Naar Menu

Home2014-2015Zuiderkerkprijs 2015

Marlies Buurman

Zuiderkerkprijs 2015

Dit jaar is de Zuiderkerkprijs voor de achttiende keer uitgereikt aan de architect en opdrachtgever van het beste woningbouwproject in Amsterdam. Alle 65 projecten die tussen augustus 2014 en augustus 2015 zijn opgeleverd en die in deze documentatie zijn opgenomen, hebben meegedongen naar de prijs. De vigerende criteria van de Zuiderkerkprijs richten zich op de kwaliteit van de architectuur, stedenbouw, materialisatie, programma en duurzaamheid. De jury van dit jaar voegde daar op nadrukkelijke uitnodiging van de organisatie, haar eigen kleur aan toe en besloot het accent te leggen op het innovatieve karakter van het project, de toekomstwaarde, de mate waarin het project voorbeeld stellend is, financieringsmodellen, bewonersparticipatie en lef van zowel opdrachtgever als architect, daarbij rekening houdend met de mate van complexiteit van de opgave en de locatie.

 

 

De jury van de Zuiderkerkprijs bestaat uit een jaarlijks wisselend team van drie externe deskundigen op het gebied van architectuur en stedelijke ontwikkeling. De jury van de Zuiderkerkprijs 2015 bestaat uit: Madeleine Maaskant (voorzitter), architect en directeur van de Academie van Bouwkunst Amsterdam; Marlies Buurman, architectuurhistoricus en cultureel programmeur en Jörgen Haring, architect van FORM, winnaar Zuiderkerkprijs 2014. De jury werd ondersteund door Sabine Lebesque en Bart Truijens. Op 29 oktober heeft de jury de tien voorgeselecteerde projecten in een dag bezocht. Aan het einde van de dag heeft zij een keuze gemaakt voor drie nominaties waarvan een de winnaar was.

 

De achttiende Zuiderkerkprijs is een werk van beeldhouwer Mathieu Nab (1965)

 

Nab begon op jonge leeftijd met tekenen en schilderen en studeerde van 1984 tot 1989 aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam waarna hij zich vooral op beeldhouwen richtte. Aanvankelijk werkte hij vooral in marmer en steen; materiaal dat hij zelf ophaalde in steengroeves in Italië en Portugal. Pas later is hij ook gaan werken in hout, dat hij op een zelfde intuïtieve manier bewerkt. Zijn atelier is gevestigd aan de Surinamekade in het Oostelijk Havengebied waar hij een van de eerste gebruikers van Loods 6 is.
Zijn vrije werk is en wordt aangekocht door verschillende particuliere, vooral internationale verzamelaars. In Amsterdam is vroeg werk van hem te zien op het GWL terrein, waar een beeld van een paard staat en in Park de Meer waar hij de leuningen van de bruggen ontwierp.
De opdracht voor de Zuiderkerkprijs bestaat uit het maken van drie objecten. Een voor zowel de architect als de opdrachtgever van het winnende woningbouwproject en een voor de collectie van Grond en Ontwikkeling. Deze collectie is inmiddels uitgegroeid tot een fantastische rij objecten van zowel beginnende als zeer ervaren kunstenaars die wordt tentoongesteld op de directievloer van de zesde verdieping van Weesperplein 8.
De Zuiderkerkprijs 2015 is gemaakt uit Azobé hout. Dit is een bijzonder harde en zeer duurzame houtsoort in een paarsbruine kleur, afkomstig van een boomsoort die voorkomt in West- en Midden-Afrika en een hoogte kan krijgen van vijftig meter. Omdat er veel kalk inzit, zinkt het als je het in het water zou gooien. Van Azobé worden onder andere sluisdeuren gemaakt, er komt geen worm, termiet of schimmel in en is daardoor perfect voor het Nederlandse klimaat. Het hout is vaak erg kruisdradig, draaihartig en warrig van nerf. Daardoor is het haast niet te kloven en het is vaak te hard om te spijkeren. Het hout dat Nab heeft gebruikt is (uiteraard) FSC gekeurd, en is dus afkomstig uit gecontroleerde boskap waarbij zowel de ecologische als sociale waarden rond houtproductie worden gerespecteerd.
Nab maakte verschillende werken uit dit materiaal. De objecten voor de Zuiderkerkprijs zijn in feite reststukken in de dwarsrichting van de groef gezaagd. Bij ander hout zou dit tot splijten van de korte nerf kunnen leiden, bij deze zware houtsoort blijft de ‘slice’ zoals de kunstenaar het noemt bij de juiste bewerking, intact.
De drie objecten van de Zuiderkerkprijs waren aanvankelijk bedacht als ‘bouwstenen’ waarmee een soort scheidingswand gemaakt kon worden. Maar uiteindelijk zijn het zelfstandige elementen geworden, die allemaal een beetje verschillend zijn. Ze lijken op een soort krukjes en zo mogen ze ook gebruikt worden. Daarnaast heeft het object eenduidige vormen, die apart of in combinaties van meer en gezien vanuit verschillende lijnen of standpunten, steeds zijn eigen esthetische waarde hebben. Daarmee is de Zuiderkerkprijs zowel een gebruiksvoorwerp als kunstwerk. (S.L.)

