In 2000 is er een haalbaarheidsstudie verricht voor de ontwikkeling op de locatie van de voormalig Beatrixschool aan de J.M. Coenenstraat. Deze studie bestond uit tien alternatieven die varieerden van sloop of nieuwbouw tot hergebruik. Door de opdrachtgever is gekozen voor de bouw van negen seniorenappartementen op de verdiepingen en een dienstencentrum voor ouderen op de begane grond. De moeilijkheidsgraad, en daarmee ook het interessante van dit gebouw, was dat er rekening moest worden gehouden met de wensen van de bewoners, de gebruikers van het dienstencentrum en de welstandsnota van stadsdeel Oud-Zuid - het gebouw valt binnen de zone A en orde 3.
Door verbouwingen en uitbreidingen in het verleden en verschillende draagstructuren hebben de plattegronden in het ontwerp veel aandacht gekregen. Er is gebruik gemaakt van nieuwe materialen in combinatie met de oude materialen. Ook zijn er architectonische oplossingen toegepast voor de reductie van de geluidsbelasting.
De woningen zijn vanuit een corridor bereikbaar. Deze corridors staan in verbinding met het hoofdtrappenhuis. In het galmgat van het bestaande trappenhuis is een rolstoellift geplaatst. Alle woningen zijn uniek en geen enkele plattegrond is gelijk. Deze verschillen ontstaan door de verschillende draagstructuren, gevelindelingen en plafondhoogte per bouwlaag.