Blok 12 wordt doorsneden door een gracht, waarop aan beide kanten een straat uitkomt. De veertien eengezinswoningen, gegroepeerd in twee clusters, liggen aan deze, ten opzichte van de woningen, verhoogde straten. De blokken grenzen beide aan de binnenhof, de straat, de gracht en de steeg. De woningen maken door de verticale, verdiepte openingen aan de gevel deel uit van de straat. Aan de gracht zorgt een grote erker met glazen vloer voor alzijdig contact met het water en de omgeving. De gevel aan de binnenhof heeft horizontale openingen. De steeg geeft toegang tot het binnenterrein.
De woningen hebben vier verdiepingen. De begane grond grenst aan de binnenhof en ligt aan de andere kant enigszins verzonken onder het straatniveau. Een hoog raam en een vide brengen de bewoner hier met het straatleven in contact. Vanaf de straat zijn twee verdiepingen van de woningen waarneembaar.
Hoewel de gevels van karakter verschillen, zorgen de verhoudingen van de gevelopeningen en de materialisatie in baksteen en hout voor een eenheid.