 

 

 

Alle woningbouwprojecten worden op basis van aangevraagde documentatie (foto’s, plattegronden, omschrijving en een vragenlijst over kwantitatieve en kwalitatieve gegevens) bekeken door een zestal deskundigen werkzaam bij Grond en Ontwikkeling op het gebied van woningbouw. Dit jaar waren dat: Pierre van Rossum, directeur Grond en Ontwikkeling; Bob van der Zande, woningbouwregisseur; Peter Kroon, woningbouwadviseur; Bart Truijens, bouwkundige en lid Team Zelfbouw; Alfons Wezenberg, vastgoedadviseur en Sabine Lebesque, architectuurhistoricus en lid Investeerdersloket Woningbouw.
Individueel en daarna in een gemeenschappelijke sessie worden tien projecten voorgeselecteerd, waarvan gevonden wordt dat ze aan de jury voorgelegd moeten worden om hierover een oordeel te vellen. De selectie vindt plaats op basis van de algemene criteria van de Zuiderkerkprijs (architectuur, stedenbouw, materialisatie, programma en duurzaamheid), waarbij ook aspecten als verdeling over de stad en de verdeling per architect en opdrachtgever een rol spelen. De voorselectie is met de grootste zorgvuldigheid tot stand gekomen maar is tegelijkertijd, zoals dat meestal bij prijzen gaat, een subjectieve keuze van een groep mensen op een bepaald moment, en is op geen enkele manier een diskwalificatie van de projecten die niet zijn voorgeselecteerd.

 

Lijst van tien voorgeselecteerde projecten

De aan de jury voorgelegde lijst van tien voorgeselecteerde projecten laat een rijke mix zien van over de stad verspreide kleinschalige en omvangrijke woningbouwprojecten. Daaronder bevinden zich nieuwbouw én transformatieprojecten, variërend van complexe inpassingen in het stedelijk weefsel tot nieuwbouw in nieuwe ontwikkelingsgebieden, plus een schakering in financierings- en ontwikkelmodellen. De lijst is in die zin in illustratief voor de huidige situatie binnen de Amsterdamse woningmarkt en toont aan dat nu de woningmarkt weer aantrekt, er perspectief is op meer diversiteit in woonconcepten en woningtypologieën voor verschillende doelgroepen. Ook tekent zich een verschuiving af van een meer aanbod-gestuurde projectontwikkeling naar een situatie waarin opdrachtgevers op zoek gaan naar wie de klant is en hoe die het beste te bedienen is, waarbij de betrokkenheid van bewoners bij de totstandkoming van projecten een grotere rol lijkt te krijgen.


Bij een rondrit langs de tien projecten is er sprake van een aantal opvallende thema’s.

 

Een deel van de projecten wordt gekenmerkt door een grote complexiteit: óf op het gebied van de omvang en de schaal van projecten (Villa Mokum, Kwintijn Fase 1), óf op het gebied van de inpassing in bestaande buurten (Thuis West in de Plesmanbuurt in Nieuw-West). Ook hebben veel plekken te kampen met zware geluidsbelasting (Blok 0 - PUUUR BLOK, Kwintijn Fase 1, De Feniks, Het Baken, Ravel Residence en Villa Mokum). De betrokken architecten van omvangrijkere woningbouwprojecten hebben zich ingespannen om de tussenschaal te zoeken, om overgangsplekken te creëren tussen het maaiveld en de individuele woningen in het grote blok. In het geval van inpassingen in bestaande buurten is vooral veel tijd en energie gestoken in het informeren en betrekken van omwonenden bij de nieuwbouw. In het geval van Thuis West heeft dat bijvoorbeeld geresulteerd in een bijzonder kunstproject waarbij portretten van buurtbewoners op verschillende plekken in het gebouw zijn toegepast, maar ook in de gekozen woningtypologieën. In het geval van De Tandwielenfabriek in de programmakeuze en in een gezamenlijk opgezet groenplan.

