Aan de Laarderhoogtweg in Amsterdam ligt een kantoorpand en een loodsgebouw, verbonden door een stijgkern en een binnentuin. Deze drie structuren waren middels een gang fysiek wel met elkaar verbonden, maar verder was er weinig interactie tussen de verschillende delen. Het kantoorgebouw is bij het loodsgebouw betrokken door de gevels ter plaatse van de binnentuin over de begane grond en eerste verdieping te openen en te verbinden door ze te overkappen. Hierdoor is een grote, met glas overkapte, extra ruimte ontstaan, die de losse onderdelen van het gebouw fysiek en visueel samenvoegt. Deze ruimte voorziet het gebouw van een nieuw entreegebied dat gebruikt kan worden voor presentaties, grote vergaderingen en borrels. Ook is er op het dak van de loods een groot terras gemaakt, bereikbaar via de bestaande kern en de bestaande vluchttrap. Er was sprake van een verouderde trespa gevelbekleding. Deze is vervangen door goud/brons kleurig aluminium geanodiseerd zetwerk, dat tevens toegepast is in de vorm van lamellen langs de gevel van het kantoorgebouw. Op deze manier zijn de aparte volumes nog meer met elkaar verbonden.