De monumentale voormalige tramremise in Amsterdam Oud-West, De Hallen, wordt getransformeerd tot een multifunctioneel complex. De poort is niet alleen de fysieke toegang, maar straalt ook de aanwezigheid van De Hallen in het straatbeeld uit. In het complex zijn in totaal negentien koopappartementen en drie winkels gerealiseerd.

Het project is gerealiseerd tussen bestaande bebouwing: op de hoek met de Kinkerstraat staat een stadsvernieuwingsproject uit de jaren tachtig en in de Ten Katestraat bevinden zich het monument De Hallen en negentiende-eeuwse woningen. De invulling van circa dertig meter neemt een aantal belangrijke kenmerken van de negentiende-eeuwse architectuur over, maar toont ook een eigen identiteit.

De eigenlijke poort is circa 5,80 meter hoog. Om de zichtbaarheid en de betekenis van de poort te versterken, is de hoogte visueel naar vier bouwlagen doorgetrokken. Achter RVS-gaas tekent zich de verticale geveluitsnede boven de poort af. Het gaas zet zich voort in een eigentijdse 'kroonlijst' die de bouwdelen aan weerszijden van de poort met elkaar verbindt. De kroonlijst krijgt accenten in de vorm van erkers die refereren aan de ritmiek van de bestaande dakkapellen in de straat. Om het functioneren van de Ten Katemarkt niet te verstoren is het project vrijwel geheel vanuit het binnenterrein gebouwd.