 

We zien voorts een aantal succesvolle voorbeelden van nieuwe rollen en intensieve samenwerkingsvormen tussen architect en opdrachtgever.

 

Daar waar ze intensief samen optrokken in de conceptvorming, lijkt dit vruchten af te werpen in de vorm van zeer doordachte en slimme concepten die meer bieden dan de som der delen (Ravel Residence, PUUUR BLOK en The Double). In het geval van Ravel Residence heeft een grondige analyse van de doelgroep (studenten) geleid tot verrassende ontmoetingsplekken en voorzieningen als een basketbalveld en een ‘private dining’ room.
In het geval van PUUUR BLOK is de architect zowel initiatiefnemer, ontwikkelaar én procesbegeleider en heeft deze de financierder en kopers zelf betrokken. Vervolgens zijn de bewoners intensief begeleid met het ontwerpen van hun eigen huis, hetgeen niet alleen in sterk variërende plattegronden heeft geresulteerd maar ook in een sterke bewoners-community. Projecten als MORE, The Double, De Tandwielenfabriek en Halve Maen tonen aan dat er voldoende vraag en ruimte in de stad is voor exclusievere projecten in het hogere segment. MORE is hier het lichtend voorbeeld van. De jury is onder de indruk van de kwaliteit en allure van de architectuur plus de manier waarop de transformatie van een detonerend kantoorpand uit de jaren zeventig heeft geleid tot luxe appartementen en een sterk opgewaardeerd straatbeeld. Ook in het geval van The Double is er sprake van een stadsreparatie door een particulier initiatief voor een zeer specifieke doelgroep. In dit geval is er waardering voor het feit dat ondanks de privacy wensen van deze doelgroep, het pand zich opent naar de straat met het vele glas en een publiek toegankelijke sportfaciliteit op de begane grond.
Een vaak terugkerend thema is de aandacht voor het collectieve, voor het faciliteren van onderlinge ontmoetingen en een community-gevoel. Dit is op zeer letterlijke wijze vertaald in grote ontmoetingsruimten op de terrassen in het complex van Villa Mokum, en de semiopenbare binnentuin met picknicktafels en ligstoelen. Ook het tijdelijke Ravel Residence biedt boven gemiddeld veel ontmoetingsplekken in de tussenruimten waar ze in dit geval een goed alternatief bieden voor de kleine woningen.
Op een nog kleinere schaal en subtielere wijze zien we het ook daar waar de woningen elkaar heel direct raken, zoals in het project Kwintijn Fase 1 waar FARO Architecten tussen twee woningen gemeenschappelijke bloembakken op de balkons heeft gerealiseerd zodat buren samen de handen in de grond kunnen steken. Het zijn ‘de lessen van Hertzberger’, aldus de architect.

 

De duurzaamheid, die door de gemeente vereist is voor het hele gebied Houthaven, zit hem bij dit project in allerlei onderdelen. Een slim installatie-concept (met een collectief wtw-systeem en aansluiting op stadswarmte en koeling) en de indeling van het casco maken dat het woonprogramma ook in de toekomst relatief eenvoudig aangepast kan worden. Verder zijn er zonnepanelen, driedubbel glas, hoogwaardige isolatiematerialen en elektrische oplaadpunten in de half verdiepte parkeergarage.
Opvallend is de hoogwaardige materialisering van de woningen met onder andere lichte natuurstenen gevels met grote aluminium (vouw)puien, grote raamvlakken en een afwerking met duurzame materialen. Het project is een prachtig voorbeeld van uitstekende samenwerking tussen alle partijen en straalt op alle fronten klasse uit.

