucht voortdurend automatisch wordt aangepast aan het gebruik van de woning op dat moment. Door deze projecten is het aandeel vraaggestuurde ventilatie in de nieuwbouw 11% en in de verbouw 7%.

 

FSC-hout en de corporaties

De afspraak om alléén nog hout met FSC-keurmerk te gebruiken is al in 2003 overeengekomen met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, vastgesteld door het Amsterdamse gemeentebestuur en integraal opgenomen in het Amsterdamse grondprijsbeleid. Hoewel het resultaat dit jaar beter is dan in de voorafgaande jaren (voor 45% van de woningen wordt met een CoC-nummer aangetoond dat FSC-hout is toegepast), is het nog steeds onvoldoende. Bij een derde van de woningen is nietgecertificeerd hardhout toegepast en bij de overige woningen zegt/denkt men FSC-hout te hebben toegepast, maar wordt dat – ondanks herhaaldelijk aandringen – niet onderbouwd met (geldige) CoC-nummers. Bij het naaldhout is de situatie zelfs aanzienlijk ernstiger. Dit is vreemd, omdat naaldhout over het algemeen uit westerse c.q. meer transparante landen komt.

 

In de kwaliteitsregistratie is nagegaan of de corporaties op dit vlak beter scoren dan particuliere opdrachtgevers. Dat is niet het geval: de corporaties scoren gemiddeld niet slechter, maar ook niet beter. Als we inzoomen op de individuele corporaties, valt op dat de onderlinge verschillen niet groot zijn: niemand doet het uitgesproken beter of slechter dan de anderen. Van geen enkele corporatie worden van alle projecten geldige CoC-nummers aangeleverd, maar er is ook geen enkele corporatie die nooit FSChout gebruikt. Het al dan niet toepassen van FSC-hout lijkt dan ook eerder met het project te maken te hebben dan met het beleid van de corporatie.
Hoewel FSC-hout in de meeste standaardbestekken van corporaties is opgenomen, blijkt steeds weer dat het te vaak uiteindelijk niet wordt toegepast. Veel van de projecten die hardhout toepassen geven meteen al aan geen FSC-hout te hebben gebruikt. Van de overige blijkt lang niet iedereen in staat een geldig CoC-nummer aan te leveren. Sommige projecten komen met nummers aanzetten die verwijzen naar het volstrekt onbetrouwbare MTTC-keurmerk (van de Maleisische regering) of die betrekking hebben op papierleveranties. Andere CoCnummers blijken in het geheel niet te bestaan. Vaak moet achteraf geconstateerd worden dat het toepassen van duurzaam hout kennelijk ‘ergens onderweg’ uit het oog is verloren. Uit gesprekken komt duidelijk naar voren dat veel opdrachtgevers er niet op sturen, de aannemer niet controleren en niet naar bewijzen vragen. De hele situatie roept allerlei vragen op: Waar komen die niet bestaande FSC-nummers vandaan? Waarom valt niemand dat op? Betalen opdrachtgevers de aannemer voor FSC-hout dat niet wordt geleverd?

 

FSC-makelaar

Op dit moment zijn er in Nederland honderden bedrijven die FSChout aanbieden en/of verwerken. Toch wordt regelmatig gezegd dat FSC-hout of -houtproducten lastig verkrijgbaar zijn. Of dat FSC alleen over tropisch hardhout gaat. Dat is gewoon niet waar! Als FSC-hout op tijd besteld wordt, is het goed leverbaar. Alleen doen niet alle bouwers, aannemers en houtverwerkende bedrijven hun best om ervoor te zorgen dat werkelijk overal FSC-hout toegepast wordt.
Daarom is het voor opdrachtgevers van belang er goed toe te zien dat de goede voornemens om FSC-hout toe te passen ook in de praktijk gerealiseerd worden. Als opdrachtgevers niet in staat zijn om dat zelf goed te organiseren, dan is het sterk aan te raden om daarvoor deskundige hulp in te schakelen. Zo heeft bijvoorbeeld Ferry Haijemaije een jarenlange ervaring als FSC-makelaar. Tegenwoordig helpt hij met zijn bedrijf Factor4 Bedrijfskundig adviesbureau voor duurzame ontwikkelingen opdrachtgevers om probleemloos aan FSC-hout te komen. Hij assisteert bij vraag en aanbod, productinformatie, bestek en partnerkeuzes en helpt bij het doorbreken van vaste gewoontes die het gebruik van FSC belemmeren. 

 

Hardhouten buitengevelkozijnen
FSC-hardhout – met geverifieerde CoC-nummers
- De Keyzer
- Complex N46 Czaar Peterstraat
- De Zeeheld
- Zaanstraat , Spaarndammerdijk ev.
- De Zoete Haring
- Het Spoor
- Borneohof
- Karspelhof
FSC-hardhout – met ontbrekende CoC-nummers
- De Wittenkade, De Wittenstraat, 1e Nassaustraat
- Dok 94
- Fraijlemaborg
- De Beusemaecker
- Speelmanstraat
FSC-hardhout – met onjuiste CoC-nummers
- Mata Hari
- Rozenrood
- Kastanjeplein
- Solids 1 en 2
Hardhout zonder FSC-keurmerk
- Oostenburg
- Laagte Kadijk 51-58
- Dr. H. Colijnstraat
- Hoofdweg
- Jan van Galenstraat
- Zaanstraat 20-35
- Steigereiland Noord
- Blok E en G
- Heart & Soul
- Smith
- Overhoeks de Europa
Naaldhout (diverse toepassingen)
FSC-naaldhout – met geverifieerde CoC-nummers
- Mata Hari
- Complex N46 Czaar Peterstraat
- Rozenrood
- LommerRijk
– Blok E en F
- De Zoete Haring
- De Zilverling
- De Eerste Jan Steen
- Ouderen in de Pijp
- Atjehstraat
- Kastanjeplein
- Solids 1 en 2
 
FSC-naaldhout – met ontbrekende CoC-nummers
- De Sibbelpanden
- Out of the Blue
- De Wittenkade, De Wittenstraat, 1e Nassaustraat
- Dok 94
- De Beusemaecker
- Speelmanstraat
FSC-naaldhout – met onjuiste CoC-nummers
- Het Spoor
- Karspelhof
Hardhout zonder FSC-keurmerk
- Oostenburg
- Laagte Kadijk 51-58
- Dr. H. Colijnstraat
- Hoofdweg
- Jan van Galenstraat
- Zaanstraat 20-35
- Steigereiland Noord - Blok E en G
- Heart & Soul - Smith
- De Europa
Naaldhout zonder FSC-keurmerk
- Oostenburg
- Laagte Kadijk 51-58
- De Zeeheld
- Dr. H. Colijnstraat
- Hoofdweg
- Jan van Galenstraat
- Zaanstraat 20-35
- Het Andreas Ensemble Fase 2
– Geurst & Schulze
- Commelinstraat
- Borneohof
- Haveneiland Oost Blok 46b
- IJburg college
- Steigereiland Noord - Blok E en G
- Heart & Soul - Smith
- Steigereiland Noord
– De Praam
- De Europa
Niet ingevuld
- Het Andreas Ensemble Fase 2
– Tony Fretton
- Waterbuurt West - Waterwoningen
- Fraijlemaborg

 

Deze lijst is gebaseerd op door de architecten aangeleverde informatie

  


Over deze site

Disclaimer