 

De Tandwielenfabriek

De Tandwielenfabriek vormt een sympathiek voorbeeld van een zorgvuldige herbestemming van een oud fabrieksgebouwtje midden in de Nieuwmarktbuurt
tot woningen, met behoud van het oorspronkelijke industriële karakter.
Dit is uitermate charmant en vakkundig gedaan. Bovendien waardeert de jury het lef van de opdrachtgever die, nadat eerdere grootschalige nieuwbouwplannen stukliepen, het pand van een woningcorporatie kocht en een alternatief plan ontwikkelde voor behoud van de fabriek en de realisatie van twaalf ruime loftwoningen in het duurdere koopsegment. Ondanks het feit dat het bestemmingsplan het toeliet om de hoogte in te gaan, werd er voor gekozen de ingreep binnen de contouren van het pand te houden en zo min mogelijk aan de buitenkant aan te passen. De opdrachtgever startte bovendien, vooruitlopend op de toestemming van de gemeente om woningbouw te realiseren, al met de verbouw.
De buurt, waaronder voormalige actie-voerders uit de Nieuwmarkt, werd intensief bij de planontwikkeling betrokken waardoor de herbestemming tot woningen, ondanks aanvankelijke weerstand, voor hen grote waarde heeft gekregen maar ook vlot kon verlopen. Mooi is dat in het ontwerp het voor de buurt kenmerkende leven aan en op de straat een belangrijke rol speelt. Zo werden de woningen ten opzichte van elkaar gespiegeld en kregen ze allen hun entree aan de straat. Geperforeerde, (schuifbare of vouwbare) hekwerken bij iedere entree creëren beschutte semiopenbare zones tussen de straat en de terugliggende woningen en nodigen uit tot interactie met straat en de buren. Veel omwonenden kijken inmiddels uit op (zwaar geïsoleerde) groene mos sedum daken en zijn betrokken bij een groenplan voor de straten.
Het ontwerp voor de woningen bestaat eenvoudigweg uit een entreezone met WC en installaties. Slaapvertrekken en dakterrassen bevinden zich boven. Verder zijn de woningen als casco opgeleverd met meerdere aansluitingspunten voor badkamers en keuken, zodat bewoners ze zelf naar hun eigen smaak kunnen afwerken en indelen.
Er zijn behalve onderhoudsarme materialen ook gerecyclede producten gebruikt zoals de bekleding van de patio’s en dakterrassen met composiet, gemaakt van gerecyclede autobanden.


Ravel Residence
Dit ‘fashionable’ ogende pand op de Zuidas herbergt tijdelijke huisvesting voor studenten voor een periode van twaalf jaar. Het gebouw bevat 801 woningen verdeeld over vijf bouwlagen, plus een café, een basketbalveld en een dak moestuin die vooralsnog door de studenten wordt beheerd. Omdat het om tijdelijke huisvesting gaat is gekozen voor modulaire eenheden die, in tegenstelling tot voorgangers op dit gebied, volledig uit het zicht zijn gelaten. Een witte schil met een grafisch patroon van ronde ramen omhult de modules en weert de achterliggende woningen op een efficiënte manier van het snelweggeluid. Kenmerkend is het contrast tussen de lichte buitengevel en de warme, donkere binnenkant van het complex met hoogwaardige houten bekleding.
Opvallend zijn het zorgvuldig doordachte concept en businessplan van een nieuwe particuliere partij, waar een goede analyse van behoeften en verwacht gebruik van de doelgroep aan ten grondslag ligt. Opdrachtgever en architect zijn hierin samen heel ver gegaan en hebben veel energie gestoken in het creëren van een community-gevoel en gemeenschappelijke ruimten ter compensatie van de kleine woonruimten. Er zijn prettige verblijfsplekken zoals twee forse binnentuinen, een lounge, studieruimtes, een ‘private dining’ room met aangrenzend dakterras (te boeken als vrienden of familieleden langs komen), plus een grand café dat zich tevens openstelt voor bezoekers uit de omliggende omgeving. Ook zijn er zeer praktische voorzieningen als een uitzendbureau, een huisarts en een inpandige fietsenstalling met 1.000 plekken, geordend op huisnummer.
Op het gebied van duurzaamheid scoort het project vanwege de flexibiliteit van het modulaire bouwsysteem dat de verplaatsbaarheid en de herbruikbaarheid - ook voor andere functies - van de modules garandeert.

 

De Feniks, Het Baken
Het project ligt in het Eenhoorngebied, een overgangsgebied tussen de negentiende-eeuwse bebouwing met gesloten bouwblokken en een meer open naoorlogse verkaveling. Op een driehoekig terrein ingeklemd tussen de drukke Gooiseweg en de James Wattstraat beoogde Bouwinvest de realisatie van 342 woningen verspreid over twee nieuwe bouwblokken.
Bijzonder is de inspanning van de architect om het bestaande studentenblok Casa400 te handhaven in plaats van te kiezen voor sloop-nieuwbouw. De jury waardeert deze keuze van de architect en de opdrachtgever en vindt de renovatie van het pand in tijden van duurzaamheid waardevol.
Het gerenoveerde blok (De Feniks gedoopt) bevat 212 studentenwoningen en heeft een fris-witte gevelomkleding gekregen en een centrale poort, geaccentueerd door een opvallende kleurtoepassing op de kolommen. Een wandelroute doorsnijdt het gebied en maakt via de poort een verbinding met het achterliggende gebied aan de Gooiseweg waar de hoogbouw Het Baken is verrezen met 130 starterswoningen verspreid over twintig verdiepingen. De vorm van de kavel heeft de driehoekige plattegrond van de toren gedicteerd wat uiterst spannende en vernuftige plattegronden oplevert. De studio’s zijn met 60 m2 betrekkelijk klein maar ogen dankzij grote ramen opvallend ruim en licht. Er is veel waardering voor de detaillering en de grote vensters waarin extra diepe kozijnen als zitelementen kunnen dienen.
De buitengevel van de toren wordt gekenmerkt door robuuste prefab betonnen gevelelementen en driehoekige vensters die het gebouw een lantaarnachtig karakter geven passend bij de toren als markeringspunt van een nieuwe stadsentree aan de Gooiseweg. Hoewel de locatie uitdagend is, stelt de inrichting van het openbaar gebied en groen een beetje teleur. Ook lijkt de verweving van functies of stimulans tot interactie met de omgeving te ontbreken, terwijl dit bij de jonge doelgroep wel heel passend was geweest.

 

Villa Mokum
Het omvangrijke achtlaagse complex, met 279 sociale huurwoningen en 348 starterswoningen (koop), is door de architect opgevat als een sociale structuur waar ruim zeshonderd mensen samen wonen. Hierin is geprobeerd met verschillende schaalniveaus prettige overgangen te creëren.
Zo zijn er twee grote stedelijke blokken aan de Spaklerweg en twee kleinere blokken aan de Amstelvlietstraat, die gezamenlijk een gemeenschappelijke binnentuin omsluiten. Er is speciale aandacht geweest voor het aan elkaar schakelen van de bouwvolumes via loopbruggen. Een extra kwaliteit bieden de verblijfsgebieden en ontmoetingsplekken op iedere verdieping. Deze plekken zijn ondergebracht op terrassen en loggia’s in grote uitsparingen in het gebouw. Bijzonder is dat ondanks de zwaar geluid belaste gevel aan de Spaklerwegzijde hier toch woningen zijn gesitueerd. Dit is mogelijk gemaakt door de woningen te plaatsen aan natuurlijk geventileerde corridors. Deze open binnenstraten zijn zo kort mogelijk gehouden door de centrale entrees in het midden van het complex te leggen. Hoewel op een aantal plekken, zoals de gangwanden van de corridors, grafische decoraties zijn aangebracht, valt vooral de minder subtiele, op intensief gebruik gerichte afwerking op. Ook is het prefab
systeem voor de geluid belaste zijde vanwege kostenoverwegingen eveneens toegepast op de luwe zuidzijde wat een gemis is wat betreft lichttoetreding en uitzicht.
Stedenbouwkundig zijn echter slimme zetten gedaan, door bijvoorbeeld een wandelpad richting metro de semiopenbare binnentuin te laten doorkruisen en daarmee het project goed in omgeving te verankeren. De binnentuin is zorgvuldig als ontmoetingsplek ingericht; een beheerder ziet toe op de rust en orde en de juiste plaatsing van fietsen. Hoewel het project niet boven gemiddeld scoort op de duurzame ladder, toont het aan dat duurzaamheid ook kan zitten in sociale aspecten. Zo dragen de ontmoetingsplekken bij aan het onderlinge contact en zullen de bedrijfsruimten in de plint, zodra deze gevuld zijn, bijdragen aan de levendigheid en sociale veiligheid van het complex.

 

Thuis West
Dit project met 132 sociale huurwoningen en 51 koopwoningen bevindt zich in de Plesmanbuurt in Amsterdam Slotervaart en is uitgevoerd binnen een stedenbouwkundig plan van Frits Palmboom. Het complex is met een aantal stroken repeterende eengezinswoningen zorgvuldig ingepast in de bestaande context en volgt de footprint van de oorspronkelijke open bouwblok-verkaveling.
Voorafgaand aan de bouw is er veel aandacht besteed aan het betrekken van de buurt bij de stedelijke vernieuwing om draagvlak te creëren voor de sloop van de bestaande blokken ten behoeve van de nieuwbouw en in het realiseren van woonmilieus die aansluiten bij de behoefte van de bewoners. Waar de woonwijk voorheen voor honderd procent bestond uit portieketageflats in het sociale segment, is dit nu veranderd naar een gevarieerd aanbod van woningtypen in zowel het huur- als koopsegment. Plus, er zijn behalve eengezinswoningen ook appartementen die geschikt zijn voor ouderen.
Opvallend is dat een groot aantal van de oorspronkelijke bewoners is teruggekeerd in de nieuwbouw. De gesprekken met de buurt hebben verder onder andere geleid tot het realiseren van een aantal extra grote woningen voor grotere gezinnen, plus een kunsttoepassing van portretten van markante buurtbewoners, verwerkt in reliëf gegoten, grote betonnen tableaus.
Deze zijn geïntegreerd in de gevels en lifthallen van het project. De liefdevolle omgang met het bestaande is overal in het project voelbaar, van het grote schaalniveau tot op het detail. Het eenvoudige, sobere materiaalgebruik met bakstenen, metalen kozijnen en beton, geeft het project rust en een zekere allure. Opvallend is de kwaliteit van de binnentuinen met deels gehandhaafd groen en de zorgvuldig vormgegeven overgangen tussen de publieke en private ruimten. Betonnen kaders, bloembakken en dakranden fungeren zowel aan de tuinzijde als aan de straatzijde als duidelijke overgangs-markeringen.
De jury heeft waardering voor de zorgvuldige inpassing in deze buurt in transitie, voor het participatieproces en voor de rustige opbouw van de architectuur en openbare ruimte. Het project is daarmee op genoemde criteria niet onderscheidend maar eerder typerend voor projecten die bijzonder goed zijn in hun soort.


MORE
Waar in een groot deel van de projecten een thema als ‘collectiviteit’ een belangrijke rol speelde, is dat in MORE minder het geval. Het project bestaat uit elf zeer luxe koopwoningen ondergebracht in het voormalig kantoorgebouw van de sociale dienst in hartje Zuid. Een royale voordeur geeft toegang tot een centrale entreehal, afgewerkt met natuursteen en teakhout, waar liften direct toegang geven tot de grote appartementen (de grootste is 423 m2) met vrije indeelbare plattegronden en riante terrassen. Hier voert privacy de boventoon.
De jury is zich vooral bij dit complex bewust van de extremen die ze voorgeschoteld krijgt: van grote, complexe opgaven in de sociale woningbouw tot kleine aantallen luxe appartementen in het topsegment. In deze categorie scoort dit project echter hoge ogen omdat de opdrachtgever met zijn gekozen architect optimaal begrepen hebben wat de doelgroep wil.
De architect is erin geslaagd om de geleding van het voorheen detonerende bouwblok weer aan te laten sluiten op het negentiende-eeuwse straatbeeld. Het betoncasco is hergebruikt (in dit geval geen kostenbesparing maar eerder een slimme manier om snelheid te kunnen maken in de procedures) en in de gevels is met een stijlvolle, eigenzinnige, monumentale ornamentiek aansluiting gezocht bij de rijk gedecoreerde architectuur van de omliggende negentiende-eeuwse panden. Opvallend zijn de keramische gevelstenen, het vele glas in het gevelvlak en de rvs geborstelde hekwerken voor de erkers en loggia’s met wisselende decoratieve patronen. Het detaillerings- en afwerkingsniveau is van hoge kwaliteit. Het project ademt allure en heeft een enorme upgrade in het straatbeeld bewerkstelligd.

 

Kwintijn Fase 1
Kwintijn Fase 1 is een grootstedelijk woonproject in het gebied De Hallen in West, naast de prachtig gerenoveerde en getransformeerde tramremise. Het gebied is al lange tijd in ontwikkeling en verandert in een nieuw cultureel centrum. Het wooncomplex staat tussen de Tollensstraat en de Bilderdijkkade en bevat een grote woningdichtheid met 166 woningen, waarvan 48 in de sociale huur, 69 duurdere huur en 49 in de koopsector. Twee haaks op elkaar staande hoge bouwblokken en een lager blok aan de kade omsluiten samen een collectieve binnenhof. Hier hebben de architecten zich extra ingespannen om een contrast te maken met de robuuste buitenkant, en heeft het binnen gebied een voering van lichte bakstenen gekregen.
Er zijn verschillende woningtypes in verschillende maten. Aan de kade bevinden zich pakhuisachtige woningen met een diepte van 16 meter met een maximaal doorzicht. Bijzonder is dat het Oranjehuis in het complex is opgenomen (een Blijf
van Mijn Lijf huis nieuwe stijl). Niet langer verborgen, maar middenin de buurt.
Er is veel aandacht voor de kwaliteit van materialen en de zorgvuldige detaillering. Daar staat tegenover dat de grote variatie aan baksteentypen en kleuren op sommige plekken opzichtig aanwezig is. Minder variatie had meer rust gecreëerd.
Het feit dat de betrokken partijen er in zijn geslaagd om met een korte doorlooptijd, zowel het ontwikkeltraject als de uitvoering binnen drie jaar te realiseren, is een verdienste. Door deze succesvolle ketensamenwerking is het tevens mogelijk geweest een dubbele ondergrondse parkeergarage onder het rijksmonument De Hallen aan te leggen en daarmee in grote mate bij te dragen aan de kwaliteit van de omliggende openbare ruimte. Het project onderscheidt zich op de degelijkheid van de architectuur en het stedenbouwkundig ontwerp.

 

The Double
The Double is bijzonder omdat het een woonconcept en samenwerking betreft van een private partij en architectenbureau Wiel Arets Architects. De initiatiefnemers spelen in op het hogere segment en hebben een uniek ‘woonproduct’ bedacht dat op meerdere plekken gerealiseerd kan worden.
Het betreft ruime woningen (van 150-220 m2) die van alle technische gemakken zijn voorzien en worden gekenmerkt door een extreem hoog afwerkingsniveau en zorgvuldige detaillering. Alle woningen zijn voorzien van een speciaal voor dit concept ontwikkelde keuken- en badkamerlijn waarin alles tot en met het handdoek-haakje is ontworpen. Met een deel van de woningen wordt gemikt een ‘shortstay’-doelgroep, het overige deel bestaat uit duurdere koopwoningen. Het appartementengebouw bevindt zich aan de westzijde van de drukke verkeersader de Valkenburgerstraat, die wordt gekenmerkt door nogal wisselende bebouwing uit de vorige eeuw.
Hierin neemt het pand qua volume en architectuur zijn eigen positie in. Het bestaat uit twee bouwdelen die samen 45 appartementen bevatten, verbonden door een gemeenschappelijke binnentuin op het dak van de begane grond. Het voorste volume aan de straat is zes lagen hoog en biedt met grote raamvlakken uitzicht op de straat, terwijl het achterste vijf lagen tellende blok uitkijkt op de Uilenburgergracht. Ook zijn er aanvullende faciliteiten als een fitnessruimte en een sauna.
De gevels van beide volumes worden gekenmerkt door de ritmiek van gepotdekselde glazen panelen die de indruk wekken van natuursteen. Qua uitstraling is het gebouw - mede door de hardheid van de materialen - clean en zakelijk, terwijl een permanent aanwezige huismeester voor een huiselijke sfeer zorgt en extra service biedt. De jury was onder de indruk van het tot in details doorontwerpen van alle onderdelen van de woningen, zoals de luxe keuken, inbouwkasten en deurgrepen, en de manier waarop, vanuit de drukke rommelige context van de Valkenburgerstraat een oase van luxe is gecreëerd.

 

Halve Maen
Woongebouw Halve Maen maakt deel uit van het nieuwe woongebied Overhoeks aan de noordoever van het IJ waar een serie luxe appartementengebouwen in een groene setting is gerealiseerd. Het project Halve Maen heeft even stil gelegen door de crisis maar is afgelopen jaar, zonder ingrijpende aanpassingen in het ontwerp toch gerealiseerd.
Het U-vormige blok omsluit een binnentuin en bestaat uit acht bouwlagen die zijn onderverdeeld in een onderbouw van vijf tot zes lagen van een warm-gele baksteen, en een getrapte bovenbouw van twee tot drie lagen, bekleed met licht reflecterende vezelcement gevelplaten. In de opbouw zijn twintig penthouses ondergebracht met grote daktuinen. Het gebouw herbergt in totaal 86 woningen in de duurdere huursector die alle zoveel mogelijk twee- of meerzijdig zijn georiënteerd zodat ze maximaal van het zonlicht profiteren. Dit heeft een enorme diversiteit aan asymmetrische plattegronden (van 53 tot 136 m2) opgeleverd die zich vertalen in een afwisseling van buitenruimtes en een gevarieerd gevelbeeld dat daarnaast gedomineerd wordt door de balkons met frivole donkere hekjes.
De jury waardeert de variatie in woningplattegronden en de interieurs met grote raamoppervlakten en ruime lichtinval maar vindt het jammer dat Halve Maen vooral een heel degelijke architectuur laat zien, hoewel op deze prachtige locatie best een meer uitgesproken invulling had gepast. Er is echter waardering voor het feit dat dit project, ondanks de moeilijke tijd waarin het is ontwikkeld door een woningcorporatie in een gebied dat door de crisis flink is gestagneerd, er toch is gekomen en de kwaliteit is behouden.

 

Conclusie

Alle drie de genomineerde projecten (Blok 0 - PUUUR BLOK, De Tandwielenfabriek en Ravel Residence) tonen grote kwaliteiten op de geformuleerde criteria en focuspunten van de jury. Daarnaast spreekt uit alle drie projecten optimisme, toekomstwaarde en een grote betrokkenheid van ontwikkelaars, bouwers en stakeholders bij de specifieke opgaven en het creëren van een betekenisvolle leefomgeving. Blok 0 - PUUUR BLOK scoort echter naar mening van de jury het hoogst op alle fronten en vormt daarnaast een goed voorbeeld van synergie in het programma en samenwerking.
Het project markeert bovendien de start van de ontwikkelingen in de nieuwe woonwijk Houthaven en heeft daarmee een gedurfde pioniersfunctie gehad. Het staat symbool voor een nieuwe bouw- en werkwijzen en introduceert daarmee wellicht ook een nieuwe stedelijkheid. Een voorbeeldproject en waardig winnaar van de Zuiderkerkprijs 2015!

 

De jury heeft unaniem gekozen voor Blok 0 - PUUUR BLOK als winnaar van de Zuiderkerkprijs 2015.

 

 

Blok 0 - PUUUR BLOK
Architect: Atelier PUUUR
Opdrachtgever: Atelier PUUUR, Vink Bouw

 

Het project wordt gekenmerkt door een hoge architectonische kwaliteit, een succesvolle CPO-formule waarin architectenbureau Atelier PUUUR als initiatiefnemer de coördinerende rol op zich nam met Vink Bouw als bouwer en medeopdrachtgever, waarbij een intensieve samenwerking met de toekomstige bewoners centraal stond. Het gebouw heeft een slimme, flexibele indeling gekregen, is gebouwd met duurzame materialen en is 100% klimaatneutraal. Alle betrokken partijen en het gebouw stralen bovendien ontwerpkracht en ontwerpplezier uit en banen daarmee op een overtuigende manier de weg vrij voor toekomstige CPO-projecten, bewonersparticipatie en nieuwe woon- en samenwerkingsvormen tussen de verschillende partijen.

 

De twee andere genomineerden

 

 

De Tandwielenfabriek
Architect: Ronald Janssen Architecten, Donald Osborne Architect
Opdrachtgever: Buro Amsterdam

 

 

Ravel Residence
Architect: OeverZaaijer architectuur en stedebouw
Opdrachtgever: Verweij Mungra Vastgoed, Ravam

  


Over deze site

Disclaimer